2
EFFECTEN.
de vaststelling van het beginvermogen. O.i. is het zeer wel mogelijk
dat aan de hand van de geldende prijsvoorschriften de verkoopwaarde
op den tweeden peildatum lager moet worde gesteld dan op den eer
sten peildatum.
Een tweede punt is of de landgebruiker bij de opstelling van zijn
vermogen op den tweeden peildatum rekening zal mogen houden met
de meerdere kosten, die hij zal moeten maken om de grond weder
op peil te brengen. Wat de grondgebruiker-eigenaar aangaat zijn deze
nog te maken kosten reeds in de verkoopwaarde verrekend. Met den
landbouwer-pachter staat dit anders. Op dezen rust toch de verplich
ting om bij het einde van de pacht de grond weder in normalen staat
op te leveren. Het komt ons voor dat hij deze op hem rustende ver
plichting bij de vermogensopstelling op den tweeden peildatum der
schuld mag opvoeren. Bij de vaststelling van deze schuld moet dan
rekening worden gehouden met het aantal jaren, dat de pacht na den
tweeden peildatum nog zal loöpen en de kans, dat de pacht na ver
strijken van de pacht zal worden verlengd.
Regeling ingeval van oorlogsgeweldschade.
Indien onroerend goed of tot de uitoefening van het beroep of
bedrijf dienende zaken tengevolge van oorlogsgeweld zijn verloren
gegaan, gevorderd of door den Algemeen Gemachtigde van den
Wederopbouw onteigend, dan wordt indien daarvoor schadeloosstel
ling of vergoeding is toegekend, die totaal meer dan 3.000be
draagt, voor het bepalen van het eindvermogen geacht dat het goed
nog aanwezig is in denzelfden toestand als waarin het verkeerde op
het tijdstip van het teloor gaan enz., tenzij de toegekende vergoeding
lager is, in welk geval het bedrag der vergoeding wordt genomen.
Voor de bedrijfsvoorraden geldt deze bepaling niet. Zijn deze teloor
gegaan, dan moet altijd de deswege ontvangen schadevergoeding wor
den genomen, voor zoover deze nog aanwezig is.
Wat de bedrijfsmiddelen en onroerend goed betreft, geldt opgemelde
regeling niet, wanneer deze uit andere oorzaken teloor zijn gegaan dan
hierboven genoemd, bijv. door brand, diefstal enz.
Evenmin geldt deze regeling, indien tengevolge van de oorlogs
toestand een gedwongen verkoop heeft plaats gehad. Wij denken hier
aan het geval van gedwongen evacuatie bij inundaties enz- In vele
gevallen is toen, door de omstandigheden gedwongen, vee en andere
bedrijfsmiddelen verkocht, tegen den hoogen toen geldenden prijs.
Er is o.i. alle reden voor, om in dergelijke omstandigheden opgemelde
regeling eveneens toe te passen. Zooals het ontwerp thans luidt, is
dit echter niet mogelijk.
Correcties, aan te brengen na berekening
van den vermogensaanwas.
Op de na vergelijking van het beginvermogen en eindvermogen
gebleken vermogensaanwas, worden nog verschillende correcties
toegepast.
Vermeerderingen
De aanwas wordt vermeerderd met de door den belastingplichtige
gedane schenkingen, voor zoover deze aan één begiftigde gedurende
een kalenderjaar meer hebben bedragen dan 200Het begrip
schenking moet hier ruim opgevat worden in den zin van bevoor
deeling, welke, ten doel heeft het vermogen van den begiftigde eenigs-
zins duurzaam te vergrooten. Onder het begrip schenking" valt dus
bijv. ook verkoop tegen een kennelijk veel te lagen prijs.
De waarde van het geschonkene wordt bepaald naar den toestand
op het tijdstip der schenking.
Verminderingen
De aanwas wordt verminderd o.a.
lo. met de waarde van hetgeen als schenking is ontvangen;
2o. met een ontvangen levensverzekering-uitkeering onder aftrek
van de na den eersten peildatum betaalde premies
3o. met wat verkregen is krachtens erfrecht, indien daartoe het
verzoek wordt gedaan en overigens aan zekere voorwaarden is
voldaan. Op deze voorwaarden wordt hier niet nader ingegaan,
behoudens dan dat een erfgenaam voor zijn rekening moet
nemen het evenredig deel der vermogensaanwas, dat op den
tweeden peildatum door den erflater verschuldigd was.
Naast de hierboven reeds genoemde aftrekposten zijn er nog ver
schillende andere, welke wij echter, als over het algemeen voor de
landbouwende bevolking van minder belang, niet nader bespreken.
Tenslotte zijn nog bepaalde voorschriften gegeven, indien gedurende
het belastingtijdvak een huwelijk is aangegaan of een bestaand huwe
lijk is ontbonden.
Belastbaar bedrag-
De uiteindelijk gevonden vermogensaanwas wordt, om het belast
bare bedrag vast te stellen, verminderd
I. voor belastingschuldigen, die den leeftijd van 18 jaar nog niet
hebben bereikt
1. met 1.000.of 5 van het in het beginvermogen begrepen
bedrijfsvermogen;
2. 5 van de niet tot het bedrijfsvermogen behoorende binnen
landsche effecten en nader aan te wijzen buitenlandsche
effecten;
3. 10 van het bedrag, bij het einde van het belastingtijdvak
belegd in binnenlandsche aandeelen en winstbewijzen;
4. 10 van het bedrag bij het einde van het belastingtijdvak
belegd in aandeelen en winstbewijzen-
II. Voor natuurlijke personen ouder dan 18 jaar gelden eveneens
de bovengenoemde vrijstellingen, genoemd onder 1 t/m 4, met
dien verstande, dat het onder 1 bedoelde bedrag wordt gesteld
op 5.000.of indien zulks meer is 5 van de in het bedrijf
belegde bezittingen bij het begin van het belastingtijdvak en
bovendien nog
5. de besparing tot een bedrag van maximaal 5.000.in totaal
uit het inkomen verkregen uit beroep of bedrijf, mits kan wor
den aangetoond, dat deze winsten ook zouden zijn gemaakt
zonder het bestaan van den toestand van oorlogsgevaar en
zonder het intreden van den oorlogstoestand-
Uit de vrijstelling onder 3. en 4. volgt dat op de binnenlandsche
aandeelen 2 X 10 van de waarde op den tweeden peildatum in
mindering gebracht mag worden.
Het begrip normale besparing vereischt nog wel eenige toelichting.
Wordt hiermede bedoeld het bedrag dat in de aan den eersten peil
datum voorafgaande jaren normaal bespaard had kunnen worden, dan
is de beteekenis van deze bepaling voor de landbouwers al van heel
weinig belang daar juist in de jaren 1930/1939 de landbouw
bedrijven wel in zeer hevige mate in het teeken van de crisisjaren
hebben gestaan en op de meeste landbouwbedrijven van besparingen
geen sprake kon zijn. Men was al heel erg blij, wanneer men de
eindjes aan elkaar kon knoopen
Men kan deze bepaling misschien ook zoo uitleggen, dat de winsten
niet gemaakt zijn juist tengevolge van de oorlogsomstandigheden maar
slechts uitsluitend het gevolg waren van een veranderde prijzen
politiek. Op deze wijze opgevat, heeft de bepaling voor de land
bouwers wel zin. Eenige verduidelijking op dit punt is echter wel
wenschelijk. Toch zal altijd nog een zeker deel van de vermogens
toename een gevolg zijn van den oorlogstoestand, n-1. voor zoover de
achteruitgang van grond, gebouwen en andere bedrijfsmiddelen tenge
volge van gebrek aan onderhoud, bemesting enz. minder is, dan het
daartegenover aan uitgaven bespaarde bedrag.
Tenslotte moeten wij er op wijzen, dat o.i. deze vrijstelling onvoldoende
moet genoemd worden indien en voor zooveel er sprake is van een be
drijf door het gezin gedreven, waar dus de kinderen in het bedrijf mede
werken en daarvoor buiten kost en inwoning slechts een gering zak
geld ontvangen. Hierdoor wordt een zeer belangrijk bedrag per jaar
aan loon uitgespaard, dat het vermogen van het hoofd van het gezin
verhoogt. De hieruit voortvloeiende aanwas behoorde in feite te zijn
verdeeld onder de verschillende kinderen, die hiervoor ieder toch
5.000.vrij zouden hebben gekregen- Een voorziening op dit punt
lijkt o.i. dringend gewenscht, vooral waar dit^ bespaarde arbeidsloon
op een bedrijf van eenigen omvang over een tijdvak van zes jaar al
heel spoedig in de duizenden guldens gaat loopen.
DE EFFECTENREGISTRATIE.
Wij deelen hierbij mede dat de inleveringstermijn voor het
inzenden van coupon- en/of dividendbladen voor de effecten
registratie voor de laatste maal verlengd is en wel
tot en met 13 April 1946.
De Afdeeling Effecten registratie van den Raad voor het
Rechtsherstel brengt onder de aandacht, dat, zoolang zonder
geldige reden uiterlijk op genoemden datum niet aan de ver
plichting tot inlevering is voldaan, de tegenwoordige bezitter
niet als eigenaar zal worden erkend.
UITREIKING SPAARCERTIFCATEN
Teneinde de uitreiking van de spaarcertiticaten, waarop door de
cliënten der boerenleenbanken is ingeschreven, zoo vlot mogelijk te
doen verloopen, adviseeren wij de banken om bij deze uitreiking geen
afzonderlijk kwitanties gereed te maken, doch de betrokkenen een
voudig voor ontvangst te laten teekenen op de duplicaten der
inschrijvingsbiljetten, welke bij de boerenleenbanken aanwezig zijn.
Reeds door de Centrale Bank verkochte spaarcertificaten zien wij
gaarne ter aflevering tegemoet.
UITLOTING OBLIGATIES COÖPERATIEVE GROND-
KAPITAALBANK VOOR DEN LANDBOUW U.A.
Ten overstaan van den Notaris A, J, P. Mermans te Utrecht vond
op 22 Februari 1946 de uitloting plaats van de navolgende obligaties
V/2 leening 1937 ad 1.000.000.-
Serie J obligaties van 1.000.—
Nrs. 1, 38, 43, 54, 113,
288, 296, 326, 393, 424,
572, 591, 601, 616, 617,
704, 711, 721, 735, 756,
874, 883, 912, 946.
Serie J obligaties van 500.
Nrs. 484 ab, 490 ab.
Zy2 leening 1937 ad 1.000.000.
Serie K obligaties van 1.000.
Nrs. 26, 29 59, 60, 105,
215, 235, 240, 250, 288,
338, 360, 367, 371, 438,
630, 635, 716, 757, 758,
122,
124,
147,
164,
228,
270,
442,
448,
514,
563,
565,
571,
623,
636,
638,
646,
680,
702,
769,
798,
818,
822,
824,
871,
150,
169,
177,
186,
188,
194,
295,
301,
307,
308,
321,
330,
441,
536,
541,
552,
613,
622,
811,
845,
857,
862,
873,
939.