Wenken voor onze Boere hypoiheekhoudsiers in verband mei bei Pacbibesluii en de Verordening beireffende hei vervreemden van landbouwgronden 48 DE RAIFFEISEN-BODE Het komt ons niet ondienstig voor te dezer plaatse nog eens te wijzen op verschillende punten, die wij onze Boeren leenbanken aanbevelen in het oog te houden in verband met te verleenen hypotheken. Reeds vroeger werd er op gewezen, dat de verordening betreffende het vervreemden van landbouwgronden een prijsregelende werking heeft. Dit springt reeds duidelijk in het oog, wanneer men ziet dat slechts een bepaalde cate gorie personen, n.1. die der landgebruikers, als gegadigden bij aankoop van landbouwgrond is toegelaten, terwijl de Grondkamer ingeval van openbare verkoop onder meer een minimum- en een maximumprijs vaststelt. Wanneer men hierbij in het oog houdt dat bij openbare verkooping van een verpachte boerderij, de pachter, inge volge een missive van den Secretaris-Generaal van Land bouw en Visscherij van 16 September 1941, een voorkeurs recht heeft en in de eerste plaats als verkrijger in aanmer king komt, zal het duidelijk zijn, dat in die gevallen, waarin de pachter van zijn rechten gebruik maakt om tegen de vastgestelde maximumprijs te koopen, een openbare ver kooping overbodig is, en geen andere prijs mogelijk is dan de door de Grondkamer vastgestelde maximumprijs. Als maatstaf voor de verkoopwaarde wordt door de Grondkamer de opbrengstwaarde (gebruikswaarde) aan gehouden. Hiermee rekening houdende, zij er op gewezen, dat men bij taxatie van landerijen en tot het bedrijf behoorende gebouwen, dus voorzichtig moet zijn, wanneer het het ver leenen van hypotheken geldt. Men houde als taxatienorm steeds de opbrengstwaarde (gebruikswaarde) aan. Men houde voorts steeds voor oogen, dat volgens de Statuten onzer Boerenleenbanken, slechts ten hoogste 2/3 gedeelte der getaxeerde waarde op hypotheek mag worden verstrekt. Ingevolge het Pachtbesluit kan na afloop van den 6- of 12-jarigen pachttermijn het pachtcontract door de Pacht- kamer worden verlengd, zoo de pachter het verzoek daartoe gedaan heeft en er geen omstandigheden zijn, die zulks belemmeren (zie hiervoor de bespreking van het PachGi besluit elders in dit nummer). De opbrengst bij executie of minnelijke verkoop kan hier door gedrukt worden. Het verdient dus aanbeveling, om bij verstrekking van een hypothecaire geldleening op een ver pacht object, een extra ruime overwaarde te nemen. Het kan voorkomen dat men hypotheek heeft op een nog niet verpachte boerderij, welker eigenaar tot verpachting wil overgaan. Rekening houdende met de omstandigheden, geve men de volgens de hypotheekakte vereischte toestem ming tot verpachting niet, als geen extra ruime overwaarde aanwezig is. In sommige gevallen zal echter weigering tot toestemming al mocht men van meening zijn, dat de noodig geoordeelde overwaarde niet aanwezig is geen effect sorteeren, n.1. in die gevallen waarin de Pachtkamer heeft verklaard, dat de verpachting den waarborg voor den schuldeischer niet aantast. De Pachtkamer geeft de ver klaring echter niet, alvorens den hypothecairen schuld eischer gehoord te hebben. Zoodoende wordt deze dus in de gelegenheid gesteld, de beweegredenen voor een even- tueele weigering tot verpachting, nader toe te lichten. Wordt desalniettemin door de Pachtkamer een verklaring afgegeven, dan kan de hypothecaire crediteur in hooger beroep gaan bij de Pachtkamer van het Gerechtshof te Arnhem. Bekrachtigt deze de beslissing, dan zal de crediteur verpachting niet kunnen verhinderen. De Grondkamers hebben een zekere controle over den pachtprijs (zie ook onder Pachtbesluit, toetsing van pacht overeenkomsten, elders in dit nummer). Achten zij deze bij het aangaan der pachtovereenkomst te hoog, dan kunnen zij den verpachter trachten te bewegen, in verlaging toe te stemmen. in sommige gevallen kan een verlaging van den pachtprijs beneden een zeker minimum, niet in het belang der Boeren leenbank zijn, zulks speciaal in verband met het feit dat de hypotheekrente en -aflossing veelal uit de pachtpenningen wordt betaald. Hoewel de Grondkamer steeds den pachtprijs kan ver lagen tot een bedrag dat haar juist voorkomt, óók tegen den wil van partijen, kan zij, indien partijen zich niet met de door haar voorgestelde wijzigingen kunnen vereenigen, ook het contract nietig verklaren. Het kan dus zijn nut hebben, toestemming tot verpachting te binden aan een zekere minimumpachtprijs. Hoewel thans, in het algemeen gesproken, slechts voor 12- of 6 jaren kan worden verpacht (al naar gelang het hoeve of los land betreft), kan toch met toestemming van de Grondkamer voor korter tijd worden verpacht. Deze toe stemming zal echter slechts worden verleend, indien uit de bijzondere omstandigheden van het geval een korte duur van de overeenkomst redelijkerwijze voortvloeit en de land bouwbelangen hierdoor niet worden geschaad. Het kan dus zijn nut hebben, dat de Boerenleenbank- hypotheekhoudster, aan wie toestemming tot verpachting wordt gevraagd, deze toestemming bindt aan de voorwaarde dat, na verkregen toestemming van de Grondkamer, slechts voor korten tijd verpacht wordt, indien volgens de meening van de Bank bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, die zoo n korte verpachting wettigen. Belangrijk is ook voor de Boerenleenbank-hypotheek houdster, dat zij zich ervan overtuigt of het pachtcontract volgens de regelen van het Pachtbesluit is tot stand ge komen. Speciaal lette men er op of het pachtcontract wel schriftelijk is aangegaan en of het wel binnen dertig dagen na het onderteekenen der overeenkomst, ter goedkeuring bij de Grondkamer is ingediend. Is n.1. aan een van beide vereischten niet voldaan, dan is de pachter niet gehouden eenige vergoeding te betalen en kan hij het terzake betaalde terugvorderen. Dit kan de financieele positie van den verpachter-hypotheekgever ver zwakken en kan dus ook nadeelig zijn voor zijn schuld- eischers. Het bovenstaande bevelen wij in de speciale aandacht onzer Boerenleenbanken-hypotheekhoudsters aan. Zoo men moeilijkheden ondervindt, wende men zich tot de Juridische Afdeeling der Centrale Bank.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1941 | | pagina 4