8
Deze verklaring is als onderdeel van de Algemeene vergunning
nr. 5 B alleen bestemd voor aanvragen bij commissionnairs, handels
banken (met uitzondering van den Postchèque- en Girodienst) en land
bouwcredietbanken. Voor den Postchèque- en Girodienst en de spaar
banken zijn echter de aanvankelijke regelingen blijven gelden, welke
op grond van de algemeene vergunning nr. 5 A werden gemaakt. Voor
deblokkeering bij deze instellingen dient men een verklaring af te
leggen, welke nauw aansluit bij die der algemeene vergunning nr. 5 B.
Belangrijker dan het verschil in de af te leggen verklaring is het
verschil in het bedrag, dat op grond daarvan in contanten wordt uit
betaald. In de gevallen van de algemeene vergunning nr. 5 B is geen
vast bedrag bepaald, doch alleen een maximum van 100.per week,
waartegenover bij den Postchèque- en Girodienst en de Spaarbanken
(zoowel de Rijkspostspaarbank als de andere spaarbanken) een vaste
som van 50.per veertien dagen op de verklaring wordt uitgekeerd.
Waarom dit onderscheid
Bij den Postchèque- en Girodienst bleek het wegens onvoldoende
capaciteit een van de kwade gevolgen van den bezettingstijd
onmogelijk naast de geblokkeerde en girale rekeningen ook nog vrije
rekeningen in te richten. Het onvermijdelijke gevolg was, dat stortin
gen in vrije betaalmiddelen hun vrije karakter verliezen en dat over
deze stortingen (na bijschrijving op een girale rekening) alleen nog
door overschrijving kan worden beschikt. Dit feit zou er toe kunnen
leiden, dat het betalingsverkeer via den Postchèque- en Girodienst
ten aanzien van salarissen en andere gelden, welke vrij behooren te
zijn, geheel zou stagneeren. Behalve het persoonlijke ongerief voor de
betrokkenen, zou dit ook nog het nadeel hebben, dat het betalings
verkeer voor een deel uit de sfeer van het giroverkeer naar het terrein
der contante betalingen zou worden gedrongen, hetgeen geenszins de
bedoeling is.
Daarom moesten ook anderen dan zij, die geen of onvoldoende
inkomsten uit dienstbetrekking genieten, in staat worden gesteld een
bepaald bedrag in contanten voor de bekostiging van hun levens
onderhoud op te nemen. Dit beteekent, dat de af te leggen verklaring
moest worden verruimd en men zal den hierboven sub (c) gestelden
eisch dan ook niet in de verklaring voor den Postchèque- en Girodienst
vinden. Bovendien is ook nog afgezien van den eisch C welke wèl in
de algemeene vergunning nr. 5B voorkomt) dat alleen kan worden
uitgekeerd ten laste eener rekening, die reeds vóór 7 Juli 1945 bestond.
Dit werd gedaan voor hen, die vroeger van hun contanten leefden,
doch die door de geldsaneering gedwongen waren een rekening voor
deze gelden te openen.
Door deze twee verruimingen in de regeling van den Postchèque-
en Girodienst is wel iedereen geholpen, maar dit mocht er anderzijds
toch niet toe leiden, dat een te groot bedrag in contanten zou vrij
komen, hetgeen bij een deblokkeering van maximaal 100.per week
zeker het geval zou zijn. Daarom is voor iedereen een vast bedrag van
50.per twee weken vastgesteld, hetwelk naast de mogelijkheid
om overschrijvingen te verrichten in het algemeen een voldoende
hoeveelheid contanten moet worden geacht.
Wat de spaarbanken betreft, moet worden opgemerkt, dat de daar
gedeponeerde gelden normaal bestemd zijn om als spaartegoed te
blijven staan en niet om te worden verbruikt. In de tweede plaats leek
het billijk ook hier af te zien van den eisch, dat de rekening vóór
7 Juli 1945 moet zijn geopend. Een overigens gelijke regeling als voor
banken en commissionnairs zou dan echter weer te veel contanten in
omloop brengen en dat nog wel uit tegoeden, die een geheel andere
bestemming hebben. Daarom is dan ook hetzelfde bedrag als bij den
Postchèque- en Girodienst gekozen, n.1. 50.per twee weken.
Bij het aanvragen der bedoelde bedragen welke na het indienen der
verklaring zonder verdere formaliteiten uit giraal tegoed en als dit
ontoereikend mocht zijn, uitgeblokkeerd tegoed worden vrijgemaakt,
moet men dus drie gevallen onderscheiden
(1) Postchèque- en GirodienstEen formulier G. 772, waarop de
af te leggen verklaring is afgedrukt, is verkrijgbaar bij de post
kantoren. De verklaring moet tezamen met een ingevuld chèque-
advies worden opgezonden aan het Hoofdkantoor van den Post
chèque- en Girodienst te 's-Gravenhage, Bedrag 50.per
veertien dagen.
(2) Spaarbanken Formulieren verkrijgbaar bij de betrokken spaar
bank. Om het gelijktijdig afhalen van geld van allerlei spaar
bankboekjes van inwonende kinderen, onmogelijk te maken,
wordt de extra eisch gesteld, dat de aanvrager gezinshoofd of
alleen-inwonende is. Bedrag 50.per veertien dagen.
(3) Bank of Commissionnair: Formulieren aldaar verkrijgbaar. De
rekening moest reeds vóór 7 Juli 1945 bestaan. Geen vast be
drag; maximum 100.per week.
Om misbruik te voorkomen moest deze wijze van deblokkeeren
uitsluitend op grond van de verklaring en zonder verdere forma
liteiten beperkt blijven tot de hierboven genoemde bedragen. Dit
beteekent echter geenszins, dat het vrijkrijgen van grootere bedragen
in noodzakelijke gevallen onmogelijk zou zijn. Integendeel, te allen
tijde kan men bij zijn bank, spaarbank, giro-instelling of commis
sionnair een grooter bedrag aanvragen. In dat geval kan het desbetref
fende verzoek echter niet krachtens algemeene vergunning door de
betrokken bank rechtstreeks worden afgedaan, doch moet het aan De
Nederlandsche Bank ter beoordeeling worden doorgezonden. In dit
verzoek moeten eventueel niet alleen de punten van de hierboven
bedoelde verklaring zijn opgenomen, maar moeten bovendien duidelijk
de bijzondere omstandigheden worden uiteengezet, waarop de aan
vrage van een hooger bedrag is gebaseerd. Allen die te goeder trouw
zijn, kunnen daarbij op volledige medewerking rekenen.
Of men destijds al of niet een geldkaart heeft ontvangen of daar
voor al of niet in aanmerking zou zijn gekomen, doet bij deblok-
keeringsaanvragen niet ter zake.
Noot van de redactie: O.i. is niet voldoende acht geslagen
op de toestanden op het platteland, waar toch nog een betrekkelijk
groote groep van personen woonachtig was, die nimmer eenige relatie
met een bank of spaarbank hebben onderhouden. Deze menschen, in
het algemeen kleine luiden bijv. losse boerenarbeiders, kleine tuinders
op den kouden grond, kleine ambachtslieden, waren gewend het door
hen aan loon, opbrengst van producten of arbeid ontvangene, dat niet
direct voor levensonderhoud noodzakelijk was, in geld in huis te
houden. Deze gelden werden dan in de wintermaanden voor levens
onderhoud uitgegeven. Deze menschen zijn nu gedwongen geweest om
deze gelden bij de banken te storten en uiteraard is dit over het alge
meen gebeurd na 7 Juli 1945.
Hebben zij hun geld gestort bij de Rijkspostspaarbank dan wel bij
een spaarbank, aangesloten bij de Vakgroep Algemeene Spaarbanken,
dan kunnen zij iedere 14 dagen over 50.beschikken. In vele ge
vallen zullen deze menschen echter terecht zijn gekomen bij de boeren
leenbanken of hare afzonderlijke Stichtingen Spaarbank. Is dat het
geval, dan kunnen zij krachtens een Algemeene vergunning geen con
tanten krijgen, daar de Algemeene vergunning 5 B voor hen niet toe
passelijk is, daar de rekening na 7 Juli 1945 werd geopend, terwijl
anderzijds de op grond van de Algemeene vergunhing 5 A gemaakte
bijzondere regeling eveneens niet geldt, daar de boerenleenbanken
vanzelfsprekend niet zijn aangesloten bij de Vakgroep Algemeene
Spaarbanken en dit voor de afzonderlijke Stichtingen Spaarbank even
min het geval is. De Stichtingen Spaarbank zijn aangesloten bij de
Bedrijfsgroep Landbouwcredietbanken.
Voor de menschen bovenbedoeld, zal dus voor elke opname deblok
keering moeten worden aangevraagd, waarbij voor elke aanvraag toe
gelicht moet worden, dat de Algemeene vergunning 5 B en de uit-
voeringsregelen op grond van Algemeene vergunning 5 A niet van
toepassing zijn.
Wij hebben ons tot De Nederlandsche Bank gewend om ook voor
deze gevallen een voorziening te treffen door de geldende regeling
voor de spaarbanken aangesloten bij de Vakgroep Algemeene Spaar
banken, ook voor de Landbouwcredietbanken toepasselijk te verklaren.
Bij het ter perse gaan van dit nummer ontvangen wij evenwel be
richt, dat de Ned. Bank hieraan niet zal voldoen. Ze deelde ons echter
mede, dat er een nadere regeling zeer binnenkort te verwachten is,
betreffende het vrijgeven van gelden. Hoe de regeling zou zijn, werd
ons nog niet medegedeeld. Wij zullen dus moeten afwachten.
Credieten aan aannemers, welke voor den
wederopbouw kleine herstelwerkzaamheden
en noodvoorzieningen uitvoeren
In verband met het feit, dat aannemers, welke eenvoudige herstel
werkzaamheden, (voor zoover dit werkelijke oorlogsschade betreft
en deze werkzaamheden tegen toelaatbare prijzen zijn berekend)
benevens noodvoorzieningen in opdracht van dengene, die het herstel
heeft doen uitvoeren, hebben uitgevoerd, de hiervoor door het Rijk
(Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw) uit te keeren
bedragen veelal zeer laat ontvangen, hebben deze aannemers behoefte
aan crediet.
Voor het geval een zoodanige credietaanvrage bij Uw bank binnen
komt, deelen wij U mede, dat wij, hoewel in het algemeen afwijzend
staande tegenover het verleenen van aannemerscredieten door onze
Boerenleenbanken, voor deze speciale gevallen meenen een uitzonde
ring te moeten maken.
Bij een credietaanvrage moet dan de vordering van den aannemer
op het Rijk aan de Bank worden gecedeerd, welk bedrag via de
Nederlandsche Middenstandsbank N.V. door het Rijk wordt uitbetaald.
In het algemeen kan de bank crediet aan den aannemer verleenen
tot een bedrag van maximaal 75 pet. van de vordering (wegens reeds
uitgevoerde en gereedgekomen werken), welke het betreffende Bouw
bureau aan Uw bank opgeeft, dat de aannemer op het Rijk heeft
(z.g. voltooiïngsverklaring).
Dit percentage van 75 pet. houdt verband met de mogelijkheid, dat
de getroffene aan de hand van zijn vermogens- en inkomenspositie
slechts voor 75 pet. vergoeding in aanmerking komt, zoodat hij het
restant zelf aan den aannemer moet betalen.
Voor elke crediet-aanvrage is natuurlijk dispensatie der Centrale
Bank vereischt. U gelieve bij Uw aanvrage de bovenstaande vol
tooiïngsverklaring van het betrokken Bouwbureau over te leggen.
Te allen overvloede vestigen wij er Uwe aandacht op dat de aan
nemer niet op het crediet mag beschikken, zoolang hij daartoe geen
deblokkeeringsvergunning van de Nederlandsche Bank heeft bekomen,
tenzij hij van het crediet uitsluitend gebruik maakt ter betaling van
loonen.
Voor iedere beschikking in het debet late U den credietnemer een
form. 301 teekenen en bij opening van het crediet een form. 300.
ADVERTENTIE
Door het Bestuur der Coöp. Boerenleenbank te Ruurlo, een der
grootste Boerenleenbanken in Gelderland, wordt een Kassier
gevraagd.
De voorkeur wordt gegeven aan sollicitanten, die behalve op
het gebied van het bankwezen, ook deskundig zijn en interesse
hebben voor aangelegenheden op het gebied van landbouw en
coöperatie. De instructie ligt ter inzage op het kantoor der Bank
te Ruurlo en der Coöp. Centr. Raifeisen-Bank te Utrecht.
Leeftijd niet boven 40 jaar. Sollicitatiestukken te zenden aan
T. G. Elkink, Voorzitter Coöp. Boerenleenbank te Ruurlo.
Geen persoonlijk bezoek.