NIET TE KOOP Correspondentie met de Centrale Bank 6 DE RAIFFEISEN-BODE Wij mogen aannemen, dat een ieder van onze lezers wel op de hoogte is met de door den oorlogstoestand ontstane moeilijkheden op velerlei gebied. Tóch het gebeurt ons zelf ook nog al eens krijgt men door een woord, een berichtje of wat ook, plotseling soms, inzicht in de moeilijk heden van anderen moeilijkheden, welke logisch te ver wachten waren en zonder twijfel reeds bestonden, doch waarvan men tot op dat oogenblik toch nog onvoldoende notie had. Dat er schaarste is aan materiaal van allerlei aard, wij wisten het dat in het zakenleven alles stroef gaat, dat de rollen zijn omgedraaid en de klant in vele gevallen niet langer als koning beschouwd wordt, wij wisten het en hebben het zelf al wel „aan den lijve" ondervonden. Hoe het echter precies is, weten we vaak niet en dat is mis schien maar goed ook. Het is onze afdeeling Inkoop, welke ons tot deze inlei ding brengt door de simpele mededeeling, dat een bepaald artikel, dat we toch beslist noodig hebben, niet meer te koop is. Heel rustig wordt dit gezegd, want voor onze inkoop-afdeeling, welke de momenteel weinig benijdens waardige taak heeft niet alleen alles, wat de Centrale Bank in haar bedrijf noodig heeft, doch ook voor de 730 aange sloten Banken, in te koopen, is „het nieuwtje er al af". Al sinds geruimen tijd heeft zij met deze en dergelijke moeilijk heden te kampen. Niet te koop zijn momenteel b.v. schrijfmachines, tel en reken-machines, stalen rekken, kasten, meubelen, de kleine artikelen (welke men gebruikt zonder er ooit bij te denken, dat dit massa-artikelen zijn welke geweldige hoe veelheden materiaal verslinden) als dipjes, elastiekjes, vlakgom, pennen, enz. en.... er zijn nog enkele soorten papier, die wèl geleverd kunnen worden. Dit is gemak kelijker zóó gezegd dan een eindelooze opsomming van de papiersoorten, die thans niet geleverd kunnen worden. „Niet te koop" zegt onze inkooper en dat beteekent, dat er ook inderdaad niet meer aan te komen is. Gelukkig is het niet zóó, dat wij het nu reeds zonder al deze haast onontbeerlijke artikelen moeten stellen er is wel op ge rekend en wij kunnen nog wel even vooruit, maar het is toch noodzakelijk, dat wij met nadruk den raad geven „Weest zuinig met hetgeen U in voorraad hebt" Wanneer men zich nu reeds erop instelt om met den aanwezigen voorraad zooveel mogelijk te „woekeren", zal men al spoedig de voordeelen hiervan ervaren. In normale tijden is het verknoeien van papier e.d. door den verbruiker slechts schadelijk voor diens eigen portemonnaie, bin nenkort zal zijn goede geld hem niet meer kunnen helpen om den onnoodig hard geslonken voorraad weer te kunnen aanvullen Door reeds nu zoo zuinig mogelijk te zijn, zal belangrijke stagnatie in eigen bedrijf tengevolge van absolute schaarste zich zooveel later doen gevoelen. Indien men wat interesse ervoor heeft, kan het een sport op zich zelf worden om het bezuinigingspercentage zoo hoog mogelijk op te voeren. Men zal dan versteld staan van het resultaat, dat bereikt kan worden. En het prettige van dit soort bezuiniging is, dat het momenteel toch niemand schade toebrengt, maar enkel eigen voordeel. In normale tijden zou de leverancier zeggen „Hoe meer verbruik, hoe liever" nu moet hij toch antwoorden „Ik zou graag alles leveren, wat U wilt, maar ik kan het niet." Schrijfbehoeften zijn geen artikelen, welke spoedig bederven en men behoeft zich dus niet te haasten om er toch vooral vóór een be paalden datum „door heen" te zijn Naar wij meenen, zijn er niet veel woorden meer noodig om belanghebbenden te overtuigen, dat we niet overdreven zijn in onzen uitroep „Niet te koopdus zuinig met hetgeen er nog is Zooals hierboven te lezen is, verdient het zeer veel aan beveling om onder meer zuinig te zijn met den aanwezigen papier-voorraad. Ook zelf willen wij gaarne er toe bijdra gen, dat we langer met onzen voorraad zullen kunnen toe komen dan in normale tijden het geval is. Hiertoe zijn reeds verschillende maatregelen getroffen en nog meerdere zullen volgen. Voor bezuiniging op ons briefpapier-verbruik hebben wij echter de medewerking van onze leden noodig. Bij het inroepen van deze medewerking hebben wij in de eerste plaats het oog op een mogelijke uitsparing van herinnerings briefjes, welke vrijwel dagelijks door ons verstuurd moeten worden. Er zou al heel wat bezuinigd kunnen worden ook aan porti wanneer alle gestelde vragen zoodra mogelijk en duidelijk -beantwoord werden. Wij weten wel, dat sommige definitieve antwoorden op bestuursvergaderingen e.d. moeten wachten, doch het is ons ook bekend, dat het uitblijven van bericht in vele gevallen het gevolg is van een zekere „sloffigheid". Gelukkig behoeft de overgroote meerderheid van onze Banken zich dit verwijt niet aan te trekken, omdat zij steeds vlot is met antwoorden, maar er is altijd nog een niet onbelangrijk percentage (waaronder enkele „vaste klanten"), dat als regel eerst één of meer herinneringen behoeft. Ook komt het nog te dikwijls voor de Juridische Afdee ling is hier aan het woord dat na toezending van door slagen van verzonden aanschrijvingen, met verzoek na afloop van den gestelden termijn het resultaat te willen melden, tóch nog, na verloop van den gegeven termijn, een speciaal verzoek om resultaat-melding verstuurd moet worden. Het is bij de meeste Banken gewoonte geworden om dit herinneringsschrijven stilletjes af te wachten, doch wij zouden het niet erg vinden, wanneer nu met deze ge woonte gebroken kon worden; het bespaart ons veel werk. papier en porti en heeft bovendien tot voordeel, dat eenmaal in handen gestelde posten niet noodeloos worden opge houden. Een door de Banken behoorlijk bijgehouden en dan dagelijks afgewerkte agenda kan bij het verleenen van medewerking heel goede diensten bewijzen. Ten slotte dit ons advies, om zoo zuinig mogelijk met papier te zijn, houdt nog niet in, dat we al zouden willen afwijken van hetgeen op pagina 248 van het Handboekje te lezen is over het voeren van correspondentie met de Centrale Bank. Gaarne handhaven wij de drie stelregels, opgenomen in „de Raiffeisen-Bode" van December j.1. 1nooit twee onderwerpen in één brief behandelen 2. op eiken brief zoo veel mogelijk vermelden, voor welke afdeeling hij bestemd is 3. bij beantwoording van brieven de herkenningsletters aanhalen, welke van wege de Centrale Bank zijn aan gegeven, en voor wat de antwoorden aan de Juridische Afdeeling betreft, steeds verwijzen naar de, in het rood omlijnde vakje voorkomende, zaakaanduiding met nummer. Bij voorbaat zeggen wij U dank voor Uw medewerking.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1941 | | pagina 6