Grote brandkast of kluisdeur,
VRAAG EN ANTWOORD
GEVRAAGD:
DE RAIFFEISEN-BODE
81
b. de waarde van het nieuw toegewezen perceel bedraagt
meer dan de waarde van het onteigende perceel.
Nadat is uitgemaakt op welk gedeelte van het nieuwe
perceel de vervangende hypotheken zullen worden
gevestigd, vindt toepassing het sub A onder herbouw
op dezelfde plaats vermelde
c. de waarde van het nieuw toegewezen perceel is min
der dan die van het onteigende perceel, een gedeelte
der vergoeding wordt in contanten betaald.
De in contanten betaalde vergoeding moet ook in dit
geval volgens de richtlijnen aan de hypotheekhouders
worden uitbetaald. Daarna worden de richtlijnen over
eenkomstig toegepast, met dien verstande dus, dat de
waarde van het nieuw toegewezen onroerend goed in
de plaats zal treden van de waarde van het onteigende
onroerende goed.
Voorbeeld
Hypotheek 5.000.
Toegewezen Rijksbijdrage 5.000.
Waarde onr. goed resteerende opstal, resp.
750.— en 500.—1.250
Waarde toegewezen onr. goed 750.
Uitbetaling in contanten 500.
Kosten wederopbouw 8.000.zoodat een wederopbouw-
hypotheek van 3.000.noodig is. De contanten ad 500.
worden aan den hypotheekhouder uitbetaald. Zijn vordering
bedraagt dus pro resto 4.500.Deze hypotheek kan batig
gerangschikt worden voor de waarde van het nieuwe perceel,
dus 750.vermeerderd met de helft van de Rijksbijdrage
ad 5.000.of in totaal voor 3.250.Daarna volgt de
opbouwhypotheek voor 3.000.en tenslotte het resteerend
gedeelte ad 1.250.— 4.500.3.250.—) der
le hypotheek.
Tot zoover bestaan dus geen moeilijkheden en kan gezegd
worden dat de belangen, zoowel van de oude hypotheek
houders als van de nieuwe, op redelijke wijze zijn behartigd.
Het is naar onze meening niet onbillijk te achten, dat zij,
die mogelijk maken, dat de verwoeste panden mede ten bate
der oude hypotheekhouders worden herbouwd of hersteld,
een zoodanige voorrang verkrijgen, dat de terugbetaling
der door hen voorgeschoten gelden op behoorlijke wijze
is gewaarborgd.
In een volgend artikel hopen wij nog te behandelen de
regeling van het voorrecht, ingeval door den Staat crediet
wordt verleend, de onderlinge verhouding tusschen de hou
ders van de bestaande hypotheken en de zoogenaamde
opbouwhypotheken en de voorwaarden, waaronder opbouw
en oveibruggingscrediet van den Staat kan worden ver
kregen.
(Inperking credieteE.)
VRAAG
In het laatst van het vorig jaar hebben wij (het Bestuur
van een onzer Banken) voor alle uitstaande credieten per
31 December j.1. een inperking vastgesteld van 5 Alle
credietnemers hebben het gebruikelijke inperkingsformulier
geteekend, doch nu heeft een van de leden de opmerking
gemaakt, dat een dergelijke inperking door de overheid ver
boden zou zijn; volgens zijn meening zou opzegging van
hypotheken ook niet meer mogen geschieden.
Kunt U ons inlichten?
ANTWOORD
Voor zoover ons bekend, bestaat er geen enkel besluit of
geen enkele verordening, waarbij het verboden wordt om
voorschotten op te vorderen of verstrekte credieten in
loopende rekening in te perken. De door uw Bank aan
credietnemers per 31 December 1940 voorgeschreven inper
king van hun crediet, is dus naar onze meening geheel
in orde.
Van deze gelegenheid maken wij tevens gebruik om een
bestaand misverstand uit den weg te ruimen, en wel, dat
het verboden zoude zijn om bestaande hypotheken op te
zeggen en het verschuldigde in te vorderen. Een dergelijk
verbod bestaat echter niet. Wel is bij besluit no. 235/1940
de geldigheidsduur der Crisishypotheekaflossingswet 1936
verlengd geworden en toepasselijk verklaard op hypotheken,
verleend in het tijdvak, liggende tusschen 8 Februari 1936
en 10 Mei 1940, terwijl bovendien toepasselijk is het besluit
no. 14/1940 en het besluit no. 15/1941.
Het gevolg van het eerstgenoemde besluit is,
lo. dat de Crisishypotheekaflossingwet 1936 van toe
passing blijft op vóór 8 Februari 1936 gesloten
hypotheken, en
2o. dat deze wet van toepassing is geworden op de
hypotheken, tot stand gekomen tusschen 8 Februari
1936 en 10 Mei 1940.
Deze toepasselijkheid houdt in, dat, indien een hypothe-
kaire debiteur niet in gebreke is gebleven met de betaling
der verschuldigde rente of de overeengekomen aflossing,
welke volgens deze wet niet meer dan 1 per jaar mag
bedragen, deze zich tot den Kantonrechter kan wenden met
het verzoek hem uitstel van betaling te verleenen, indien
de hoofdsom van hem wordt opgeëischt en hij dientengevolge
met executie wordt bedreigd. Alvorens de debiteur in ge
breke kan zijn met de betaling der rente of verplichte aflos
sing, moet hij per aangeteekend schrijven gesommeerd zijn
om het door hem verschuldigde te betalen binnen een ter
mijn, die in geen geval korter mag zijn dan 14 dagen.
Deze wet is op de z.g. crediethypotheken niet van toe
passing, zoodat een debiteur, die hypotheek heeft gegeven
voor de nakoming zijner verplichtingen, ontstaan en nog te
ontstaan ingevolge een hem verleend crediet in loopende
rekening, op deze wet nimmer met succes een beroep zal
kunnen doen.
Het besluit no. 14/1940 bepaalt, dat de rechter een
schuldenaar, die tengevolge van de bijzondere omstandig
heden, welke zich sedert 10 Mei 1940 hebben voorgedaan,
niet tijdig aan zijn voor dien datum aangegane verplich
tingen kan voldoen, een uitstel van ten hoogste zes maanden
kan verleenen, indien zulks redelijkerwijs van den schuld-
eischer kan worden verlangd.
Volgens het besluit 15/1941 kan een dergelijk uitstel nog
éénmaal of meerdere malen worden verleend.
Op deze besluiten kan de schuldenaar (ook crediet-
nemer) beroep doen, indien hij niet in staat is geweest de
rente en of aflossing te betalen. Kan echter worden aan
getoond dat het niet-voldoen aan de verplichtingen niet het
gevolg is van de bijzondere omstandigheden van na 10 Mei
1940, dan zal de rechter het uitstel niet mogen verleenen.
Dit kan b.v. door aan te toonen, dat ook vóór 10 Mei 1940
de schuldenaar reeds in gebreke was.
De schuldenaar moet het verzoek om uitstel richten tot
den bevoegden rechter. Dit zal in de meeste gevallen zijn
de rechtbank.
Van een verbod tot opvordering van gelden, geleend
onder hypothekair verband, is dus geen sprake.
nieuw of gebruikt, liefst inbraakvrij.
KLEYN'S AUTOBEDRIJF N.V., ASPEREN, TELEF. 5