Inlevering van bank- en muntbiljetten van f 100.-; geblokkeerde saldi van gemeenten. Inlevering van Belgisch bankpapier. Coupon-provisie De conclusie ligt hier voor de hand. De bevrijding van ons land had het publiek reeds in toenemende mate naar de spaarbanken geleid. De gedwongen inlevering van de bankbiljetten van 100 en de be richten inzake intrekking van het overige papiergeW hebben het bankpapier in steeds toenemende mate, o.a. naar de Rijkspostspaar bank doen vloeien. Dat het publiek uit de situatie de juiste gevolg trekking heeft gemaakt en op zoo groote schaal de kleine coupures van het bankpapier heeft gespuid, is een bemoedigend verschijnsel en geeft de hoop, dat de verdere intrekking van bankpapier zonder noe menswaardige schokken in het economische leven zal kunnen worden doorgevoerd. Op verzoek van De Nederlandsche Bank N.V. geeft ?e Hoofdgroep bekendheid aan de navolgende door genoemde instelling aan de leden der Bedrijfsgroep Handelsbanken en Bedrijfsgroep Landbouwcredietbanken SliDehNedertrndsch"^ Bank N.V. deelt op verzoek van den Minister van Financiën mede, dat de gemeentebesturen aan dehandetsbankof de landbouwcredietbank, waarbij zij hun bank- of muntbiljetten hebben ingeleverd, opdracht kunnen geven om het door deze in evering ont stane geblokkeerde saldo over te maken naar de geblokkeerde.reke ning van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten N.V. bij de Hoofd bank van De Nederlandsche Bank N.V. te Amsterdam. De banken die hiertoe opdracht ontvangen, dienen aan dergelijke opdrachten te vol doen, tegen intrekking van het door haar afgegeven ontvangstbewijs, respectievelijk indien niet over het geheele saldo wordt beschikt aanteekening van het overgemaakte bedrag op het ontvangstbewijs, en onder vermelding op de giro-opdracht van de gemeente, die de op dracht gaf, en van het feit, dat ten laste van haar geblokkeerde reke ning moet worden overgemaakt. Op verzoek van De Nederlandsche Bank N.V. brengt de Hoofdgroep ter kennis van de leden een door genoemde instelling verspreide mede- deeling van den navolgenden inhoud: Op verzoek van den Minister van Financien van Belgie maakt De Nederlandsche Bank het volgende bekend: Op grond van de wet van 6 October 1944 hebben de biljetten voor dien datum uitgegeven door de Nationale Bank van Belgie hun eigen schap als wettig betaalmiddel verloren en zijn zij onvervreemdbaar. Ingevolge de ministerieele beschikking van 1 Augustus 1945, uitge vaardigd op grond van artikel 11 van de bovengenoemde wet, dienen natuurlijke en rechtspersonen, die ingezetenen zijn van Nederland, de Belgische bankbiljetten van 100, 500, 1000 en 10.000 francs, waarvan zij op 9 October 1944 houders waren, voor rekening van den eigenaar aan te geven en in te leveren. Deze aangifte en gelijktijdige inlevering moeten plaatsvinden in de periode van Maandag 20 Augustus tot en met Zaterdag 1 September DebNederlandsche Bank N.V. (Hoofdbank, Bijbank en Agentschap pen) of de leden van de Bedrijfsgroep Handelsbanken. Eveneens moeten worden aangegeven de biljetten, welke het eigen dom waren van Nederlandsche ingezetenen op 9 October 1944, welke biljetten op dien datum in België berustten, doch niet in handen van een derde waren. j De aangifte moet geschieden in drievoud. Voor iederen eigenaar moet een afzonderlijke aangifte worden fieDeaIfórmulieren van aangifte worden ter beschikking van belang hebbenden gesteld door De Nederlandsche Bank. De eigenaar zal moeten bewijzen, dat hij de biljetten waarvan aan gifte wordt gedaan, heeft verkregen zonder inbreuk te maken op de in België geldende wettelijke bepalingen en dat de biljetten niet toe- behooren of afkomstig zijn van onderdanen van landen waarmede Begië of zijn geallieerden in oorlog zijn of sedert 1939 geweest zijn. Het bedrag van de biljetten, waarvan de eigenaar zal hebben vol daan aan de bovengenoemde voorschriften, zal ten name van den eigenaar, vermeld in de aangifte, bij den Postchequedienst te Brussel worden gecrediteerd en wel voor 40 op een speciale rekening, waarover tijdelijk niet beschikt kan worden en voor 60 op een speciale geblokkeerde rekening. Amsterdam, 12 Augustus 1945. DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Wijziging in de procuratie-regeling De Heer E. van de Beek, die meer dan 28 jaren als hoofdboek houder te onzen kantore werkzaam is geweest, bereikte op 1 Januari van dit jaar den pensioengerechtigden leeftijd. De moeilijkheden, welke in dezen winter ons aller deel waren, noopten ons op den Heer Van de Beek een beroep te doen en hem te vragen nog eenigen tijd zijn functie bij de Centrale Bank te blijven vervullen- op 1 Maart jl. was echter het tijdstip aangebroken, waar op hij zrjn werkzaamheden bij ons beëindigde, hem door ons Bestuur op de meest-eervolle wijze ontslag werd verleend en wij hem noode van ons zagen vertrekken. Ook van deze plaats spreken wij den wensch uit, dat de Heer van de Beek nog vele jaren in deze nieuwe en geheel andere periode van zijn leven zal mogen genieten van de rust welke eens gepension- neerden is en van de blijheid, die hem vervult, omdat hij zich thans ongestoord en ten volle zal kunnen bewegen op het uitgebreide ter rein, dat steeds zijn bijzondere belangstelling en liefde had. Tot zijn opvolger werd door het Bestuur met inachtneming van de statutaire bepalingen als hoofd van de afdeeling boekhouding en bijzonderen procuratiehouder benoemd de Heer D. Snater, tot dus verre inspecteur der Centrale Bank, die dezelfde procuratie ontving, welke destijds aan zijn voorganger werd toegekend en bij diens ontslag is komen te vervallen. De Boerenleenbanken zijn verplicht aan haar cliënten ongeacht de 3 cent provisie per coupon, bedoeld als vergoeding voor de extra werkzaamheden voor de nakoming van het Koninklijk Besluit Vijandelijk Vermogen en van het K.B. Herstel Rechtsverkeer, het volgende toe te passen: a. coupons en dividendbewijzen: 3/8 met een minimum van 10 cent per afrekening, met dien verstande, dat voor coupons en dividendbewijzen van eenzelfde fondsensoort over bedragen boven 400.van het meerdere tot 4.000.1/4 en van het meerdere daarboven 1/8 moet worden berekend; b. losbare stukken: 1/4 met een minimum van 10 cent per afrekening, met dien verstande, dat voor losbare stukken van eenzelfde fondsensoort over bedragen boven 4.000.— van het meerdere tot 25.000.— 1/8 en van het meerdere daarboven 1 °/oo moet worden berekend. Bank- en Muntbiljetten van 1100. Op verzoek van De Nederlandsche Bank N.V. geeft de Hoofdgroep Banken bekendheid aan de navolgende mededeeling: De Nederlandsche Bank N.V. verzoekt allen leden der Bedrijfs groepen Handelsbanken en Landbouwcredietbanken, alsmede die credietinstellingen, welke, zonder tot genoemde bedrijfsgroepen te behooren, door het ontvangen der mededeeling van den Minister van Financiën dd. 7 Juli 1945 gemeend hebben aangewezen te zijn als instelling, waarbij de storting van bank- en muntbiljetten van 100 ingevolge genoemde mededeeling moest plaatsvinden, de bank- en muntbiljetten van 100, die zich nog in hun bezit bevinden, uiterlijk op 30 Augustus 1945 vóór kassluiting in te leveren bij het kantoor van de Nederlandsche Bank N.V. ((Hoofdbank, Bijbank of agentschap) in het ressort waarvan zij gevestigd zijn.'" L.S. Van het Algemeen Plattelands Molestverzekeringsfonds te Rotter dam ontvingen wij de volgende mededeeling ,Wij vernemen, dat in het Staatsblad No. F 98, hetwelk nog niet in ons bezit is, een K.B. is afgekondigd, waarbij een overgangsregeling is getroffen inzake de registratie, het onderzoek en de taxatie van materieele oorlogsschade (alle schade als rechtstreeksch gevolg van oorlogsgeweld, van handelingen van den vijand of van oorlogsomstan digheden) en de toekenning van geldelijke uitkeeringen bij wijze van voorschot en credieten terzake daarvan. Met de uitvoering zijn belast het commissariaat voor de Oorlogs schade bij het Ministerie van Financiën en de bij dit besluit gehand haafde Schade-Enquête-Commissie, bij wie belanghebbenden hun schadegevallen ter registratie en taxatie dienen aan te melden en wel vóór 28 Augustus a.s. Wij wijzen speciaal op den datum 28 Augustus voor welken getrof fenen hun schaden moeten hebben aangemeld. Willen getroffenen voor schadeuitkeering onzerzijds in aanmerking komen, dan zullen zij, voor zoover zulks nog niet is geschied, hun schadegevallen alsnog voor dien datum bij de betreffende Schade-Enquête-Commissies moeten aanmelden. Ter verduidelijking diene nog, dat deze regeling niet betref! schaden aan landbouwbedrijven. Schaden aan agrarische bedrijven (gebouwen, inventaris, enz.) dienen te worden aangemeld bij den Rijksdienst Landbouwherstel, waarvoor belanghebbenden zich tot den Plaatse lijken Bureau-Houder moeten wenden. Schaden aan huisraad in boer derijen vallen onder de Schade-Enquête-Commissie. Wij verzoeken U hiervan nota te willen nemen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1945 | | pagina 4