DE ALGEMEENE VERGADERING der Coöperatieve Grondkapitaalbank voor den Landbouw U.A. te Utrecht, „IK DIEN" DE RAIFFEISEN-BODE 95 de vergadering ten kantore der Centrale Bank is neder- gelegd, hoofdstuksgewijze te behandelen, met welk voor stel de vergadering accoord gaat. Na bespreking van ver schillende nog ingediende amendementen brengt de Voor zitter het ontwerp met de overgenomen amendementen (één amendement werd na bespreking ingetrokken) in stemming, en verzoekt dengenen, die tegen wenschen te stemmen, op te staan. Daar niemand opstaat is het ont werp, zooals geamendeerd, met algemeene stemmen goed gekeurd. De Voorzitter van het Bestuur spreekt een woord van grooten dank uit voor de wijze, waarop deze voorstellen zijn ontvangen. Hij noemt het een zeldzaam geval, dat alle Boerenleen banken op één na dezelfde Statuten hebben aanvaard en daarmede blijk hebben gegeven van een groot vertrouwen in het Bestuur der Centrale Bank. Ook vandaag is wederom een blijk van groot vertrouwen gegeven, waarvoor het Be stuur zeer dankbaar is. De voorbereiding van de beide voorstellen heeft zeer veel arbeid gevergd en de Voorzitter van het Bestuur wenscht in het bijzonder hulde te brengen aan Prof. Weststrate, die het leeuwendeel in dat werk heeft verricht. Hij geeft de plechtige verzekering namens het Bestuur, dat de toepassing der nieuwe Statuten niet in een knellende band zal ontaarden. 9 en 10. Rondvraag en Sluiting. Daar niemand het woord verlangt bij de rondvraag, zegt de Voorzitter, dat het hem een groot genoegen is geweest deze vergadering te leiden hij hoopt, dat de leden steeds hun medewerking zullen blijven verleenen, brengt hulde aan het Bestuur en de Directie voor het werk, dat zij heb ben verricht, en sluit de vergadering. gehouden op Vrijdag 30 Mei 1941, des voorm. 10 uur, in hel Jaarbeursgebouw te Utrecht. De Waarnemend Voorzitter van den Raad van Toezicht, de Heer Mr. H. M. Roelofsz, opent de vergadering en heet den aanwezigen welkom. Hij deelt mede, dat de Heer van der Deure door een buitenlandsche reis verhinderd is de vergadering bij te wonen, terwijl de Heer Helmich door ongesteldheid verhinderd is en de Heer Doornbos schrijft, vermoedelijk niet te kunnen komen door de slechte reis gelegenheid. Daarna worden de notulen der vorige vergadering ge lezen en onveranderd goedgekeurd. Vervolgens deelt de Waarnemend Voorzitter mede, dat de Raad van Toezicht der Centrale Bank als leden van den Raad van Toezicht heeft aangewezen de Heeren K. Eriks Azn. en C. S. van Beuningen. Intusschen wordt den Heeren Klompe, Schrooder en Soncke verzocht het stembureau te willen vormen voor de te houden verkiezingen, welk verzoek genoemde Heeren aannemen. Naar aanleiding van het verslag en de rekening en ver antwoording over het dertiende boekjaar vestigt de Waar nemend Voorzitter de aandacht op het feit, dat de Ver- eeniging nog gelden schuldig is aan de Centrale Bank, omdat thans geen obligaties te plaatsen zijn, zóó, dat de gelden rendeerend uit te zetten zijn. Hij wijst er voorts op, dat er weinig nieuwe aanvragen worden gedaan, zoodat er geen behoefte aan een nieuwe leening is. De rekening werd door den accountant onderzocht en juist bevonden. Naar de meening van den Waarnemend Voorzitter geeft noch de balans, noch de resultatenrekening over 1940 aan leiding tot bijzondere opmerkingen en hij vraagt de Ver gadering of deze het voorstel van het Bestuur tot winst besteding kan goedkeuren. De Vergadering geeft daarop te kennen, dat zij met het voorstel accoord gaat. Intusschen zijn de stemmen opgenomen herkozen zijn als leden van den Raad van Toezicht de Heeren Dr. R. Ku- perus en Th. A. Helmich ter vervulling van de vacature, ontstaan door het overlijden van den Heer W. Kakebeeke, blijkt verkozen te zijn de Heer H. Koster Kzn. te Wierin- gerwaard. Als lid van het Bestuur is herkozen de Heer Mr. A. van der Deure, terwijl als plaatsvervangende Bestuursleden zijn herkozen de Heeren Mr. H. M. Roelofsz en C. S. van Beuningen. Daar geen mededeelingen zijn te doen, wordt overgegaan tot den rondvraag. De Heer Schrooder uit Wageningen zegt reeds in het verslag gelezen te hebben, dat de bijzondere tijdsomstan digheden het moeilijk maken om tot de uitgifte van een nieuwe leening over te gaan en zegt het daarom des te meer op prijs gesteld te hebben, dat aan zijn Vereeniging een leening voor nieuwbouw werd verstrekt. De Heer Moleman uit Aalsmeer vraagt of er gevaar be staat, dat de Grondkapitaalbank eventueel niet in staat zal zijn gelden voor herstellingen te leenen. De Waarnemend Voorzitter meent hem gerust te kunnen stellen, omdat naar alle waarschijnlijkheid de Centrale Bank de noodige gelden aan de Grondkapitaalbank zal leenen. v/ Daar niemand meer het woord verlangt, sluit de Waar- nemend Voorzitter de vergadering. De Prinsen van Wales voeren in hun wapenschild de spreuk „Ich Diene" (dat zij een Duitsche spreuk voeren, lijkt op het eerste gezicht vreemd, maar is te verklaren uit hun Duitsche afkomst). „Ik dien" het is een spreuk die ook de coöperatie in haar schild zou kunnen voeren. De coöperatie is, in tegen stelling tot de N.V., geen instrument voor het maken van zooveel mogelijk winst voor de aandeelhouders. De coöpe ratie heeft een dienende functie ten bate van breede lagen der bevolking. Zoo dient de landbouwcoöperatie vrijwel de geheele Nederlandsche plattelandsbevolking. Deze dienende functie der coöperatie is niet een uitvin ding van vandaag of gisteren. Zij is te allen tijde door de leidende coöperatoren gevoeld. De geschriften van Raiffeisen zijn ervan doortrokken. De oprichters van de coöperatie in Nederland hebben haar sterk gevoeld. Velen van hen hadden zelf de coöperatie in het geheel niet noodig, maar spanden zich ervoor, ten bate van het algemeen belang. Het is de dienende functie van de coöperatie, die haar in vele opzichten tot een superieure ondernemingsvorm maakt. Zij heeft, als elk menschenwerk, haar gebreken, maar zij heeft ook vele mooie en goede karaktertrekken. Mogen deze bewaard blijven en mogen allen, die op eenigerlei wijze leiding geven in onze coöperaties, van de beteekenis van de dienende functie der coöperatie steeds doordrongen blijven

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1941 | | pagina 3