5
DEVIEZEN EN LANDBOUW
VERGOEDING VAN OORLOGS
SCHADE IN DEN LANDBOUW
trekkingen, de internationale specialisatie, de betalingsbalans, het
internationale betalingsverkeer, de internatioale kapitaalbewegingen
en de internationale handelspolitiek.
Kort samengevat de eerste vier hoofdstukken behandelen het
économische leven in het algemeen, de volgende vier de individuëele
huishoudingen met enkele daarbij behoorende bijzondere onderwerpen
en het laatste hoofdstuk de internationale economische betrekkingen.
Wij hebben in het bovenstaande getracht in kort bestek eenigen
indruk te geven van de rijke schakeering van onderwerpen, welke
Prof. Weststrate in zijn boek behandelt, mede ook teneinde de lezers
eenig inzicht te geven van het geheel, waarin het door ons meer uit
voerig weer te geven hoofdstuk VII betreffende geld en crediet
voorkomt.
Met de publicatie van bedoeld hoofdstuk zullen wij dan in het
eerstvolgend nummer van de Raiffeisen-Bode een aanvang maken.
Bijzondere aandacht wordt den laatsten tijd in de pers gewijd aan
het deviezenvraagstuk en dit is zeer begrijpelijk. Ons land heeft voor
zijn wederopbouw dringend behoefte aan den invoer van allerlei
goederen. Deze invoer dient echter betaald te worden en daarvoor
is het noodig, dat wij in het bezit komen van deviezen (zooals bekend,
worden hieronder verstaan buitenlandsche betaalmiddelen).
In normale tijden en omstandigheden vindt een 'Jgroot deel van de
betaling van den invoer plaats door middel van den uitvoer.
Het is vanzelfsprekend, dat in den huidigen overgangstijd de uitvoer
van ons land nog niet tot voldoende ontwikkeling is gekomen om
daarmede den invoer te bekostigen. Dientengevolge zal het voor onze
regeering noodzakelijk zijn voldoende credieten in het buitenland op
te nemen, teneinde daarmede den invoer te betalen totdat ons bedrijfs
leven zich voldoende zal hebben hersteld van de in den oorlog
ontvangen slagen,
Het is in dit verband interessant om na te gaan in welke mate de
verschillende bedrijven en industrieën in ons land aan den uitvoer
(en dientengevolge aan de verkrijging van deviezen) hebben mede
gewerkt.
Over de maanden Augustus tot en met December 1945 zijn hierover
thans cijfers bekend geworden en wij willen daarover hieronder
gaarne het een en ander mededeelen.
Wij zullen daarbij in hoofdzaak gebruik maken van een artikel,
voorkomende in het blad „.Economische Voorlichting", uitgegeven
door den Economischen Voorlichtingsdienst.
In het nummer van 19 Maart 1946 troffen wij een artikel aan,
geheeten „Onze uitvoer in de laatste maanden van 1945". Hierin wordt
allereerst betoogd, dat de statistieken van in- en uitvoer nog niet die
volledigheid hebben bereikt van de jaren en maanden vóór den
oorlog. Over de eerste maanden van 1945 ontbreken de gegevens nog.
Maandoverzichten zijn slechts sedert Augustus 1945 beschikbaar. Ook
daarin ontbreken echter nog tal van gegevens, zoodat het ten aanzien
van den invoer moeilijk is een samenvattend overzicht te verkrijgen.
Van den uitvoer wordt de waarde wèl opgegeven en aan de hand
van de cijfers over de maanden Augustus tot en met December 1945
is het mogelijk zich een beeld te vormen omtrent de ontwikkeling van
den uitvoer over deze periode.
Bedoelde cijfers laten wij thans allereerst volgen
Uitvoer X 1000 kg X1000 gld.
Totaal Augustus 1945 1.619 2.324
September 1945 47.015 21.403
October 1945 96.175 15.507
November 1945 106.058 16.891
December 1945 169.865 24.793
Totaal Augustus/December 1945 420.732 80.918
Aan de hand van deze cijfers moge er op gewezen worden, dat de
cijfers van de waarde v,an den uitvoer schijnbaar zeer onregelmatig
zijn in vergelijking met de hoeveelheden.
Dit wordt veroorzaakt door het sterke overwicht, dat de post bloem
bollen over de genoemde periode in onzen uitvoer had. In verhouding
tot hun gewicht hebben bloembollen een zeer hooge waarde. Daardoor
beïnvloeden zij de gewichtscijfers slechts weinig, maar de waarde
cijfers des te meer.
Van den totalen uitvoer ad ongeveer 81 millioen bedroeg de
waarde van den bloembollenuitvoer niet minder dan 27,5 millioen.
Schakelen we in bovengenoemd staatje den bloembollenuitvoer uit,
dan worden de waardecijfers voor den overigen uitvoer veel regel
matiger.
Uitvoer Bloembollen Overige uitvoer
X 1000 gld. X 1000 gld.
Augustus 1945 1.260 1.064
September 1945 14.672 6.731
October 1945 6.761 8.746
November 1945 3.632 13.259
December 1945 1.235 23.558
27.560 53.358
De cijfers van laatstgenoemd staatje loopen nu meer parallel met
de gewichtscijfers hierboven.
Gaan wij thans zeer in het kort na hoe de totale uitvoer ad ongeveer
81 millioen was samengesteld. Wij komen dan tot de volgende
totaalcijfers
agrarische producten en visscherij 55 millioen
industriëele producten ,,20
diverse producten 6
Reeds aanstonds blijkt uit deze totaalcijfers, welk een belangrijk
aandeel landbouw (met inbegrip van den tuinbouw) en visscherij
hebben gehad als leveranciers van deviezen.
In een kort geleden in de pers verschenen verslag van een door de
directie van de Philipsfabrieken gehouden persconferentie werd groote
nadruk gelegd op de beteekenis van Philips als deviezen-producent en
wij willen dit geenszins ontkennen.
Wanneer wij echter zien, dat van den totalen uitvoer van in
dustriëele producten in de periode van Augustus tot en met Decem
ber 1945 ad 20 millioen voor rekening van de Philipsfabrieken kan
worden gerekend ongeveer 10 millioen, dan is laatstgenoemd bedrag
in verhouding tot den uitvoer van agrarische producten ten bedrage
van 55 millioen toch wel van dien aard, dat ook landbouw, tuinbouw
en visscherij gerekend mogen worden tot de belangrijke deviezen-
producenten.
Voor diegenen onder onze lezers, welke zulks interesseert, laten
wij hieronder nog volgen op welke wijze de hierboven gegeven totaal
cijfers van den uitvoer zijn samengesteld. Men bedenke hierbij, dat
alleen die onderdeelen worden genoemd, welke van voldoende belang
zijn. Enkele minder belangrijke deelen zijn weggelaten.
Agrarische producten: totaal uitvoer Aug./Dec. 1945 55 millioen
Hieronder bevinden zich de volgende groote posten
bloembollen 27,5 millioen
pootaardappelen „15
vruchtenpulp 4
vlas 2,7
zaden (incl. zaaigraan) 2,3
oesters 1
boomkweekerij-producten 0,812
druiven 0,682
mosselen 0,496
visch 0,078
Ten opzichte van den uitvoer der Philipsfabrieken is dus alleen de
uitvoer van pootaardappelen b.v. reeds V/2 maal zooveel geweest.
Industriëele producten
totaaluitvoer in de periode Aug./Dec. 1945 20 millioen
Als voornaamste onderdeelen kunnen worden genoemd
ruw ijzer 1 millioen
radio-artikelen en onderdeelen 4,9
gloeilampen 3,2
electrische toestellen en electrotech-
nisch materiaal „1
generatoren, dynamo's en electro-
motoren 0,325
electrische stofzuigers 0,473
machines 1,5
natuurk. en optische instrumenten 0,720
geneeskundige instrumenten 0,088
bew. metalen en metaallegeeringen 0,833
chemische en pharmaceutische prod. 2,5
keramische producten 0,180
zout 0,210
boeken 0,350
Diverse producten
totaaluitvoer over de periode Aug./December 1945 6 millioen
Hiervan noemen we alleen
glas, cokes, enz1,6 millioen
meel (veredeling van ingev. tarwe) 1,2
bereide hazen- en konijnenvellen 0,350
zand en grint 0,665
Als landen, die tot onze groote afnemers behooren, kunnen aan de
hand van de uitvoercijfers worden gerekend België (en Luxemburg),
Frankrijk, Engeland, Zweden, Zwitserland en de Vereenigde Staten
van Amerika.
Het aantal landen, waarheen de Nederlandsche uitvoer zich richt,
wordt steeds grooter.
Dit is begrijpelijk en verheugend. Immers vóór den oorlog was onze
positie kwetsbaar, doordat slechts naar enkele landen werd uitge
voerd. Wij noemen hieronder in de eerste plaats Duitschland.
Onze uitvoer was toen te weinig verdeeld of anders gezegd ons land
had een te geringe geografische spreiding.
Nu Duitschland voorloopig als handelspartner is uitgeschakeld, zal
het nbodzakelijk zijn, dat voor onzen uitvoer andere wegen worden
gezocht.
Bovendien doet het feit, dat Duitschland (en daarmede feitelijk ge
heel Midden-Europa), alsmede Japan voorloopig als leveranciers zijn
uitgeschakeld, voor de andere West-Europeesche staten groote moge
lijkheden ontstaan.
Het stemt dan ook tot verheuging, dat onze regeering reeds met tal
van landen financiëele- en handelsovereenkomsten heeft afgesloten:
In de rubriek ten behoeve van den landbouw, verzorgd door de
Afdeeling Voorlichting van het Ministerie van Landbouw, Visscherij
en Voedselvoorziening sprak over den zender Hilversum II
Ir. J. Sevenster, Directeur van den Rijksdienst voor Landbouwherstel
over de vergoeding van oorlogschade in den landbouw.