8o
DE RAIFFEISEN-BODE
Het eerst zullen wij behandelen de laatstgenoemde
richtlijnen.
Richtlijnen voor bepaling der rangorde van
hypotheken
A. Het onroerend goed wordt niet onteigend.
Herbouw op dezelfde plaats.
Indien de partijen niet over de rangorde der hypotheken
eens kunnen worden, indien voor den wederopbouw ter
waarborging van nieuwe geldleeningen een wederopbouw-
hypotheek gevestigd moet worden, dan zal de Algemeen
Gemachtigde de rangorde vaststellen. Hij neemt hierbij in
acht de volgende maatstaven.
De bestaande hypotheken worden in rang gehandhaafd
voor het bedrag der waarde, toe te kennen aan den grond
en het niet-verloren gegane gedeelte der opstallen op
9 Mei 1940. Dit bedrag wordt vermeerderd met tenminste
50 van het als schadevergoeding toegekende bedrag, zulks
onder voorwaarde, dat het als le hypotheek gehandhaafde
bedrag, behoudens wanbetaling der rente, niet eerder op-
eischbaar zal zijn dan per 1 Januari 1951 en geen hoogere
rente is bedongen dan 4V> Dan volgt de opbouw-hypo-
theek en daarna het resteerend gedeelte der oorspronkelijke
hypotheken.
Wij vestigen er de aandacht op, dat de waarde van den
grond en het resteerende gedeelte van den opstal met ten
minste 50 vermeerderd moet worden. Hieruit volgt dat een
regeling, waarbij deze waarde met minder dan 50% der rijks
bijdrage in de schade wordt vermeerderd, in het algemeen
niet zal worden goedgekeurd, terwijl bij een hooger percen
tage er zeer zeker kans op goedkeuring bestaat. Men kan
er echter wel van verzekerd zijn, dat, indien derden het
opbouwcrediet moeten verstrekken, er zeer zeker de tendenz
zal bestaan om niet bij de vrijwillig te heffen regeling boven
de 50 te gaan. Een regeling, waarbij aan de le hypotheek
minder dan 50 der Rijksbijdrage in de oorlogsschade
wordt toegekend, zal, zooals wij reeds gezien hebben, niet
goedgekeurd worden. In zeer bijzondere gevallen kan de
Algemeen Gemachtigde echter wel zijn goedkeuring ver-
leenen.
Voorbeeld Op een verwoest onroerend goed rustte
een hypotheek, groot 5000.Een schadevergoeding wordt
toegekend van 5.000.Voor den herbouw is benoodigd
8.000.zoodat een herbouwhypotheek noodig is van
3.000.De waarde van den grond per 9 Mei 1940 bedroeg
750.Het resteerende gedeelte van den opstal, eveneens
naar de waarde per 9 Mei 1940, 500.
Bij de nieuwe rangregeling wordt de oude hypotheek dus
als le hypotheek gehandhaafd voor 750.500.
-f de helft van 5.000.of in totaal voor f 3.750.Daarna
volgt de wederopbouw-hypotheek ad 3.000.en ten slotte
het resteerende gedeelte van de oorspronkelijke le hypo
theek voor 1250.
Herbouw op een andere plaats.
Ingeval de eigenaar van het getroffen goed op een anderen
grond wil herbouwen, welke niet verbonden was voor de
schuld, dan zal hem eerst toestemming worden verleend,
nadat hii den nieuwen grond, na deze vrij te hebben gemaakt
van de daarop rustende hypotheken, zal hebben verbonden
voor de schulden, rustende op het oorspronkelijk onroerend
goed. Verder vindt toepassing het bepaalde als bij opbouw
op dezelfde plaats, met dien verstande echter, dat. indien
de waarde van den oorspronkelijken grond voldoende is ter
verzekering van de daarop rustende schulden, de hypo
theken op het oude grondstuk blijven rusten.
Voorbeeld Op een onroerend goed met opstal rust
een hypotheek van 5.000.De eigenaar wenscht de ver
woeste opstal elders te herbouwen.
a. de waarde van het onroerend goed werd hoofdzake
lijk gevormd door den opstal. De hypotheken worden
ingeschreven op het nieuwe grondstuk (zie verder
herbouw op dezelfde plaats)
b. de waarde van het onroerend goed bestond hoofd
zakelijk in de waarde van den grond. De grond en
opstal per 9 Mei 1940 waren b.v. waard 10.000.
De waarde van den grond, na de verwoesting van den
opstal, bedraagt nog 7.500.De hypotheek blijft
rusten op het oorspronkelijke perceel en wordt niet
overgebracht naar het nieuwe.
B. Het onroerend goed wordt wel onteigend.
Toewijzing van de schadevergoeding geheel
in onroerend goed.
Voor de op het onteigende onroerend goed gerust heb
bende hypotheken worden, op het daarvoor in de plaats
gekomen onroerend goed, vervangende hypotheken inge
schreven in dezelfde rang en tot de oorspronkelijke be
dragen.
Bedraagt echter de waarde van het in de plaats toege
wezen onroerend goed meer dan de waarde van het
onteigende onroerend goed, dan vindt de inschrijving plaats
op een zoodanig gedeelte van het toegewezen onroerend
goed, als overeenstemt met de waarde van het onteigende
onroerend goed per 10 Mei 1940.
Toewijzing der vergoeding in contanten.
De hypotheekhouders worden uit de opbrengst in geld
voldaan, indien en voorzoover zij batig kunnen worden
gerangschikt. Rustte de hypotheek op meer perceelen dan
het onteigende onroerend goed, dan vindt uitbetaling plaats
overeenkomstig het bepaalde in art. 43 der Onteigeningswet.
Dit houdt in, dat wordt nagegaan voor welk gedeelte de
hypotheek geacht moet worden op het onteigende perceel
te hebben gerust.
Voorbeeld: Een perceel, ter waarde van 5.000.
is onteigend. Op dit perceel rustte gezamenlijk, met eenige
andere perceelen, ter waarde van 10.000.een hypotheek
van 9.000.Deze hypotheek wordt nu geacht voor
^gQQQ X 9.000.of 3.000.te hebben gerust op het
onteigende perceel. Uit de schadevergoeding wordt dus
3.000.uitbetaald aan den hypotheekhouder. De restee
rende 2.000.worden uitbetaald aan de eventueele
houders van hypotheken lager in rang, dan wel aan den
eigenaar van het perceel (zoo er geen verdere hypotheken
waren)
Toewijzing van de vergoeding, gedeeltelijk in
onroerend goed, gedeeltelijk in geld.
De schadeloosstelling in geld wordt aan de hypotheek
houders uitgekeerd op dezelfde wijze, als ware alleen
schadeloosstelling in geld toegewezen. Indien en voorzoover
de op het onteigende goed gerust hebbende hypotheken niet
zijn voldaan, worden op het toegewezen perceel vervan
gende hypotheken ingeschreven.
Het onteigende onroerend goed was door
oorlogsgeweld beschadigd.
Het bovenstaande geldt alleen, indien het onteigende
onroerend goed niet door oorlogsgeweld geheel of gedeel
telijk was verwoest. Is dit wel het geval, dan wordt on
overeenkomstige wijze mede van toepassing hetgeen sub A
is medegedeeld.
Ook hier zijn verschillende gevallen te onderscheiden.
a. de waarde van het nieuw toegewezen perceel is gelijk
aan de waarde van het onteigende perceel. Er zijn
geen moeilijkheden