V
1/
1/
en <W. 5 Juli 1940. Bovendien is dit onderwerp nog
behandeld in de Raiffeisen-Bode van Juli 1940 (pa
gina 5J. Tenslotte is er nog uitgegaan de circulaire
dd. 7 Februari 1941, betrekking hebbende op beleg
gingen in en vorderingen op Duitschland.
De Raiffeisen-Bode van October 1941 (pagina 27)
maakt melding van de aanwijzing der Centrale Bank
als Deviezenbank, met toelichting.
Aan deze opsomming voegen wij nog toe, dat de oor
spronkelijke Verordening thans is vervangen door het
Deviezenbesluit 6311941.
7. Handhaving openbare orde.
Te dezen is in de Raiffeisen-Bode van September 1941
(pagina 19) melding gemaakt van de thans geldende
voorschriften, in acht te nemen bij het houden van
vergaderingen en bij het oprichten en/of wijzigen
van statuten van vereenigingen. Voordien was op
deze aangelegenheden al geattendeerd in de Raif
feisen-Bode van Juli 1940 (pagina 6) en in de Raif
feisen-Bode van Maart 1941 (pagina 73).
8. Inkrimping van de veestapels.
Alhoewel op dit onderwerp nu niet zoo zeer een spe
ciale Verordening betrekking heeft, willen wij hierbij
toch ook even in herinnering brengen
de Raiffeisen-Bode van October 1940 (pagina 29),
de circulaire van 25 October 1940, en
de Raiffeisen-Bode van Juni 1941 (pagina 98).
9. Joodsch geldelijk vermogen.
De hierop betrekking hebbende Verordening is behan
deld in de Raiffeisen-Bode van September 1941 (pa
gina 20).
10. Joodsch grondbezit.
Over dit onderwerp is het een en ander te lezen in
de Raiffeisen-Bode van September 1941 (pagina 20),
van October 1941 (pagina 30) en van November 1941
(pagina 35)
<"11. Landbouwgronden (zie no. 20).
12. Liquiditeitsmoeilijkheden bij ondernemingen.
Van de hierop betrekking hebbende Verordening is
melding gemaakt in de Raiffeisen-Bode van November
1940 (pagina 37).
13. Ondernemingen onder Joodschen invloed.
Het voornaamste van hetgeen verband houdt met het
aangeven van ondernemingen, min of meer onder
Joodschen invloed staande, is behandeld in de circu
laire van 30 October 1940.
14. Onteigening in het belang van den wederopbouw (zie
ook no. 15).
In de Raitfeisen-Bode van Juni 1940 (pagina 91) is
melding gemaakt van „Een nieuw soort onteigening
in het belang van den wederopbouw".
De voor deze onteigening „nader te stellen regelen
zijn gepubliceerd in de Raiffeisen-Bode van Novem
ber 1940 (pagina 37).
In de Raitfeisen-Bode van April en van Mei 1941
(pagina 78 en 87) is een uitvoerig „Kort Overzicht"
gegeven van al hetgeen te dezen van belang is.
Tenslotte is in de Raiffeisen-Bode van September 1941
(pagina 20) de aandacht gevestigd op een afgekomen
besluit tot definitieve regeling van de inschrijving in
het Grootboek voor den Wederopbouw bij uitgestelde
betaling.
I 15. Oorlogsschade (zie ook no. 14).
In de Raiffeisen-Bode van Juni 1940 (pagina 92) heb
ben wij de aandacht erop gevestigd, dat een Com
missie aan het werk was, tot wiens taak het behoorde
om richtlijnen voor de vergoeding van oorlogsschaden
vast te stellen.
28 Mei 1940 was in verband hiermede reeds een
circulaire verzonden.
In de Raiffeisen-Bode van Juli 1940 (pagina 5) is het
een en ander te lezen over Schadeloosstelling voor
opruimingen en ingebruiknemingen door het Neder-
landsche militaire gezag".
Op 8 Juli 1940 is per circulaire kennis gegeven, dat
de mogelijkheid bestond van toekenning van credieten
aan gedupeerde landbouwers.
In de Raiffeisen-Bode van October 1940 (pagina 25)
is melding gemaakt van het afgekomen bestuit betref
fende oorlogsmolestcredieten, terwijl in datzelfde num
mer (pagina 27) tevens is te vinden een uitvoerige
verhandeling over „Molestcredieten en Defensie-
schade-credieten".
In de Raiffeisen-Bode van Januari 1941 (pagina 56) is
commentaar geleverd op het besluit betreffende de
bijdragen van het Rijk in de door oorlogsgeweld ver
oorzaakte schaden aan goederen.
Het hierboven onder no. 14 vermelde „Kort Overzicht"
maakt op pag. 79 (der Raiffeisen-Bode van April 1941)
speciaal melding van „Regeling bij Oorlogsschade".
In de Raiffeisen-Bode van September 1941 (pagina 20)
is tenslotte nog melding gemaakt van het genomen be
sluit, dat huisraad, enz., aangeschaft uit door het Rijk
verleende tegemoetkomingen, niet vatbaar is voor be
slag en ingeval van faillissement hierbuiten gehouden
moet worden.
J 16. Pachtprijsopdrijving.
De Raitfeisen-Bode van October 1940 (pagina 26)
maakt melding van het besluit, dat het verboden is de
pachtprijzen te brengen boven het peil van 1 Septem
ber 1939. Dit besluit houdt tevens in het verbod om
openbare verpachtingen te houden.
17. Rentetarieven voor debiteuren der locale Banken.
Hiervoor geldt de regeling, blijkende uit de circulaire
van 17 Februari 1941.
V18. Vereenigingen, enz. zonder economisch doel.
Omtrent de aanmeldingsplicht van deze soort ver
eenigingen, enz., is iets te lezen in de Raiffeisen-Bode
van November 1940 (pagina 36).
19. Vereenigingen en stichtingen, op economisch gebied
/werkzaam.
In de Raiffeisen-Bode van November 1941 (pagina 35)
is melding gemaakt van een besluit, dat vereenigingen
en stichtingen, op economisch gebied werkzaam, zich
eveneens moeten aanmelden.
J 20. Vervreemding van Landbouwgronden.
Aan dit onderwerp is een uitvoerig artikel gewijd in
de Raiffeisen-Bode van Januari 1941 (pagina 54), dit
in verband met een daarop betrekking hebbende Ver
ordening.
In de Raiffeisen-Bode van Maart 1941 (pagina 73)
zijn de uitvoeringsvoorschriften op bedoelde Ver
ordening behandeld.
De circulaire van 13 December 1940 en de twee-zijdige
circulaire van 17 Juli 1941 zijn te dezen ook van
belang.
21. Vermogenswaarden van onderdanen, enz., der U.S.A.
Ook te dezen is een aanmeldingsplicht afgekondigd.
De circulaire van 16 September 1941 vermeldt bij
zonderheden hieromtrent.
22. „Vorderingen".
Van het in den zomer 1940 afgekomen „Algemeen
Vorderingsbesluit 1940" is melding gemaakt in de
Raiffeisen-Bode van October 1940 (pagina 26).
In de Raiffeisen-Bode van Augustus 1941 (pagina 12)
is een uitvoerig artikel gewijd aan hetgeen zooal met
„Vorderingen" verband houdt.
23. Vijandelijk vermogen.
In de circulaire van 5 Juli 1940 komt het „vijandelijk
vermogen" reeds ter sprake. De circulaire van 25 Juni
1941 heeft betrekking op het beheer en het heffen van
een beheersrecht van vijandelijk vermogen.
De Raiffeisen-Bode van Juli 1941 (pagina 4) behan
delt laatstbedoeld onderwerp nog eens uitvoerig.
