VERORDENINGEN EN BESLUITEN
DE RAIFFEISEN-BODE
19
voordeelen voor de dorpsbewoners opleveren, dat de
Coöperatieve Zuivelfabriek hun, althans op den langen
duur, meer uitbetaalt voor de melk dan een particuliere
zuivelfabriek zou doen, dat de Boerenleenbank beter in de
credietbehoeften voorziet en tegen een billijker rente dan
een particuliere bank, enz..
Maar armer óók in ideëel, in geestelijk opzicht. Stel U
voor dat de Coöperatieve Zuivelfabriek, de Coöperatieve
Aankoopvereeniging en de Coöperatieve Boerenleenbank
waren vervangen door een particuliere Zuivelfabriek, door
een particuliere Malerij en door een bijkantoor van een
groote commerciëele Bank.
Met het zelf-besturen, het bezitten en beheeren van
eigen instellingen, het besef van een zekere mate van on
afhankelijkheid van buiten het eigen dorpsleven staande
machten, zou het gedaan zijn. En deze dingen zijn toch van
zoo groot belang, dat wel is waar moeilijk op zijn juiste
grootte is af te meten en zelfs vrij lastig onder woorden te
brengen, maar dat niettemin zeer reëel is. Een stuk van het
dorpsleven zou met het verdwijnen der dorpsvereenigingen
en met het verdwijnen der coöperaties in het bijzonder,
mede verdwijnen Tenminste, zoo is het in R., waar het
vereenigingsleven zulk een belangrijke plaats inneemt en
zoo is het in tal van andere dorpen.
Maar niet alleen, dat het boekje, dat we uit R. mee
namen, ons weer eens even sterk het belang van de coöpe
ratie in het dorpsleven te binnen bracht, het inspireerde
ons óók, omdat wij vijf vereenigingen zoo broederlijk erin
bijeen vonden.
Dat zij gezamenlijk hun jaarverslagen publiceeren, wijst
op een verheugend contact, op zin voor samenwerking, die
gunstige vruchten moet afwerpen.
Ook het belang hiervan is niet zoo gemakkelijk te om
schrijven en nog minder gemakkelijk op een zekere grootte
te taxeeren. Maar voor hem, die voor samenwerking, voor
„Co-operatie" in de niet-juridische, de algemeene betee-
kenis van het woord, gevoelt, behoeft dit belang niet te
worden bewezen.
Een voordeel van een gezamenlijk jaarverslag, als het
onderhavige, is ook, dat de leden van de eene vereeniging,
die niet lid zijn van de andere, zoodoende toch met deze
laatste kennis maken.
Het dorp R., zeiden wij in het begin, is een mooi dorp,
We zeggen het nu nóg eens, maar nu bedoelen wij het
anders Het is een dorp, dat mooi is omdat het vereeni
gingsleven, het coöperatieve leven, er rijkelijk bloeit; het
is mooi, omdat er een geest van samenwerking is, die goede
vruchten, heeft gedragen en waarvan wij hopen en ver
wachten, dat zij ook in de toekomst nog goede vruchten
zal dragen
Mogen zóó alle dorpen mooi zijn.
In den loop van de maand Augustus zijn verschillende
verordeningen en besluiten gepubliceerd, waarmede ook
onze Boerenleenbanken in aanraking zullen komen.
1. Handhaving van de openbare orde.
De eerste verordening, voor onze Boerenleenbanken van
belang, is de verordening 138/1941, betreffende de hand
having der openbare orde in Nederland. Deze verordening
is een codificatie in het klein van alle verordeningen op
dit gebied, welke sedert de bezetting zijn gepubliceerd en
welke thans zijn komen te vervallen. Voor de Boerenleen
banken zijn voornamelijk van belang de afdeelingen VI en
VII, waarin behandeld worden „vereenigingen", resp.
„vergaderingen".
a) Vereenigingen (Afd. VI).
Wat de vereenigingen aangaat is de voornaamste wijzi
ging, dat voor oprichting of wijziging van de statuten van
commerciëele vereenigingen en stichtingen niet langer de
goedkeuring van den Procureur-Generaal behoeft te wor
den gevraagd. Een vereeniging of stichting wordt niet als
een commerciëele vereeniging beschouwd, wanneer haar
hoofddoel niet is gericht op het verkrijgen van materiëele
voordeelen voor zichzelf of hare leden.
Ten slotte is nog bepaald, dat de plaatselijk bevoegde
Procureur-Generaal, fungeerend gewestelijk Directeur van
Folitie, bestaande vereenigingen van personen en stichtin
gen kan ontbinden of hare werkzaamheden schorsen en
tevens, dat hij het vermogen van ontbonden vereenigingen
en stichtingen kan verbeurd verklaren ten behoeve van
den Staat.
Deze vérstrekkende bepaling was niet opgenomen in het
oorspronkelijke besluit 24/1940, ter vervanging waarvan
deze afdeeling dient.
Gezien de omstandigheid, dat in deze afdeeling uitslui
tend sprake is van niet-commerciëele vereenigingen van
personen en niet-commerciëele stichtingen, komt het ons
voor, dat deze bepaling op commerciëele vereenigingen en
commerciëele stichtingen niet van toepassing is.
b) Vergaderingen (Afd. VII).
De mogelijkheid om te vergaderen blijft aan beperkingen
onderworpen.
Alvorens een vergadering gehouden kan worden, moet de
toestemming gevraagd worden aan en verkregen zijn
van den bevoegden Procureur-Generaal, fungeerend
Directeur van Politie. De bevoegde Procureur-Generaal is
voor de banken, gevestigd in de provincies
Noord-Holland en Utrecht
de Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Am
sterdam
Zuid-Holland en Zeeland
de Procureur-Generaal bij het Gerechtsof te 's-Gra-
venhage
Noord-Brabant en Limburg
de Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te 's-Her-
togenbosch
Gelderland en Overijssel
de Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Arnhem;
Drente, Groningen en Friesland
de Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Leeu
warden.
De aanvraag tot het houden van een vergadering moet
worden ingediend ten minste zeven dagen voor den dag,
waarop de vergadering zal worden gehouden, d.w.z. de
aanvraag moet ten parkette van den Procureur-Generaal
zijn ontvangen uiterlijk zeven dagen van te voren dus
wanneer b.v. op den 8sten dag van de maand een vergade
ring zal worden gehouden, uiterlijk op den len dag der
maand en nog beter op den laatsten dag van de voor
gaande maand.