2
gulden. Aan den anderen kant kan deze meening anderen geruststellen,
die een volkomen waardeloos worden van den gulden vreezen.
Maar de commissie wijst er tevens op, dat een verder afglijden op
het hellend vlak naar den afgrond der inflatie slechts voorkomen kan
worden door orde op de zaken te stellen en niet te vervallen in de
fouten, die in Duitschland en andere landen gemaakt zijn na den
vorigen wereldoorlog. Het is verder afhankelijk van het slagen van de
regeering in haar streven om het vertrouwen te herstellen.
De aandacht moet daartoe vooral gericht worden op de problemen
der geldcirculatie, van de zwevende koopkracht en den zwarten handel,
van de staatsfinanciën en op het prijs- en loonprobleem.
Voor het herstel van het vertrouwen in het geldwezen is noodig,
dat de aanwezige geldovervloed zooveel mogelijk wordt ingekrompen
tot een niveau, dat overeenkomt met de behoefte, daarbij in aan-
merking nemend het prijspeil, dat voor oogen staat en de hoeveelheid
goederen, welke beschikbaar zal zijn en bovendien, dat aan het toe
nemen der geldcirculatie een einde komt.
Met de inkrimping der geldcirculaie is een begin gemaakt door de
inlevering der honderdjes en gelijktijdige blokkeering der daardoor
ontstane rekeningen; het andere bankpapier zal nu ook wel spoedig
aan de beurt zijn. Technische bezwaren hebben blijkbaar verhinderd
de intrekking van alle papier gelijktijdig te doen. Door deze inlevering
is het bedrag van het in omloop zijnde bankpapier verminderd met
ongeveer 1.300 millioen gulden. Daar de rekeningen gelijktijdig ge
blokkeerd werden, is ook de totale geldcirculatie met dit bedrag
verminderd (niet geheel, want intusschen werd in enkele gevallen
deblokkeering toegestaan). Het zal echter opgevallen zijn, dat de
weekstaat van de Ned. Bank een grooter vermindering van het in
omloop zijnde bankpapier aangeeft (n.1. in vergelijking met Mei 1945
dz 2700 millioen). Dit komt omdat, vooral in de laatste twee maanden,
na de verplichte inlevering der honderdjes, een stroom van gelden
te voorschijn gehaald uit oude en „zwarte" kous den weg zocht
naar de banken. Blijkbaar redeneerde men „Het geld wordt inge
trokken en geblokkeerd, dan kun je er niets meer mee doen dan
belasting betalen als je het nu al op de bank stort, zal het wellicht
nog mogelijk zijn op die „vrije" rekening te beschikken (Dit laatste
zal o.i. wel tegenvallen als de zuivering volkomen wordt). De vermin
dering der bankbiljettenomloop door bovenbedoelde storting op de
banken, waardoor het bankpapier tenslotte bij de Ned. Bank terecht
kwam en door deze werd ingetrokken, heeft voor de saneering van
het geldwezen geen beteekenis. Er heeft daardoor slechts een om
zetting plaats van de eene geldsoort (het bankpapier, dat met een
deftig woord het chartale geld wordt genoemd) in een andere (bank
deposito, het „girale" geld genoemd). De totale geldvoorraad is er niet
door verminderd. Dit geschiedt wel als men de rekeningen bij de
banken bij de inlevering tevens blokkeert, zoodat er geen betalingen
uit gedaan kunnen worden. Men kan dus bij de volgende ronde ver
wachten, dat ook de rekeningen, welke ontstaan zullen als de overige
briefjes worden ingeleverd, zullen geblokkeerd worden en zelfs, dat
de op het oogenblik nog „vrije" rekeningen ditzelfde lot zullen
ondergaan.
Maar met de voorgenomen maatregelen betreffende de inperking
van den geldovervloed alléén wordt de saneering of zuivering van ons
geldwezen nog niet bereikt. We hebben daarvan al een proefje gehad
na de intrekking van de honderdjes. Men zou verwachten volgens
de geldende theorie althans dat de prijzen zouden gedaald zijn,
daar de verhouding tusschen hoeveelheid geld en goederen gunstiger
was geworden. Men zag echter eerder het tegenovergestelde. Hier
werkte weer een andere factor. De zwarte handel bevreesd voor
de verdere maatregelen met de resteerende briefjes zocht deze in
veiligheid te brengen door er nog zooveel mogelijk goederen voor te
koopen en gaf fantastische prijzen.
Grooter euvel dén de ruimte van geld is dan ook blijkbaar wel 3e
schaarschte aan goederen. Er is daarom in verband met het uitblijven
van de verdere maatregelen inzake de inlevering, wel eens de op
merking gemaakt, dat de regeering waarschijnlijk harder werkt aan
import van goederen en aan stimuleering van het bedrijfsleven, _dan
aan de inkrimping van de geldcirculatie. Misschien, zoo wagen wij op
te merken, zou het probleem van den zwarten handel opgeheven zijn
als de regeering kans zag voldoende sigaretten en tabak te importeeren.
Door aankoop van importgoederen uit de aan de regeering in het
buitenland ter beschikking staande geldmiddelen en door het buiten
land verstrekte credieten en het in de distributie brengen dier goede
ren tegen betaling(l) wordt een vermindering der geldcirculatie ver
kregen. De koopers betalen in guldens, deze gaan naar de rekening
van den Staat bij de Nederlandsche Bank van deze rekening be
hoeven nu geen betalingen meer gedaan te worden aan Nederlandsche
leveranciers, zoodat de geldomloop niet weer vermeerderd wordt. Een
aankoop van importgoederen heeft blijkbaar reeds tot een respectabel
bedrag plaats gehad. Men zal echter uiteraard ertegen moeten waken,
dat de schuld aan het buitenland niet te hoog wordt, anders zit men
later met de gebakken peren, als aflossing en betaling van rente aan
de orde komt.
Noodzakelijk voor de saneering van ons geldwezen is voorts te
trachten op korten termijn niet alleen de geroofde maar ook andere
goederen uit Duitschland te verkrijgen, te betalen uit onze vordering
van ruim 4*/, milliard gulden. De goederen kunnen hier in distributie
worden gebracht en betaald. Dit geld komt dan uit de circulatie, er
staan evenals in het bovenvermelde geval geen verplichtingen aan
leveranciers tegenover.
Ook kunnen bezittingen van N.S.B.-ers en andere vijanden gecon-
fisceerd worden en door den Staat worden verkocht, hetgeen evenals
in beide bovengenoemde gevallen leidt tot vermindering van de geld
circulatie.
Deze maatregelen, gecombineerd met die der inlevering der bank
biljetten en blokkeeren van rekeningen, voeren ons al een eind op den
goeden weg ter vermindering van de geldcirculatie.
Maar al deze geneesmiddelen maken den patiënt-gulden nog niet
gezond. Een zeker deel van de geblokkeerde rekeningen zal blijvend
aan de circulatie moeten worden onttrokken en er zal zoo spoedig
dit mogelijk is moeten gezorgd worden voor een sluitend staatsbudget.
Als de uitgaven de inkomsten blijven overtreffen, wordt toch weer
steeds loos geld in circulatie gebracht.
Dit is ook het geval als de credietverleening te ruim is en zonder
juisten economischen ondergrond, zoodat een zekere beperking nood
zakelijk zal zijn. Voorts zal de strijd tegen den zwarten handel energiek
moeten blijven gevoerd, en zullen de loonen en prijzen voldoende in
de hand gehouden moeten worden.
We hebben al kennis kunnen nemen van de plannen van de Belgische
regeering om blijvend een groot deel van de geblokkeerde rekeningen
vast te leggen door de gedwongen deelname in een leening groot
frs 63 milliard, die voorloopig onverkoopbaar zal zijn en waarvan de
rente is in 1946 1 in 1947 2 °/o in 1948 3 en daarna 3H zal
bedragen.
Verder is er dan in België een wetsvoorstel ingediend, waarbij die
belastingen "worden voorgesteld, waarvan sprake is in ons artikel
„Erfenis der bezettingsjaren" (Raiff. Bode van 16 Juli j.1.).
Ook hier te lande staan om de Staatsfinanciën in orde te brengen
reeds enkele belastingen op winst en heffingen ineens op stapel. Of
ook een leening als in Belgiën zal opgelegd worden hebben we af te
wachten.
Het probleem van den zwarten handel heeft kans tot oplossing te
komen na de volledige zuivering van het geldwezen en wordt thans
reeds aangepakt van de goederenzijde. Dit is o.i. de meest doelmatige
bestrijding, want zoodra men de overtuiging krijgt, dat de goederen
tegen behoorlijken prijs te verkrijgen zullen zijn, zal een deel van de
zwevende koopkracht niet meer met die felheid van voorheen op de
markt komen. Daarom is het streven van de regeering er op gericht
meer nog dan op rigoureuze bestrijding door bestraffing zoo^ spoe
dig mogelijk goederen ter beschikking te kunnen stellen door te impor
teeren en door stimuleering van het bedrijfsleven.
Het in de hand houden van de credietverleening zal veel staats
manskunst eischen en ook zelfbeheersching van de banken, die na
een periode van vrijwel gedwongen onthouding, hunkerend uit
zien naar een andere uitzetting van gelden dan uitsluitend in Staats
papier. Maar ook hier zal ter wille van het algemeen belang beperking
noodig zijn en eventueele reguleering aanvaard moeten worden.
Het prijs- en loonprobleem is een van de moeilijkste, omdat op dit
terrein zoo spoedig ernstige storingen in de maatschappelijke ver
houdingen ontstaan.
Voorloopig zal een strakke beheersching nog wel noodzakelijk
blijven, wil men niet ondergaan in den vicieusen cirkelgang hoogere
loonen hoogere kostprijs der goederen, dus vermindering van de
koopkracht van den gulden, eisch hooge loonen met verdere ver
mindering van de koopkracht tenslotte ernstige inflatie.
Het zal niet altijd mogelijk zijn de geldloonen volledig aan het
prijspeil aan te passen. Dit is dan ook nog niet geschied, immers biji een
verwachte stijging van het prijspeil, voorloopig tot zelfs 75 o, blijft
een toegestanè verhooging van 25% nog verre achter.
Het is op het oogefiblik ook nog niet noodig tot volledige aanpassing
over te gaan, daar de hoeveelheid goederen, die kan gekocht worden,
nog lang niet het vooroorlogsche peil heeft bereikt. Het streven zal er
echter op gericht moeten zijn, dat men ook den vasten inkomsten
trekker in staat moet stellen de goederen, die ter beschikking komen
en noodzakelijk zijn voor levensonderhoud, te koopen en eventueel
nog te sparen om de in een later stadium ter beschikking komende
duurzame goederen (o.a. textiel) te kunnen betalen. Op den duur
zullen loon- en prijspeil elkaar moeten benaderen.
Producent en consument hebben hier slechts tegenstrijdige be
langen. Zonder loon- en prijsbeheersching komt men voorloopig niet
uit de ellende.
Zoodra er meer goederen komen, behooren de prijzen tot een toe
laatbaar peil te worden verlaagd, omdat anders weer de loontrekkers
om verhooging vragen, met gevolg prijsstijging enz.
De toekomstige waarde van den gulden is voor een goed deel
afhankelijk van de vraag of de regeering de prijzen en loonen in de
hand zal houden, waarbij het bereiken van een rechtvaardigen prijs
en een rechtvaardig loon richtsnoer zullen moeten zijn. Rechtvaardige
prijzen voor de landbouwproducten beteekenen, dat zij zoodanig
moeten zijn, dan een behoorlijk bestaanspeil gewaarborgd is.
Uit bovenstaande beschouwingen zal voldoende gebleken zijn, dat
er heel wat voorwaarden te vervullen zijn voor het herstel van ons
zieke geldwezen.
Werken we allen niet van harte mede om de voorwaarden m ver
vulling te doen gaan, dan gaat het met patiënt-gulden den verkeerden
kant uit en wordt heel ons economisch leven geïnfecteerd.
Er zal hard gewerkt moeten worden bezitters en inkomentrekkers
zullen zich de te vragen fiscale offers moeten getroosten. Krachtige
fiscale maatregelen tegen oorlogswinst en onredelijke vermogensaan-
was tengevolge van den oorlog zullen moeten worden genomen, omdat
(Zie vervolg 3e peg. 1e kolom ondereen)