5 B. In welke gevallen kan ten laste van contanten worden beschikt een debetrekening in Over crediet, ongeacht of de credietnemer al dan niet geblok- Ikeerd tegoed heeft, kan worden beschikt ter betaling van a. loonen, salarissen, pensioenen, wachtgelden en lijfrenten, zulks tot het bedrag dat resteert na aftrek van loonbelasting, - bijdragen in sociale verzekeringen en premiestortingen in pensioenfondsen (dus de netto loonen, zooals deze door de werknemers worden ontvangen). Ten aanzien van de loonen en salarissen dient een verklaring te worden overgelegd dat deze voldoen aan de van Regee- ringswege gestelde normen. b. interest, dividend en tantième betaalbaar gesteld na 25 Sep tember 1945 c. kosten van levensonderhoud met dien verstande, dat ten hoogste een bedrag van 100.— per week ten laste van de debetrekening kan worden opgenomen d. door den credietnemer gewaarmerkte facturen en soort gelijke documenten betreffende geleverde goederen en ver richte diensten. Er wordt in deze regeling zonder meer gesproken van be schikken. Dit houdt dus in, dat voor de onder a, b, c en d genoemde doeleinden ook in contanten mag worden uitbetaald- Er kan uitsluitend worden beschikt voor de hierboven ge noemde doeleinden. Voor eenig ander doeleinde bijv. betaling van belasting of betaling op grond van eenige algemeene ver gunning, is beschikking in het debet dus niet meer toegelaten. Indien en voor zoover de gewaarmerkte facturen of andere documenten bedoeld onder d, niet bij de bank blijven berusten, moet daarop een aanteekening worden gesteld van het op grond daarvan betaalde of overgeschreven bedrag. Voor het openen van credieten boven 50.000.is vergunning van de Nederlandsche Bank vereischt. ALLEEN CREDIETEN IN LOOPENDE REKENING. In verband met de regeling, welke in de algemeene vergunning no. 40 is gegeven ten aanzien van credietverleening, verdient het over het algemeen aanbeveling dat de Boerenleenbanken voorloopig slechts gelden verstrekken in den vorm van crediet In loopende rekening. Tot nader order is het derhalve in het algemeen niet gewenscht voorschotten te verleenen. Tevens worde er nog eens de aandacht op gevestigd, dat het niet in de bedoeling ligt langloopende credieten te verstrekken, doch slechts z.g. „overbruggingscredieten". Dus credieten, waarop regel matig wordt gehaald en gebracht. Formaliteiten bij credietverleening. De aanvragers dienen te verklaren lo- dat zij niet over betaalmiddelen beschikken en nóch bij de bank, waar het crediet wordt aangevraagd, noch bij eenige andere instelling eenig vrij tegoed beschikbaar hebben, behou dens een klein bedrag voor normaal kasbeheer; 2o. dat zij behalve een geblokkeerd tegoed van bij de bank, waar het crediet wordt aangevraagd, nog de beschik king hebben over het navolgende geblokkeerde tegoed a- bij de te ad b. bij de te ad enz. (Door de Centrale Bank zijn hiervoor formulieren no. 310 be schikbaar gesteld. Het oude formulier no. 300 komt hiermede te vervallen). Indien bij andere banken geblokkeerd tegoed aanwezig is, dient dit door den aanvrager te worden overgeschreven naar de crediet- verstrekkende bank. Dit geldt ook, wanneer het geblokkeerde tegoed aanwezig is bij de Spaarbank der Coöperatieve Boerenleenbank. Is alle geblokkeerd tegoed bij de boerenleenbank samengebracht, of is aangetoond, dat de daartoe benoodigde overschrijvingsopdrachten zijn verstrekt, dan kan het crediet worden geopend. Wijze van beschikken over crediet- Vóór iedere geldopname ten laste van zijn crediet moet de rekening houder schriftelijk verklaren, dat hij behoudens een klein bedrag voor normaal kasbeheer niet over betaalmiddelen of vrij tegoed, waar dan ook, de beschikking heeft. Men bezige hiervoor form. no. 311 (het bestaande formulier no. 301 is hiermede vervallen). Indien de credietnemer intusschên' bij de credietverstrekkende bank of een andere instelling vrij tegoed heeft bekomen, zal hij dat dus eerst moeten opgebruiken, alvorens hij weer in het debet van zijn crediet kan beschikken. N.B. Alle betalingen, welke ten gunste van vrije rekening binnen komen, behooren thans te worden geboekt ten gunste van de rekening van het crediet, dus niet meer, zooals voorheen, op afzonderlijke creditrekening. Binnenkomende geblokkeerde bedragen behooren natuurlijk ten gunste van een bestaande of te openen geblokkeerde rekening te worden geboekt. Dit laatste lijdt slechts uitzondering indien geblokkeerde bedragen binnenkomen, welke afkomstig zijn van de opbrengst van effecten- In dat geval mogen deze in het credit van de debetrekening worden geboekt, mits die rekening per 30 November 1945 na kassluiting ook een debetsaldo aanwees. Diverse onderwerpen. WELKE TEGOEDEN WORDEN PER 1 JANUARI 1946 ALS VRIJE TEGOEDEN BESCHOUWD A. Het saldo op girale rekening, B. Het bedrag nog op de geldkaarten uitstaande. C. 25 van het saldo per 2 October 1945 van de honderdjes rekeningen. Hierbij zij opgemerkt dat van het aldus verkregen bedrag moet worden afgetrokken al hetgeen krachtens algemeene of bijzon dere vergunning sinds 26 September 1945 werd gedeblokkeerd op eenige geblokkeerde rekening door den rekeninghouder Ijij dezelfde instelling aangehouden- Feitelijk behoorde hetgeen krach tens vrijstelling was gedeblokkeerd (zie de artikelen 14, 15 en 16 van de Beschikking Deblokkeering 1945) niet te worden afgetrok ken. In de praktijk is het echter veelal ondoenlijk post voor post na te gaan of gedeblokkeerd is krachtens algemeene vergunning, bijzondere vergunning of vrijstelling. Daarom adviseerden wij onze banken om alle bedragen welke ten laste van geblokkeerd tegoed sinds 26 September 1945 zijn vrijgegeven, af te trekken. Komt de rekeninghouder dan met een reclame, dan kan voor dat geval alsnog worden nagegaan of zich onder de afgetrokken bedragen ook posten bevinden, die krach tens vrijstelling zijn vrijgegeven. AFZONDERING VAN MAXIMAAL f 1.000.— OP REKENINGEN, GEOPEND NA 7 JULI 1945. Indien en voor zoover door rekeninghouders van rekeningen, ge opend na 7 Juli 1945 nog niet een verzoek is gedaan om 1.000. naar girale rekening af te zonderen, dient de rekeninghouder alsnog dit verzoek in. De rekeninghouder moet daarvoor invullen een for mulier no. 280. Men lette er dan speciaal op, dat het volledig huis adres van den rekeninghouder wordt ingevuld. Uit den aard der zaak kan geen grooter bedrag naar girale rekening worden afgezonderd dan het saldo per 2 October 1945. Bedroeg dit saldo minder dan 1.000.dan kan hoogstens de afzondering van het saldo per 2 October 1945 worden gevraagd en behoort dit bedrag in het aanvraagformulier te worden vermeld. Voorts spreekt het vanzelf, dat, indien tengevolge van verleende deblokkeering het saldo minder bedraagt dan het saldo per 2 October 1945 en tevens minder dan 1.000.uitsluitend het thans nog bestaande .geblokkeerde saldo naar girale rekening kan worden afgezonderd. Zoodra het verzoek is gedaan, wordt het bedrag van 1000.of zooveel als dit minder bedraagt naar vrije rekening overgeboekt. Het duplicaat der aanvraag wordt terstond opgezonden naar het Secretariaat van de hoofdgroep Banken, Beursplein 5, Amsterdam C. De cliënten, die deze aanvraag doen, moeten er uitdrukkelijk op worden gewezen, dat zij slechts bij één bank een dergelijk verzoek mogen indienen en dat, wanneer zij dit reeds hebben gedaan, zulks niet nogmaals mag geschieden, daar zij daarmede groote moeilijkheden zullen krijgen. BETALING VAN RENTE. I. Aan de Bank verschuldigde rente a. voorschotrente. Voorschotnemers dienen de door hen verschuldigde rente te betalen in betaalmiddelen of overschrijving uit vrij tegoed. Uiteraard behoeft bij overschrijving uit vrij tegoed het rente bedrag niet te worden uitbetaald om het daarna weder direct in te nemen. Men schrijve het aan interest verschuldigde bedrag zonder meer van de vrije rekening af b. debetrente in rekening-courant. De credietnemer zal de verschuldigde rente moeten voldoen in betaalmiddelen of door overschrijving uit vrij tegoed. Is de credietnemer tot betaling uit betaalmiddelen of vrij tegoed niet in staat, dan kan de debetrekening voor de rente worden belast. II. Door de Bank (Spaarbank) verschuldigde rente. De verschuldigde renten van spaargelden en creditsaldi in loopende rekening kunnen hetzij in betaalmiddelen worden uitbetaald, hetzij op vrije rekening worden tegoed geschreven. PROVISIE, BEWAARLOON, PORTI EN DERGELIJKE KOSTEN. I. Provisies, kosten en dergelijke, welke direct verband houden met de uitvoering van een opdracht en die direct in mindering van het provenu worden gebracht of aan cliënten terstond in rekening worden gebracht. Deze provisies en kosten kunnen geboekt worden ten laste van dezelfde rekening als waarop het provenu of de betaling wordt geboekt, dus op vrije of geblokkeerde rekening. Voorbeelden van deze provisies en kosten zijn: Incasso-provisie, couponprovisie, zegelkosten en provisie van effecten-nota's, uit betalingsprovisies, provisie wegens deblokkeering. II. Provisies of kosten, welke niet rechtstreeks verband houden met de uitvoering van een bepaalde opdracht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1946 | | pagina 5