94 DE RAIFFEISEN-BODE Eriks meent, dat onze landbouwcoöperatie vast en hecht zal blijven bestaan en haar bouw voortgang zal kunnen hebben, zoolang onder haar aanhangers gevonden kunnen worden van offervaardigheid en dat zij, die geven, de zege ningen, welke deze gemeenschap vermag te bieden, zullen terug ontvangen. Dat de zegeningen groot kunnen zijn, hebben wij van de landbouwcoöperatie in het algemeen en van de Coöp. Centrale Raiffeisen-Bank in het bijzonder, mogen onder vinden. De Voorzitter vraagt zich af, wat er van ons land- bouwwezen in dit moeilijke jaar zou terecht gekomen zijn, zoo wij niet hadden mogen steunen op een machtige land bouwcoöperatie, waarin onze Bank zulk een eervolle plaats inneemt. Onze landbouwsamenleving wortelt echter in de groote gemeenschap, onze Nederlandsche samenleving. De liefde voor zijn vaderland is iedereen aangeboren. Nu is het ge makkelijk om trouw te zijn in tijden, waarin het voor de wind gaat, maar de ware trouw blijkt in dagen van tegen spoed zij blijkt in tijden als die, weike wij thans doorleven. De tegenwoordige tijd zal de zin van het navolgende ge dichtje beter doen begrijpen dan wellicht ooit het geval is geweest O Neerland so ghij maer en bout Op God den Heer altijdt U pijlen vast gebonden hout, End 't saem eendrachtig zijt, So kan U Duyvel, Hel noch Doot Niet krencken, noch vertreen, Al waar ook Spanjen noch so groot Ja 's werelds machten een. Wij, menschen uit de coöperatie, begrijpen dat „End 't saem eendrachtig zijt". Wij weten, wat het beteekent, trouw te zijn aan onze beginselen. Wij willen dit echter ook zijn aan de gemeenschap, wier zegeningen wij in vredestijd zoo lang hebben mogen plukken, maar die thans in grooten nood verkeert ons vaderland. De Voorzitter zegt, zich meermalen afgevraagd te heb ben, waarom onze vergadering steeds zoo goed bezocht wordt. Hij gelooft, dat daarvan de reden is, dat, waar de mensch op gezette tijden zijn krachten moet vernieuwen, de leden zich komen laven aan den bron, waaruit nieuwe moed en volharding kunnen worden geput, welke bron door de aanwezigen zelf gevormd wordt. Het prettig en ongedwongen samenzijn trekt successen en moeilijkheden kan men bespreken met hen, die dezelfde zaak dienen en men gaat naar huis, vaak verrijkt door nuttige aanwijzingen en raadgevingen, maar steeds opnieuw bezield door de wilskracht en opgewekte moed, welke men overal bij anderen heeft aangetroffen. De Voorzitter hoopt, dat ook thans weer uit deze vergadering de kracht geput zal wor den om de komende tijden tegemoet te gaan met dezelfde onversaagdheid als die, welke ons in het verleden heeft gekenmerkt. Een treffend voorbeeld van de offervaardigheid vormt de wijziging der statuten van de aangesloten banken. Hoewel eenige vrijheid moest worden prijsgegeven, in het belang der gemeenschap, hebben van de 719 banken, welke deze statutenwijziging betrof, er 718 banken de wijziging in haar geheel aanvaard. Een woord van onverdeelden lof voor de aan den dag gelegde bereidwilligheid om te willen mede werken in het belang van het algemeen, mag hier niet achterwege gelaten worden. In dit verband wil de Voorzitter er op wijzen, dat, dank zij de groote opkomst, de op handen zijnde statuten-wijziging doorgang zal kunnen vinden de presentielijst is door vol doende afgevaardigden geteekend. Anderzijds is ook het loon voor Uw offervaardigheid niet achterwege gebleven uit het Kapitaal voor Bijzon dere Doeleinden zijn uitkeeringen tot een bedrag van 1.656.807,90 verricht. Wat zou er zijn geschied, indien de Centrale minder vooruitziend was geweest? Moed zal noodig zijn in de dagen, die ons wachten, maar naast moed, bezitten wij vertrouwen. De coöperatieve ge dachte is bestand gebleken tegen het noodweer, dat over ons is losgebarsten. Zoo we ons voor de komende tijden de leuze ,,Moed en Vertrouwen" tot zinspreuk kiezen, zoo we daarnaar han delen, dan bestaat er geen aanleiding om te vreezen voor de toekomst onzer organisatie, die, naar wij allen stellig hopen, nog lange jaren een eervolle plaats zal mogen in nemen temidden van een bloeiende Nederlandsche samen leving. Met deze woorden verklaart de Voorzitter de vergade ring geopend. 2. Notulen. De notulen der vergadering van 28 Juni 1940, welke in druk werden rondgezonden, worden zonder op- of aanmer kingen goedgekeurd. Daarna deelt de Voorzitter mede, dat het bestuurslid Mr, A. van der Deure, door een buitenlandsche reis ver hinderd is deze vergadering bij te wonen. 3. Rekening en verantwoording van het Bestuur over het jaar 1940. De balans en de verlies- en winstrekening, voorkomende in het jaarverslag en met de daarop gegeven toelichtingen de rekening en verantwoording uitmakende, worden, zon der hoofdelijke stemming, goedgekeurd, nadat de Voorzitter van het Bestuur, de Heer G. W. Stroink, heeft medegedeeld, dat na de uitkeering uit het Kapitaal voor Bijzondere Doel einden nog enkele banken uit de post „crediteuren" gehol pen zullen worden en dat, daar het geheele Kapitaal voor uitkeering niet noodig is, van elke gestorte gulden een kwartje zal worden teruggegeven, behalve aan de Centrale Bank, welke daarvan afstand heeft gedaan. Het voorstel ten opzichte van de gemaakte winst over 1940, eveneens voorkomende in het jaarverslag, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 4. Rekening en verantwoording van het Onderling Waarborgfonds over 1940. De vergadering, thans optredende als Algemeene Ver gadering van het Onderling Waarborgfonds, keurt eveneens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming de rekening en verantwoording over 1940, voorkomende in het jaarverslag der Centrale Bank, goed. 5, 6 en 7. Verkiezingen. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde de verkie zingen, nadat de stembureaux zijn benoemd. Als lid van het Bestuur wordt herkozen de Heer Mr. A. van der Deure met 521 van de 552 uitgebrachte geldige stemmen. Als leden van den Raad van Toezicht worden herkozen den Heer Prof. Dr. G. Minderhoud en den Heer C. S. van Beuningen, respectievelijk met 546 en 531 stemmen van de 561 uitgebrachte geldige stemmen. Tot plaatsvervangende bestuursleden blijken te zijn her kozen de Heeren C. S. van Beuningen en K. Eriks Azn. met respectievelijk 546 en 512 stemmen van de 556 uitgebrachte geldige stemmen. 8. Voorstel tot wijziging van de Statuten en van het Huishoude lijk Reglement der Centrale Bank. De Voorzitter stelt voor het ontwerp der gewijzigde Sta tuten en Huishoudelijk Reglement, hetwelk in druk aan de leden werd rondgezonden en meer dan vijf dagen vóór

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1941 | | pagina 2