4
ECONOMISCH NIEUWS
Sf's-Francs ;;6.32
Uit de dagelijks verschijnende mededeelingen van den Econo-
mischen Voorlichtingsdienst te 's-Gravenhage namen wij (in zeer
verkorten vorm) de volgende berichten over:
Onze financiën.
De vorige Minister van Financiën, Dr. Huysmans, heeft in een
vraaggesprek eenige mededeelingen gedaan over den stand van onze
financiën.
Er zijn, aldus de Hr. Huysmans, milliarden verloren gegaan, maar
men heeft een zeer stelligen en vastomlijnden koers in het oog,
om deze zonder devaluatie van de munt en zonder het aandraaien
van de belastingschroef geleidelijk terug te winnen. Bij de uitvoering
van de opgestelde plannen zal het fiscaal apparaat van onze schat
kist o.m. tot taak krijgen het z.g. zwarte geld te achterhalen. Hier^
voor zal het o.m. met een speciaal opsporingsorgaan worden uit
gebreid.
Het belastingstelsel zal in zooverre worden gewijzigd, dat bepaalde
Duitsche elementen eruit zullen verdwijnen, maar dat principes, die
op zich zelve een verbetering waren (zooals de heffing van belas
tingen bij de bron) gehandhaafd zullen worden.
Omtrent een mogelijke devaluatie merkte de Heer Huysmans op,
dat bij de vaststelling van onzen guldenskoers uiteraard het alge
meen belang van domineerende factor moet zijn en juist daarom
worden vermeden. Meer dan ooit moet men voelen, dat Nederland
een klein landje is in een groote wereld. Nederland kan dan ook
geen afzonderlijke monetaire politiek gaan voeren.
Het stemt, aldus de Heer Huysmans, tot groote voldoening, dat het
Nederlandsche staatscrediet in het buitenland nog steeds zeer hoog
en gunstig staat aangeschreven. De handhaving van deze gunstige
reputatie kan echter slechts worden bereikt met een constructieve
maar tevens voorzichtige financieele politiek.
Aangaande het vijandelijke en onvaderlandsche vermogen ver
klaarde de Heer Huysmans, dat de vermogens, toebehoorend aan
een vijandelijken staat of vijandelijke onderdanen, van rechtswege
in eigendom zijn overgegaan op den Staat. Het vermogen van hen,
die als collaborateurs de belangen van den vijand hebben gediend,
staat onder het beheer van het Beheersinstiuut van den Raad van
Rechtsherstel. Het kan, bij uitspraak van het tribunaal, geheel of
gedeeltelijk verbeurd worden verklaard.
De voorgenomen effectenregistratie dient naar de Heer Huy—
mans mededeelde, zoo spoedig mogelijk te worden uitgevoerd, daar
de overheid de effectenbeurs zoodra zulks mogelijk is wil her
openen. De niet-geregistreerde effecten zullen worden verbeurd
verklaard. (Econ. Nieuws van 23 Juni 1945.)
Engeland en het vierjarenplan.
In een verklaring aan de kiezers ontwikkelt Minister-President
Churchill een nationaal vierjarenplan, dat in hoofdzaak betrekking
heeft op de werkgelegenheid, de woningvoorziennig, de nationale
verzekering, de zorg voor gezondheid en opvoeding, den landbouw
en de industrie.
Wij nemen uit dit plan het volgende over:
Engeland moet aanmerkelijk meer voedsel produceeren dan vóór
den oorlog, aangezien voedingsmiddelen thans schaarsch zijn en het
in geen geval in staat is evenveel te importeeren als vroeger. Een
gezonde en evenwichtige landbouw is een essentieëel element in ons
nationale leven, aldus Churchill. De landbouw zal den efficienten
producent een redelijke winst opleveren en den landarbeider een
loon, dat voldoende is voor een behoorlijken levensstandaard. Onze
politiek zal er een zijn van stabiele markten en prijzen. De beste
resultaten zullen worden verkregen, indien aan de boeren de grootst
mogelijke vrijheid wordt verleend. Naarmate de voedselpositie ver
betert, zullen de overheidsmaatregelen worden afgeschaft
Ten aanzien van de belastingen merkte Churchill op:
De dekking der oorlogsuitgaven was slechts mogelijk door de
zwaarste belastingheffing, leeningen op groote schaal, de leen- en
pachtleveranties van de V.S. en de ruime giften van Canada en
andere landen. Dit alles kan niet blijven doorgaan.. De huidige be
lastingdruk legt den gewonen burger drastische beperkingen op in
de bevrediging van zijn persoonlijke behoeften. Gestreefd zal wor
den naar een herziening van het belastingstelsel. Wij zullen niet toe
staan aldus de Minister, dat met de spaargelden van de bevolking
wordt geknoeid. Onze financieele politiek is erop gericht te voor
komen, dat de prijzen zullen stijgen en de spaarders de koopkracht
van hun besparingen zien verminderen.
(Econ. Nieuws van 23 Juni 1945.)
Nederland: de wiselkoersen.
Hoewel op het oogenblik van internationalen handel van ons land
nauwelijks gesproken kan worden en wij van een eenigszins vrii
internationaal ruilverkeer nog zeer ver verwijderd zijn, is het toch
van groot belang te achten, dat de buitenlandsche wisselkoersen
nu reeds worden vastgesteld. Het onderstaande staatje geeft eenige
der belangrijkste koersen weer met als verlijkingsbasis de koer
sen van 1939. 1939 1945
J ?°Jïd' sterlmff 8.32 10.69
1 dollar ioo 9 kk
100 Fr. Francs 4 71 5 34
De depreciatie van ons ruilmiddel ten opzichte van pond, dollar
en franschen franc bedraagt dus resp. 22 pet., 29 pet. en 12 pet.
Slechts in verhouding tot de belga doet zich een tegengesteld ver
schijnsel voor, deze d'epreciëerde zij het ook met een nagenoeg
te verwaarloozen klein percentage ten opzichte van den gulden.
Deze percentages logenstraffen wel op zeer duidelijke wijze het in
ons land aanwezige wantrouwen tegen onze munt: ruw geschat zou
gemiddeld van een waardevermindering van 20 25 pet. kunnen
worden gesproken. De in leekenkringen wijd verbreide opvatting,
dat „de gulden in het buitenland niets meer waard is", wordt hier
mede dus wel definitief weerlegd.
Nu dient men de juiste beteekenis van den vastgestelden koers
goed onder oogen te zien. Vroeger, toen onder den gouden stan
daard van een vrij internationaal ruilverkeer sprake was, gaven de
fluctuaties in de wisselkoersen, als de prijzen van onze geld-eenheid
uitgedrukt in een buitenlandsche munt, de wijzigingen in den in
voer en uitvoer van goederen en diensten weer. Bij een geleiden
internationalen handel is dat echter anders; daar is de wisselkoers
uitsluitend de herleidingsfactor bij de internationale ruiltransacties,
die tusschen de onderscheidene landen worden afgesloten. Momen
teel hebben de koersen dan ook slecht» nominale beteekenis. Dtt
neemt niet weg, dat zij in de toekomst wel degelijk van groot be
lang kunnen zijn, daar hierin een stap naar een geordend inter
nationaal ruilverkeer is te zien. Alle landen hebben een levensbelang
bij alles wat den buitenlandschen handel helpt bevorderen en wel
in het bijzonder bij een goed internationaal deviezenverkeer.
Op de monetaire conferentie der Vereenigde Volken te Bretton
Woods is daarom ook overeengekomen, dat een op breede basis ge
plaatste internationale actie noodzakelijk is om een internationaal
valutastelsel te handhaven, waardoor de buitenlandsche handel zal
kunnen worden bevorderd. Door middel van het daartoe ingestelde
monetaire stabilisatiefonds hoopt men in de toekomst een eenzijdi-
gen stroom van goederen en diensten en dus tevens een eenzij digen
stroom van deviezen of goud te kunnen voorkomen.
(Econ. Nieuws van 21 Juni 1945).
Centraal Bureau.
Uit het marktbericht, uitgegeven door het Centraal Bureau uit
het Nederl. Landb. comité d.d. 18 Juni '45 nemen wij het volgende
over:
Meststoffen en Landbouwwerktuigen van overzee.
De aanvoer van overzee blijft voortgang vinden. Dit is buiten
gewoon verheugend, en meer dan wij hadden mogen verwachten.
Dat in het nog maar zoo kort bevrijde gebied boven de groote
rivieren reeds thans een hoeveelheid van ongeveer 25.000 ton stik
stofmeststoffen is aangevoerd, stemt zeer hoopvol voor de toe
komst. Onze landbouw kan deze zoo vlot verleende hulp niet ge
noeg waardeeren. Inmiddels zijn de eerste hoeveelheden chilisal-
peter en zwavelzure ammoniak ook reeds in het Noorden des lands
op diverse bestemmingen gearriveerd. Wellicht kan op suikerbieten
en mogelijk op een laat perceel aardappelen de stikstof nu nog
worden aangewend.
Naar wij vernemen is ook reeds een hoeveelheid ruw fosfaat in
ons land binnengekomen, bestemd voor onze superfosfaat-industrie;
zoo zal binnen afzienbaren tijd ook superfosfaat na een afwezig
heid van jaren, weer op onze markt verschijnen.
De eerste zending van ca. 350 ton landbouwmachines, volgens
onze richtlijnen bestaande uit hooiharken, hooischudders, kunst
meststrooiers en andere landbouwwerktuigen, is in Rotterdam van
uit Liverpool binnengekomen. De machines, welke regeeringseigen-
dom zijn, worden thans in onze magazijnen alhier opgeslagen. Wij
zullen trachten van de betreffende instanties zoo spoedig mogelijk
nadere richtlijnen te verkrijgen omtrent de bestemming van deze
goederen. De moeilijkheid, welke nu nog overwonnen moet worden,
is het vervoer naar het binnenland.
Binnenkort hopen wij nader op deze aangelegenheid te kunnen
terugkomen.
Algemeen Plattelands Molestverzekeringsfonds.
Van het A.P.M. ontvingen wij een circulaire betreffende den
stand van zaken. Alle posten blijven ook dit jaar nog verzekerd,
aangezien het ontstaan van molestschade nog niet geheel is uitge
sloten. De polissen spreken immers van molestschade, te ontstaan
door maatregelen van vreemde militairen. Bovendien kunnen hier
of daar nog tijdbommen e.d. aanwezig zijn, die schade zouden kun
nen veroorzaken, terwijl tenslotte ook oproer en burgeroorlog als
molestoorzaken worden aangemerkt. Het Bestuur van het A.P.M.
maakt uit of de molesttoestand al dan niet als opgeheven dient te
worden beschouwd.
Wat de omslag over 1944 betreft, in het Zuiden is belangrijke
schade aangericht, zoodat de deelnemers zich gereed dienen te
houden de maximale omslag van 1 procent van het verzekerde be
drag te betalen. Regeling der betaling van dezen omslag is in voor
bereiding. De schade voor 1945 is nog niet te overzien. Wat zal het
Rijk doen? Hoeveel zal van Overheidswege in de schade worden
bijgedragen? De beslissing over dit jaar is dientengevolge nog
opgeschort.
Wat de opzeggingen betreft, die het A.P.M. mogelijk niet hebben
bereikt, deze zullen alsnog worden aangenomen, indien men kan
aantoonen, dat de opzeggingen vóór 1 December 1944 werden ver
zonden.