VIJANDELIJK VERMOGEN
4
DE RAIFFEISEN-BODE
Beheersheffing over banksaldi, toe-
behoorende aan vijanden.
Wij ontvingen van de Deutsche Revisions- und Treuhand
A.G., filiaal den Haag, een mededeeling, welke in de Neder-
landsche vertaling luidt als volgt
„Naar bekend is, is onze maatschappij door den heer
Commissaris-Generaal voor financiën en economische
zaken ingevolge het bepaalde in art. 19 j° het bepaalde
in art. 13 der verordening betreffende de behandeling
van vijandelijk vermogen van 24 Juni 1940 (Verord.
26/1940) aangesteld geworden als algemeen beheerder
van alle saldi bij Banken en soortgelijke credietinstel-
lingen, voorzoover die saldi beschouwd moeten wor
den vijandelijk vermogen te zijn in den zin van art. 3
der genoemde verordening.
Wij deelen U thans in opdracht der bevoegde autori
teiten mede, dat de heer Commissaris-Generaal een
vergoeding voor het gevoerde beheer heeft vastgesteld
voor ieder begonnen kalenderjaar ten bedrage van
17» met een minimum van 1.deze heffing is ver
schuldigd van alle saldi, die onder ons beheer staan.
De heffing is verschuldigd door den rekeninghouder
de credietinstellingen, bij welke de rekening wordt
aangehouden, zijn echter volledig aansprakelijk voor
de betaling der heffing. De heffing over het jaar 1940 is,
voorzoover de betreffende rekeningen nog bestaan, ter
stond verschuldigd en moet berekend worden naar het
saldo per 31 December 1940 en wel naar het destijds
hoogste debet- of credit-saldo. Over het jaar 1941 is de
heffing verschuldigd per 30 Juni a.s. en moet berekend
worden naar den hoogsten debet- of credit-stand, ge
durende het eerste halfjaar 1941 voorgekomen. Reke
ningen, aangehouden in buitenlandsche valuta, moeten
totNederlandsch geld worden herleid naar de officieele
koers der Nederlandsche Bank ten tijde, dat de reke
ning de hoogste stand aanwees; voorzoover geen
officieele koers-vaststelling plaats vindt, zijn de door
genoemde Bank voor (binnenlandsche) verrekening
vastgestelde koersen te gebruiken.
Het totaalbedrag der verschuldigde heffing moet
worden gestort op de door ons ten behoeve van den
heer Commissaris-Generaal voor financiën en econo
mische zaken als trustee bij de Handelmaatschappij
H. Albert de Bary Co. N.V. te Amsterdam aange
houden afzonderlijke rekening, en zulks onder gelijk
tijdige opzending eener afrekening aan ons. Ons werk
zal vergemakkelijkt worden, indien de afrekeningen
onder de aanduiding „inzake Sep-Konto" in de
Duitsche taal aan ons worden gericht.
Een onderzoek naar de betaling en de juiste bere
kening van het (aan de beheersheffing) verschuldigde
wordt voorbehouden.
Wij verzoeken U de bij U aangesloten instellingen
van het bovenstaande op de hoogte te stellen."
Blijkens bovenstaande mededeeling is derhalve een hef
fing verschuldigd van 1%» over het saldo van bij Uwe Bank
(stichting spaarbank) bestaande rekeningen ten name van
als vijanden aan te merken personen. Volgens de verord.
26/1940 zijn als vijanden te beschouwen alle personen,
ongeacht hunne nationaliteit, die wonen in
I. Frankrijk, een der Fransche koloniën of mandaats-
gebieden
II. Engeland, Engelsche dominions (Canada, Australië,
Zuid-Afrika, enz.), Britsche mandaatsgebieden en Britsche
koloniën.
De heffing moet ook worden betaald, indien de voor den
vijand aangehouden rekening een debet-saldo, dus een saldo
te zijnen laste, aanwijst.
Worden voor een als vijand te beschouwen persoon ver
schillende rekeningen aangehouden dan moet van elke reke
ning de heffing worden betaald, met een minimum van ƒ1.
per rekening.
Naast de heffing voor het beheer over voor vijanden aan
gehouden rekeningen is voorts nog verschuldigd een recht
le. over het beheer van aan vijanden toebehoorende
effecten;
2e. over de opbrengst bij vervreemding van aan vijanden
toebehoorende effecten.
Ook deze heffing bedraagt 1met een minimum van
1.en moet worden berekend
a. indien de officieele beurskoers minder is dan 100 over
de nominale waarde;
b. indien de officieele beurskoers is 100 of meer, over de
waarde, berekend naar de officieele beurskoers.
De heffing moet worden berekend voor iedere effecten-
post afzonderlijk.
Het beheersrecht over effecten is verschuldigd over het
jaar 1940 naar den toestand op 31 December 1940 en over
het jaar 1941 naar den toestand per 31 Maart 1941 en moet
terstond door dengeen, die het beheer voert, worden voldaan.
De heffing wegens vervreemding van effecten wordt be
rekend naar de opbrengst bij vervreemding (minimaal over
de nominale waarde) en is terstond bij de vervreemding
verschuldigd.
Ten slotte wijzen wij er op, dat voor ieder der heffingen
een afzonderlijke afrekening aan de Deutsche Revisions- und
Treuhand A.G. mott worden gezonden, waarin duidelijk
moet staan aangegeven
le. welke heffing het betreft, dus
a. voor beheer van voor een vijand aangehouden
rekening
b. voor beheer van vijandelijk effectenbezit
c. voor vervreemding van vijandelijk effectenbezit.
2e. welken vijand de afrekening betreft (volledige naam en
adres van den vijand opgeven).
3e. ingeval van vervreemding van effecten, de volledige
omschrijving en het aantal der vervreemde effecten en
de koers, waartegen zij werden vervreemd.
Bij de afrekening wegen9 gevoerd beheer over een voor
een vijand aangehouden rekening moet dus worden aan
gegeven
voor het beheersjaar 1940 het hoogste saldo per 31 De
cember 1940 (debet of credit)voor het beheersjaar 1941
het hoogste debet- of credit-saldo, sedert 1 Januari 1941 tot
30 Juni 1941 voorgekomen, naar gelang welk dezer beide
saldi het hoogste is.
Wij verzoeken U, indien Uw Bank eenige vijandelijke
rekening heeft of voor eenigen vijand effecten beheert, de
verschuldigde heffingen te voldoen en de vereischte aan
giften in te dienen.
Voorzoover tot op heden verzuimd mocht zijn eenige ver
plichte aangifte te doen, geven wij U den raad, dat verzuim
alsnog zoo spoedig mogelijk te verhelpen en alsnog die aan
gifte bij de Deutsche Revisions- und Treuhand A.G. in te
dienen.
Indien cheque's of wissels bij de Centrale Bank
betaalbaar gesteld zijn, is het noodzakelijk, dat de
Centrale Bank in het bezit is van een adviseerend
orderbriefje.
Men voorkomt oponthoud en overbodige corres
pondentie door direct een orderbriefje (Form. 066)
te zenden, zoodra uit een ontvangen adviesstrookje
blijkt, dat een rekeninghouder een cheque op de
Boerenleenbank heeft afgegeven, welke betaalbaar
gesteld is bij de Centrale Bank.