AIFFEISEN-BODE
COÖPERATIE IN DEZEN TIJD
KR NIEUWE
GRACHT 29
UTRECHT
ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 10
APRIL 1941
OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
INHOUD:
REDACTIONEEL GEDEELTE.
DE ALGEMEENE
STATUTENWIJZIGING
Zie Mededeelingen op blz. 82 en 83
REDACTIE EN
ADMINISTRATIE
TE LEF. 1 5867
VERSCHIJNT DEN EERSTEN
VAN IEDERE MAAND
ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR
LOSSE NUMMERS 10 CENT
FRANCO PER POST
Redactioneel gedeelte. I. Coöperatie in dezen tijd.
2. De Algemeene Statutenwijziging. 3. Kort overzicht be
treffende onteigening, wederopbouw en daarmede ver
band houdende maatregelen, rechten van hypotheek
houders. 4. Vraag en antwoord (inperking credieten).
b. Uit onze Boerenleenbanken.
25-jarig bestaan der
Coöp. Boerenleenbank te Garijp. 2. „Doel en Nut der
Statistiek".
c.Mededeelingen. I. Spreekuren Juridisch Bureau. 2. Slui
ting kantoor Centrale Bank. 3. Een lectoraat in de
Coöperatie. 4. Een goede gewoonte. 5. Verzonden
circulaires. 6. Stempelen of. betalen!
d. Advertentiën.
De huidige tijd is er een, waarin veel schijnt te wankelen,
waarin veel ook werkelijk wankelt. In zulk een tijd zijn er
menschen, aan wie het houvast in het leven, dat ieder noo-
dig heeft, ontvalt. Het leven, dat een vast punt ontbeert,
begint al spoedig zinloos te schijnen, en degene, die het
houvast verloren heeft, vraagt zich mistroostig af, waar
voor het eigenlijk dient en waarheen het hem voert.
Wij zullen ons hier niet in deze vragen verdiepen. De
schoenmaker moet bij zijn leest blijven, en de Raiffeisen-
Bode moet dus niet trachten de philosophie te gaan be
oefenen, maar moet zich houden bij zijn onderwerp, de
landbouwcoöperatie.
Nu is het een merkwaardig feit, dat, wat er ook wankelt,
de landbouwcoöperatie niet wankelt. Wij zijn er ver van
te beweren, dat zij niet kan wankelen; zij is menschelijk
werk, en wat menschelijk is, is nu eenmaal niet onwankel
baar. Maar wij mogen toch constateeren, dat de landbouw
coöperatie van een groot weerstandsvermogen heeft blijk
gegeven. Niet alleen in ons land, maar ook in andere landen;
ook in landen, wier economisch leven anders is ingericht
dan het onze. Wel is waar is het karakter van de Coöperatie
niet overal geheel onveranderd gebleven, maar het coöpe
ratie-beginsel is toch in hoofdzaak blijven bestaan ook daar,
waar de coöperatieve organisatie gewijzigd is.
Wij meenen dit te moeten toeschrijven aan de juiste be
ginselen, waarop de landbouwcoöperatie is opgebouwd. De
beginselen zijn het ten slotte, die het éénige hechte funda
ment van onze menschelijke instellingen zijn. Wat niet is
gebouwd op goede en degelijke beginselen kan zich wel
gedurende korten tijd ontwikkelen, soms zelfs zeer sterk
ontwikkelen, maar wanneer het op de proef wordt gesteld,
stort het ineen. En onze tijd is voor veel, voor zeer veel in
onze samenleving een geweldige op de proef stelling.
De landbouwcoöperatie berust op het beginsel van
elkander helpen, samenwerken in het gemeenschappelijk
belang. Wij gevoelen, dat dit beginsel niet behoort tot de
holle leuzen, die den eenen dag grooten opgang maken om
den anderen dag in rook te vervliegen. Wij gevoelen, dat
het beginsel van samenwerking waarin opgesloten
eendracht, gedisciplineerdheid, het ondergeschikt maken
van particuliere wenschen en belangen aan de belangen van
de samenwerkende groep van duurzame waarde is.
Daarom is, gelooven wij, de coöperatie ook tegen de
stormen van dezen tijd bestand.
Laten diegenen onder onze lezers, die behooren tot de
ontmoedigde categorie, hierboven beschreven, eens beden
ken, dat onze landbouwcoöperatie nog een vast punt in het
maatschappelijk leven beteekent. Wij geven toe een vast
punt van bescheiden beteekenis, maar het is toch altijd nog
iets, waaraan men zich met volle toewijding kan geven. De
dienende functie van de coöperatie stelt hen, die een
coöperatie leiden of er in werkzaam zijn, in staat de
gemeenschap te dienen, en dit is en blijft iets moois, dat
aan het leven waarde geeft.
Een doorslaand bewijs van de hechte
eenheid onzer organisatie.
Zooals wij reeds in ons vorig nummer konden berichten,
werd op 28 Februari j.1. de gezamenlijke statutenwijziging
notariëel verleden.
Nog buiten beschouwing gelaten de twee Zuivelbanken,
telt onze organisatie 728 leden-vereenigingen. Hieronder
bevinden zich thans 7 Boerenleenbanken-Handelsvereeni-
gingen, die uit den aard der zaak niet aan de gezamenlijke
statutenwijziging konden deelnemen (maar met welke de
Centrale Bank in bespreking is over een statutenwijziging,
die haar statuten zooveel mogelijk doet aanpassen aan de
nieuwe statuten der Boerenleenbanken)
Alhoewel tot volledige medewerking bereid, konden twee
Boerenleenbanken tengevolge van bijzondere omstandig
heden niet aan de gezamenlijke statutenwijziging deelnemen