HET DOEL EN NUT DER STATISTIEK
AIFFEISEN-BODE
INHOUD:
REDACTIONEEL GEDEELTE.
OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
Zie Mededeelingen op blz. 74 en 75
a. Redactioneel Gedeelte. 1. Het doel en nut der Statistiek. b. Mededeelingen. 1. Spreekuren Juridisch Bureau. 2. De
2. De Boer en de Omzetbelasting. 3. De Loonbelasting. Akte-Kramer". 3. Uitloting Obligaties Coöp. Grond-
4. De Statutenwijziging. 5. Algemeene Ledenvergade- kapitaalbank. 4. Verzonden circulaires,
ring. 6. Vervreemding van Landbouwgronden. c. Advertentiën.
REDACTIE EN
ADMINISTRATIE
KR NIEUWE
GRACHT 29
UTRECHT
TELEF 15867
ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 9
MAART 1941
VERSCHIJNT DEN EERSTEN
VAN IEDERE MAAND
ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR
LOSSE NUMMERS 10 CENT
FRANCO PER POST
Wanneer wij in deze kolommen schrijven over statistiek,
dan is dit, omdat de beteekenis der statistiek zoo groot is
en haar waarde voor elk terrein van het practisch leven
zulk een steeds toenemende erkenning vindt, dat deze
waardeering zelf reeds eenige aandacht van onze zijde
rechtvaardigt. Deze aandacht stellen wij ons voor te be
perken gezien de omvangrijkheid der stof tot de
statistiek in het algemeen en haar nut voor onze organisatie
in het bijzonder. Daarbij zullen wij ons niet in theoretische
of technische onderwerpen verdiepen, maar slechts datgene
aanstippen, wat voor een goed begrip der statistiek en haar
methoden, als onmisbaar hulpmiddel ter hanteering der
ongeordende massa, bevorderlijk is.
Wat is statistiek?
Wanneer wij dan allereerst deze vraag willen beantwoor
den, dan blijken reeds de moeilijkheden, als men bedenkt,
dat reeds Engel zich er in 1869 op kon beroemen 180 defini
ties van het begrip statistiek te kennen. Hoevelen zouden
er nu wel zijn? Willen wij het begrip statistiek en het gebied,
dat zij thans bestrijkt, het dichtst benaderen, dan lijkt ons
de volgende definitie het meest geslaagd
„De waarneming en groepeering der voor massale waar
neming vatbare verschijnselen, benevens de kennis en toe
passing van de regels, die ons in staat stellen het verkregen
statistische materiaal voor wetenschappelijke en practische
doeleinden te verwerken."
Een beschrijving of opsomming der eigenschappen of
verschijnselen is nog geen statistische waarneming. Voor
het begrip statistiek is noodig, dat men de verschijnselen,
die zich voordoen, telt, groepeert en daarna verwerkt. Het
tweede gedeelte der definitie omschrijft het terrein der
statistische methode, het geheel der regels, waarnaar dit
statistische onderzoek en deze verwerking van het statis
tische materiaal voor wetenschappelijke of practische
doeleinden plaats heeft. Deze regels zullen, evenals het
doel en het nut der statistiek door de eeuwen heen, door
steeds toenemende ervaring en betere inzichten aan ver
andering onderhevig blijven.
Doel
Zoo wijzigde zich het begrip statistiek, naarmate het doel,
dat men zich stelde, veranderde. Zooals onze definitie aan
geeft, is de doelstelling thans het nastreven van weten-
9 Prof. C. A. Verrijn Stuart Inleiding tot beoefening der statis
tiek aangevuld door Dr. O. Bakker „Statistiek".
schappelijke en practische doeleinden, welke in meerdere
of mindere mate bij alle takken van wetenschap, staat en
maatschappij worden beoogd. Willen wij het zich steeds
verder uitstrekkende doel, dat een steeds grootere behoefte
aan statistische waarnemingen te voorschijn riep, volgen,
dan dienen wij de geschiedenis der statistiek zeer in het
kort te passeeren.
Als eerste groote waarnemingen zijn te beschouwen de
volkstellingen in China 2000 jaar voor Christus) en in
Egypte 600 jaar voor Christus). Dat deze volkstellingen
in primitieven vorm plaats hadden, vindt bevestiging in
het aloude Bijbelverhaal van Lucas 2, van de volkstelling
bij de Romeinen omstreeks Christus geboorte. Daar lezen
wij, dat er een gebod van den machtigen keizer Augustus
uitging, dat de geheele wereld beschreven zou worden en
deze eerste beschrijving geschiedde, toen Cyrenius over
Syrië Stadhouder was, d.w.z. in zijn naam het staatsbestuur
over Syrië uitoefende. Zoo zien wij allen, naar hun eigen
geboortestad optrekken, om beschreven te worden.
Deze eerste volkstellingen hadden in hoofdzaak fiscale
en militaire doeleinden. Bij den machtigen keizer Augustus,
die de geheele wereld wilde beschrijven, zal aan de uit
vaardiging van het gebod als nevendrijfveer het streven
naar de vastlegging van zijn machtspositie niet vreemd
zijn geweest. Groot is het verschil in uitvoering met de
perfecte, moderne „beschrijvingswijze" door alle plaatse
lijke Burgerlijke Standen van heden.
Omstreeks 1700 constateeren wij een uitbreiding dezer
„beschrijvingen" van staatswege met statistieken over vele
organen en onderwerpen, den staat betreffende.
Het is de Göttinger hoogleeraar Gottfried Achenwall
(f 1772), weieens de „Vader der statistiek" genoemd, die
met cijfers, cijferreeksen en tabellen werkend, grondgebied,
bevolking, wetgeving, bestuur, muntwezen, financiën,
binnen- en buitenlandsche handel, leger en vloot enz., tot
onderwerp van zijn statistische onderzoekingen maakte.
Nog verder ging de veldprediker van Frederik de Groote,
Süssmilch (f 1767), die uitgaande van een theologische
wereldbeschouwing, aan de hand van de bevolkingsstatis
tiek, uit regelmatigheden in geboorte- en sterftecijfers, een
bevolkingsleer afleidde. Hierbij steunde hij op denEngelsch-
man Graunt, die voordien reeds in de doopregisters der
Londensche kerken een dergelijke regelmaat had ontdekt.