De Coöperatie in verband met de
maatschappelijke organisatie van het
economisch leven
Aanmeldingsplicht voor Economische
Vereenigingen en Stichtingen
Joodsch grondbezit
MEDEDEELINGEN
DE RAIFFEISEN-BODE
35
Op Vrijdag 3 October j.1. heeft de Heer Dr. H. J. Frietema,
Directeur van den Nationalen Coöperatieven Raad, zijn
colleges aan de Amsterdamsche Universiteit aangevangen
met het uitspreken van een rede over ,,De Coöperatie in
verband met de maatschappelijke organisatie van het eco
nomisch leven."
Het instellen van dit lectoraat mag van bijzondere be-
teekenis geacht worden in de geschiedenis van de coöpe
ratie in Nederland. De belangstelling voor deze openbare
les, in het bijzonder uit de kringen der coöperatoren, was
uiteraard zeer groot.
Wij spreken de verwachting uit, dat ook in de toekomst
de colleges de volle belangstelling zullen hebben, niet
alleen van hen, die reeds een coöperatieven „inslag" heb
ben, maar vooral ook van studeerenden uit andere krin
gen, teneinde te bereiken dat een juiste kennis omtrent
het wezen van de coöperatie bij hen doordringt en de vele
misverstanden verdwijnen.
Door plaatsgebrek kunnen we helaas geen gevolg geven
aan ons voornemen, om den korten inhoud van de belang
rijke „eerste les" in dit nummer op te nemen. Hopelijk
krijgen wij daarvoor nog gelegenheid in een volgend
nummer.
In de Nederlandsche Staatscourant van 13 October 1941,
no. 199, is opgenomen een besluit van den Secretaris-
Generaal van het Departement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, bij welk besluit aan alle vereenigingen en
stichtingen, welke op economisch gebied werkzaam zijn,
de verplichting wordt opgelegd zich vóór 1 November 1941
schriftelijk aan te melden bij de Afdeeling Economische
Voorlichting van het Departement van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart.
Deze verplichting om zich aan te melden geldt echter
niet voor vereenigingen en stichtingen van land- en tuin
bouwers en van vee- en pluimveehouders.
Onze Boerenleenbanken en hare Stichtingen Spaarbank
zijn vereenigingen en stichtingen van land- en tuinbouwers
en vee- en pluimveehouders, zoodat zij niet verplicht zijn
zich overeenkomstig de in opgemeld besluit gegeven regels
aan te melden.
Voor zooveel noodig voegen wij hier aan toe, dat de
aanmeldingsplicht evenmin bestaat voor aankoopvereeni-
gingen, groenten-, fruit- en bloemenveilingen, coöpera
tieve zuivelfabrieken, dorschvereenigingen en soortgelijke
vereenigingen, die, gelijk de Boerenleenbanken, zijn^ ver*
eenigingen, hetzij van land- of tuinbouwers, hetzij van-
vee- of pluimveehouders.
Aangezien de verordening 154/1941 betreffende joodsch
grondbezit tot eenige vragen aanleiding gaf, hebben wij ons
tot de Nederlandsche Administratie van onroerende goe
deren gewend om nadere inlichtingen.
Eén van de belangrijkste punten, waarom het ging, was,
of op een loopende rekening, gedekt door hypotheek, door
den joodschen credietnemer alsnog opnamen kunnen wor
den gedaan.
Blijkens de op ons verzoek ontvangen inlichtingen kan
de joodsche credietnemer zonder eenige nadere toestem
ming beschikken over het geopend crediet tot aan het
maximum. Tevens is hij gerechtigd op het trediet te
storten.
De joodsche credietnemer, wiens crediet door hypotheek
is gedekt, kan dus van zijn crediet normaal gebruik blijven
maken, behoudens natuurlijk de toepasselijkheid der ver
ordening 148/1941 betreffende het joodsch geldelijk ver
mogen.
Voorts is ons gebleken, dat joden, aan wie onder hypo
thecair verband voorschot is verleend, de uit de leenings-
overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, zonder bij
zondere toestemming, kunnen nakomen. Zij mogen de ver
schuldigde rente en aflossing voldoen.
Ten slotte werd ons nog medegedeeld, dat, zoodra het
verbonden onroerend goed door de Nederlandsche Admini
stratie van onroerend goed in beheer is genomen, bij niet-
nakoming der verplichtingen van den joodschen debiteur,
zonder eenige voorafgaande toestemming door den hypo
theeknemer kan worden verkocht.
Wat door joden tot meerdere zekerheid verpande
hypothecaire vorderingen betreft, hiervoor geldt onver
anderd hetgeen in „De Raiffeisen-Bode" van de maanden
September en October (pag. 21, resp. pag. 30) is mede
gedeeld.
De schuldenaar der verpande vordering mag zonder toe
stemming niet aan den pandhouder (d.i. de Bank) betalen.
Verschijning „Raiffeisen-Bode".
Tot onzen spijt moeten wij mededeelen, dat dit voor-
loopig vermoedelijk de laatste „Raiffeisen-Bode" is, welke
verschijnt. Wij ontvingen begin October bericht, dat voor
ons blad niet langer papier beschikbaar kan worden ge
steld. Wij zijn thans in bespreking met de bevoegde auto
riteiten om alsnog toestemming te verkrijgen, ons blad
verder te doen verschijnen. Wij hopen van deze onderhan
delingen het beste.
Spreekuren Juridisch Bureau.
ALKMAAR Vrijdag 14 November 1941, van half elf tot
half één, in het Landbouwhuis (Jhr. Mr. J. C. Greven).
LEEUWARDEN Vrijdag 7 November 1941. van elf tot
twee uur, in het „Oranje-Hotel" (Mr. W. H. Verloop).
In verband met St.-Nicolaas zal het December-spreekuur
te Leeuwarden niet plaats hebben op 5, doch op 12 Decem
ber a.s.
Regel is, dat het spreekuur te Leeuwarden wordt ge
houden op den eersten Vrijdag van iedere maand en het
spreekuur te Alkmaar op den tweeden Vrijdag van iedere
maand. Indien niet speciaal op een afwijking wordt ge
attendeerd, kan men er dus op rekenen, dat deze regel
steeds gevolgd wordt.
Verzonden circulaires.
Op 8 October j.1. hebben wij aan onze Leden een mede-
deeling verzonden onder bijvoeging van een exemplaai
van het prospectus betreffende de 3>4 °/n Nederlandsche
Staatsleening 1941.
Op 27 October is nog een mededeeling verzonden aan
gaande de uitbetaling van gelden aan aardappeltelers.
„Recapitulatie".
Bij deze „Raiffeisen-Bode" is als bijvoegsel gevoegd een
gerangschikt overzicht van de sinds Mei 1940 tot nu toe
afgekomen Verordeningen, Besluiten, enz., voor zoover
daarop door middel van „De Raiffeisen-Bode en per cir
culaire bijzondere aandacht is gevestigd.