Bij de wisseling van het Jaar AIFFEISEN-BODE KR NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT ACHT EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 12 1 JANUARI 1946 OFFICIEEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT REDACTIE EN ADMINISTRATIE TELEF. 15867 VERSCHIJNT OM DE VEERTIEN DAGEN Nu wij weer aan den vooravond van een nieuw jaar staan, gaan onze gedachten uiteraard uit naar hetgeen het weldra tot het verleden behoorende oude jaar ons heeft geschonken. En dan kan het wel niet anders, of een gevoel van dankbaarheid en vreugde maakt zich van ons meester voor het alles overheerschende feit, dat 1945 de bevrijding heeft gebracht van ons geheele Vaderland en ons heeft verlost uit den greep van den overweldiger, die op 10 Mei 1940 ondanks vele gegeven beloften van het tegendeel, zonder voorafgaande oorlogsverklaring onze grenzen overschreed. Door groote overmacht is het hem in weinige dagen gelukt ons land te bezetten. Maar de onzerzijds ge boden weerstand is niet nutteloos geweest, de offers aan jonge menschenlevens zijn niet vergeefs gebracht. Zij hebben de wereld doen zien, dat het Nederland ernst was zijn zelfstandigheid te willen bewaren en de buiten onze grenzen voortgezette strijd heeft tot de uiteindelijke overwinning een belangrijke bijdrage geleverd, waarvan in geallieerde kringen met waardeering wordt melding gemaakt. Met groote dankbaarheid zal men in onze kringen hebben kennis genomen van den terugkeer van H.M. de Koningin in het Vaderland, nadat Zij gedurende vijf jaren vanuit Engeland met onbezweken trouw den strijd en het verzet had aangevuurd. Niet het minst aan Haar volharding en standvastigheid, aan Haar bemoedigend en opwekkend woord was het te danken dat er geen oogenblik van aarzeling bij het overgroote deel van ons volk is geweest omtrent de houding, die men moest aannemen tegen den bezetter. Die houding is er aanvankelijk een geweest van volstrekte afwijzing en negeeren ondanks het zoet gefluit van den verrader Seyss-Inquart, van fel verzet tenslotte, toen de overweldiger het masker afwierp en met bruut geweld zijn vuist deed neerdalen op duizenden onzer landgenooten. Het kan ons met trots vervullen, dat de boerenstand mede vooraan stond in dit verzet. Talloozen zijn gevallen in dien strijd, maar hun offer is niet vergeefs geweest. Ook in onze organisatie zijn slachtoffers gevallen. In het jaarverslag over 1944 zijn zij met name herdacht en is de verzekering gegeven, dat hun nagedachtenis bij ons in hooge eere zal blijven voortleven. Wanneer wij thans overgaan tot een beschouwing van wat 1945 voor onze organisatie heeft gebracht, dan mag met vreugde worden gecon stateerd, dat de, Centrale Bank gespaard is gebleven en dat van de directie en alle leden va» het personeel hetzelfde kan worden gezegd ondanks de bezwaren en moeilijkheden in de hongerperiode onder vonden. Met dankbaarheid gedenken zij allen den steun en blijken van medeleven in die moeilijke dagen van de zijde der locale banken ondervonden. De krijgsverrichtingen zijn helaas voor verschillende van onze ban ken niet zonder gevolgen gebleven bankgebouwen werden vernield of beschadigd, brandkasten geforceerd en kasgelden gestolen. Vele der leden onzer banken werden zwaar getroffen door inundaties en het aanbrengen van veldversterkingen, terwijl door direct oorlogs geweld honderden boerderijen in rook en vlammen opgingen. Ons mededoogen gaat uit naar de slachtoffers, die zoo zwaar werden getroffen. Maar het is gelukkig niet de aard van den boerenstand bij de pakken neer te zitten. Allerwegen is reeds het herstel aangevat en met steun van de overheid mag worden gehoopt, dat binnen niet te langen tijd de gevolgen zullen zijn te boven gekomen. Er rust op onze volksgemeenschap een eereschuld die gevolgen mede voor haar reke ning te nemen het zou onrecht zijn deze te laten voor rekening van hen, die onschuldig door het toeval werden getroffen. De geldsaneering heeft onze boerenleenbanken voor tallooze moei lijkheden geplaatst. Vele noodkreten hebben de Centrale Bank bereikt en er is gedaan wat mogelijk was om van voorlichting te dienen. De dagelijks afgekondigde aanvullingen en wijzigingen maken het be grijpelijk, dat een gevoel van wanhoop zich meester maakte van hen, die aan dat alles uitvoering hadden te geven. Zij mogen zich troosten met de gedachte, dat zij hun onmisbare medewerking hebben verleend bij de uitvoering van een maatregel, die orde moest scheppen in den geldchaos door het wanbeheer van den bezetter teweeg gebracht. Het slagen van de geldsaneering was de volstrekte voorwaarde om ge ordende toestanden op financiëel gebied te kunnen scheppen en de wetenschap daartoe te hebben medegewerkt moge onze veel geplaagde kassiers en hunne helpers tot voldoening strekken. Thans moet de blik weer vooruit worden gericht; een nieuw jaar staat te beginnen. En dan willen we in de eerste plaats allen in onze organisatie, waar ook geplaatst, onze hartgrondige gelukwenschen aan bieden moge 1946 U en allen, die U lief zijn, veel heil en zegen brengen Deze gelukwensch moge gepaard gaan met de bede aan God, dat Hij de velen uit onze kringen en buiten dien kring, die zwaar getroffen zijn door het heengaan van een, die hun lief was, vertroosting moge schenken en berusting, waardoor zij in staat zullen zijn nieuwen levensmoed te scheppen om de toekomst weer tegemoet te treden. Die toekomst zal ook aan onze organisatie hooge eischen stellen. Zonder zelfverheffing mag worden geconstateerd, dat onze groote organisatie ongebroken den storm der tijden heeft doorstaan en onge schokt aan den dikwijls benauwenden greep van den bezetter is ont komen. Zeker, slagen zijn ook ons niet gespaard gebleven, maar ge meten aan wat ons is gebleven, kan dat niet van overgroote beteekenis worden genoemd met vereende krachten zal het niet al te zwaar behoeven te vallen de gevolgen weer te boven te komen. Vol moed zal onze organisatie hare meewerking verleenen nieuwe welvaart op te bouwen in ons door misdadige roovershanden leeg geplunderde Vaderland. Veelvuldig zal op onze organisatie een beroep worden gedaan en zij zal niet in gebreke blijven. De Centrale Bank is paraat en wij zijn overtuigd, dat van de locale banken hetzelfde zal kunnen worden gezegd. Met moed aangepakt zal het ons met God's onmisbaren steun moge lijk zijn de taak te volbrengen, die ons wacht. Wij doen een beroep op allen in onze organisatie, waar ook geplaatst, daarbij hunne mede werking te verleenen. Wanneer allen van goeden wille zijn, zal aan het resultaat niet behoeven te worden gewanhoopt. BIEREMA. Usquert, 27 December 1945.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1946 | | pagina 1