Vraag en Antwoord
HET BANKGEHEIM
Materiaal-Afdeeling
Na-inlevering van bankbiljetten
van I 500. - en f 1 000. -
In aansluiting op onze circulaire van 18 dezer over bovenstaand
onderwerp raden wij degenen, die reeds eerder een verzoek deden
om biljetten van 500.— of 1000 alsnog te mogen inleveren, doch
hierop nog geen beslissing hebben ontvangen en de biljetten nog onder
zich hebben, om toch óók te handelen als aangegeven in de zoojuist
genoemde circulaire, dus om de biljetten nu bij een bankinstelling in
te leveren onder gelijktijdige overlegging van een verzoekschrift als
bedoeld.
Zooals vermoedelijk door iedereen reeds in de krant zal zijn ge
lezen, heeft de Regeering met ingang van 13 September j.1. in art. 10
van het Buitengewoon Navorderingsbesluit (besluit no. F. 159) aan
iedereen de verplichting opgelegd aan iederen Inspecteur der be
lastingen of accijnzen, ambtenaar van 's Rijks belastingdienst, die met
het onderzoek van boeken en bescheiden is belast of iederen anderen
door den Minister van Financiën aan te wijzen ambtenaar van 's Rijks
belastingdienst,d uidelijk en naar waarheid de gegevens te verstrekken,
welke van hem ten behoeve van de uitvoering van het Buitengewoon
Navorderingsbesluit of eenige andere Rijksbelastingwet of -Besluit
worden gevorderd. De verlangde gegevens moeten al naar verlangd
wordt schriftelijk of mondeling worden verstrekt of door het ter
inzage geven van boeken en bescheiden.
Aan deze verplichting kan men zich niet onttrekken door een be
roep te doen op de omstandigheid, dat men om bepaalde redenen tot
geheimhouding is verplicht, zelfs indien de geheimhoudingsplicht bij
een wettelijke bepaling zou zijn opgelegd.
Slechts bloed- en aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt en
in de zijlijn tot den derden graad, alsmede de echtgenoot of vroegere
echtgenoot van de persoon, over wiens vermogen, inkomsten, enz.
gegevens worden verlangd, mogen weigeren de gevraagde inlichtingen
te geven.
De opgemelde bepaling laat aan duidelijkheid niets te wenschen
over en houdt zonder meer in, niet alleen dat het zoogenaamde bank
geheim, doch ook het beroeps- en ambtsgeheim tegenover den fiscus
volledig is opgeheven.
Indien thans van de zijde van den fiscus inlichtingen worden ge
vraagd, of een bepaald persoon bij Uw Bank of Spaarbank een reke
ning heeft en hoeveel het saldo dier rekening was op een of meer
bepaalde data, moet dit opgegeven worden.
De opheffing van het bankgeheim geeft den fiscus een zeer goede
gelegenheid om na te gaan of belastingplichtigen hun eventueel tegoed
bij banken wel behoorlijk hebben verantwoord en zal zeker dienstig
worden gemaakt aan het opsporen van zwarte gelden.
Nu het vervoer dag aan dag verbetert, wordt het voor de materiaal-
afdeeling mogelijk om de banken beter en sneller te bedienen.
In de afgeloopen winter was ieder transport vrijwel onmogelijk en
ook direct na de bevrijding moest er nog gewerkt worden met allerlei
slechte bootverbindingen om de paketten ter plaatse te krijgen.
Gelukkig hebben verschillende hulp-centrales uitstekende diensten
bewezen, door ook op het gebied van materiaal als depót op te treden.
Hoewel wij thans dagelijks 60 tot 100 orders afwerken en dagelijks
1.000 spaarboekjes verzenden, is toch de expeditiemogelijkheid niet
ideaal.
Met een speciale dispensatie van het Hoofdbestuur der Posterijen
kunnen wij brieven tot 2 kg per post verzenden. Zwaardere pakketten
gaan per spoor, doch indien er geen spoorverbinding is, blijven de
bodes en schippers over, zoodat het zeer begrijpelijk is, dat een pakje
soms 4 weken of langer onderweg is, vooral als het meermalen moet
worden overgeladen.
Voorts moeten wij de banken nogmaals verzoeken om de grootste
zuinigheid te betrachten met alle bestellingen en wel speciaal met de
spaarboekjes. Natuurlijk staan wij altijd gereed, indien een order abso
luut noodzakelijk is, doch de laatste maanden stroomt ons magazijn
als het ware leeg en aanvulling is minder dan ooit mogelijk.
Het is moeilijk om het tempo van 1.000 of meer spaarboekjes
per dag vol te houden en wij hopen, dat de tijdsomstandigheden hierin
verbetering zullen brengen.
Tenslotte een enkel woord over schrijfmachines en andere machines.
Er bereikten ons al vele vragen op dit gebied, die wij in het algemeen
als volgt kunnen beantwoorden.
De import van schrijfmachines is bij den groothandel in staat van
voorbereiding. Zoodra evenwel de eerste zendingen arriveeren zal de
toewijzing alleen van rijkswege geschieden op grond van urgentie.
Buiten verschillende Rijksbureaux zullen dus de getroffen gebieden
en getroffen bedrijven speciaal voorrang genieten, terwijl dan verder
de belangrijkste bedrijven en kantoren aan de beurt zijn.
Ongetwijfeld zullen verschillende getroffen banken ook voorrang
genieten, terwijl ook andere banken door uitbreiding van het werk of
uit anderen hoofde aanspraken zullen kunnen maken op een machine.
Waar het in ons vermogen ligt, zullen wij ook op dit terrein de
belangen der banken behartigen en eventueel zullen nadere inlich
tingen volgen.
Rijksduitschers-beheer.
Vraag: Móeten Rijksduitschers, die hier te lande gedomiliceerd
zijn, als vijanden beschouwd worden en over hunne bezittingen
beheerders worden aangesteld?
Antwoord: Rijksduitschers zijn ons inziens personen, die duitsche
onderdanen waren. Als zoodanig zijn zij dus als vijandelijke onder
danen aan te merken en het hun toebehoorend vermogen als vij
andelijk vermogen.
Dit beteekent, dat dit vermogen van rechtswege is overgegaan op
den Staat der Nederlanden en door het Beheersinstituut wordt be
heerd ten behoeve van den Staat.
In het algemeen zal het Beheersinstituut een beheerder over het
vermogen aanstellen. Uit het bovenstaande volgt dus wel, dat eei\
eventueel saldo-tegoed van een Rijksduitscher geblokkeerd dient
te worden.
De Rijksduitscher kan zich echter door tusschenkomst van den
plaatselijk bevoegden Militairen Commissaris wenden tot het Be
heersinstituut met het gemotiveerd verzoek niet of niet langer als
vijandelijk onderdaan te worden aangemerkt. Deze Militaire Com
missaris stuurt dit verzoek dan met zijn advies aan het Beheers
instituut door.
Het spreekt vanzelf, dat op een dusdanig verzoek alleen dan gunstig
beschikt zal worden, indien de betrokken Rijksduitscher zich ge
durende den bezettingstijd gedragen heeft alsof hij goed Nederlander
was. Speciaal is dit van belang voor die personen, die op of na
10 Mei 1940 nog de duitsche nationaliteit hebben bezeten, doch
nadien, tengevolge van de Naziwetgeving, statenloos zijn gemaakt.
Machtigingen Mil. Gezag.
Vraag: Indien door het Militair Gezag machtigingen zijn afge
geven, vervallen deze dan op het tijdstip, dat het Militair Gezag
ophoudt te bestaan?
Antwoord: Naar onze meening blijven de door het Militair Gezag
gegeven machtigingen geldig, ook nadat dit Gezag is opgeheven.
Wel bestaat natuurlijk de mogelijkheid, dat de instantie, die het
Militair Gezag heeft opgevolgd, deze machtiging intrekt. Zoolang
dit niet is gebeurd, behoudt de machtiging hare volle waarde.
Geblokk. 100.rekening.
Vraag: A. Op naam van A., die samen met*B. een boerderij drijft
en voor gemeenschappelijke rekening exploiteert, zijn eenige biljetten
van 100 gulden ingeleverd.
Mag uit het geblokkeerde tegoed nu ook belasting, verschuldigd
door B., betaald worden?
B. Kan, indien in het pachtcontract is overeengekomen, dat de
door den grondeigenaar van het gepachte verschuldigde grondbe
lasting door den pachter betaald zal worden, dit geschieden uit het
geblokkeerde tegoed van den pachter?
Antwoord: A. Uit het geblokkeerde tegoed kan uitsluitend be
taald worden belasting, verschuldigd door den persoon, te wiens
name de biljetten zijn ingeleverd, zoodat het niet mogelijk is de
belastingen, verschuldigd door B. daaruit te betalen, zelfs al kan
deze aantoonen, dat hij inderdaad tot de ingeleverde biljetten
medegerechtigd was.
B. Uit het op A. gegeven antwoord blijkt, dat dit niet mogelijk is.
Naar aanleiding van deze vraag merken wij nog op, dat volgens
art. 12 van het Pachtbesluit elk beding nietig is, waarbij de geldelijke
lasten, welke den verpachter door publiekrechtelijke lichamen zijn
of zullen worden opgelegd, geheel of ten deele ten laste van den
pachter komen.
Vraag: Kan uit het ten name van een vennootschap onder firma
geblokkeerde tegoed wegens ingeleverde biljetten van 100 gulden
belasting enz. worden voldaan, verschuldigd door de firmanten privé?
Antwoord: Ten laste van het tegoed kunnen uitsluitend worden
betaald belastingen enz. verschuldigd door degeen, te wiens name
de biljetten zijn ingeleverd, dus in het geval van een vennootschap
onder een firma, uitsluitend de door deze firma verschuldigde be
lasting, zijnde de ondernemingsbelasting.
Inkomstenbelasting, verschuldigd door de firmanen persoonlijk, kan
dus niet uit het ten name van de firma staande tegoed worden
gekweten.
Slechts wanneer het een firma betreft met slechts één firmant,
bestaat er geen bezwaar tegen dat uit het geblokkeerde tegoed
de privébelasting, staande ten name van die eene firmant, wordt
betaald.