DE RAIFFEISEN-BODE
Indiening van vorderingen
op borgen
64
Men lette op wijziging van de assurantiepolis met bij-
behoorende verklaring.
Een credietnemer overlijdt.
Het crediet behoort dan onmiddellijk te worden stop
gezet. Uitbetaling van een eventueel creditsaldo is na
tuurlijk geoorloofd, maar uitbetalingen, waardoor een
debetstand ontstaat of vermeerdert, dienen te worden
vermeden. Dit geldt zoowel voor credieten onder borg
stelling als voor crediethypotheken.
De reden, dat een crediet bij overlijden moet worden
stop gezet, is deze de credietovereenkomst moet worden
geacht te zijn van persoonlijken aard. De borgstelling en
de hypotheek dekken hetgeen de credietnemer opneemt
en niet hetgeen zijn erfgenamen opnemen.
Het crediet moet niet alleen worden stop gezet, het
eventueele debetsaldo moet ook worden ingevorderd.
Voor deze invordering geldt veel van wat hierboven ten
aanzien van voorschotten is gezegd dat de betaling van
het debetsaldo dikwijls zal kunnen plaats grijpen bij de
verdeeling der nalatenschap dat de Bank dus bij die ver
deeling zal moeten opkomen; dat de Bank zoo noodig een
nieuw crediet (onder goede dekking) kan verleenen aan
een der erven dat ervoor moet worden gezorgd, dat de
zaak binnen een jaar na het overlijden in orde is.
Een borg overlijdt.
Als regel behoort vervanging van den overleden borg
door een nieuwen borg te worden geëischt. Het is over het
algemeen niet gewenscht om de borgstelling ten laste van
de erfgenamen van den borg te laten doorloopen. Verhaal
op de ergenamen is dikwijls lastig na verloop van een
jaar moet men ieder afzonderlijk aanspreken zij wonen
dikwijls ver verspreid het bestuur kan er geen oog op
houden.
Vervanging is alleen dan niet noodig, wanneer er slechts
een of twee erfgenamen zijn, welke aan het bestuur als
soliede bekend staan en die niet te ver weg wonen.
In geval van niet-vervanging moeten de erfgenamen van
het bestaan van de borgstelling op de hoogte worden ge
steld; anders kan men later groote onaangenaamheden met
hen krijgen.
Men kan wel de eisch van vervanging stellen, maar
tegenwoordig zal het helaas wel eens voorkomen, dat die
eisch niet kan worden ingewilligd. Dan moet als regel
invordering plaats hebben en als de schuldenaar zelf niet
tot betaling in staat is, zal de bank van de borgtocht ge
bruik moeten maken en moeten opkomen bij eventueele
verdeeling van de nalatenschap van den overleden borg.
Zij mag dan deze verdeeling niet laten passeeren zonder
erin mee te deelen de andere borg zou hier terecht be
zwaar tegen kunnen maken.
Dat van dezen regel in enkele gevallen niet kan worden
afgeweken, willen wij niet beweren. Wij raden om in
dergelijke gevallen overleg te plegen met het Juridisch
Bureau.
Wij kunnen als samenvatting van het bovenstaande de
volgende regels opstellen
1. Bij overlijden van den schuldenaar van een voor
schot onder borgstelling moet het voorschol be
ëindigd worden uitzonderingen op dezen regel zullen
slechts in zeldzame gevallen kunnen worden toe
gelaten.
2. Bij overlijden van den schuldenaar van een hy
pothecair voorschot kan dit blijven doorloopen, indien
de overwaarde voldoende is en mits er «teen bij
zondere omstandigheden zijn, die beëindiging ge
wenscht maken.
3. Bij overlijden van een credietnemer moet het
crediet worden stop gezet en een eventueel debet
saldo worden ingevorderd.
4. Bij overlijden van een borg moet vervanging van
den overledene door een anderen borg plaats grijpen.
Uitzondering is slechts toegelaten, wanneer er niet
meer dan een of twee erfgenamen zijn en wanneer
deze soliede zijn. Lukt het den schuldenaar niet een
nieuwen borg te vinden, dan moet in de nalatenschap
van den borg worden opgekomen, behoudens bij
zondere omstandigheden.
Is het nog noodig hieraan toe te voegen, dat men zich
altijd kan wenden tot het Juridisch Bureau om advies en
bijstand? Het Juridisch Bureau is den Boerenleenbanken
gaarne van dienst, niet alleen wanneer er moeilijkheden
zijn, maar ook voor meer normale dingen, zooals het in
dienen van een vordering bij een notaris, correspondentie
met erfgenamen, enz. Kassiers, die in dergelijke zaken
niet al te goed thuis zijn, doen er goed aan de behandeling
hiervan aan het Juridisch Bureau op te dragen.
Bij Huishoudelijk Reglement zijn grenzen vastgesteld
voor voorschot- en credietverleening. Men zorge er
voor die grenzen niet te overschrijden. De bestuurders
zouden voor verliezen, uit overschrijding voort
vloeiende, persoonlijk aansprakelijk kunnen worden
gesteld.
Wat moet men doen, als een borg failliet wordt ver
klaard of minnelijk liquideert? Moet men de vordering,
die men wegens de borgstelling geldend kan maken, in
dienen of kan men zulks nalaten?
Over het algemeen is indiening gewenscht, zooal niet
noodzakelijk.
Dient men de vordering niet in, dan laat men het ver
haal, dat men nog op den borg heeft, practisch schieten,
want bij faillissement of liquidatie worden al zijn bezittin
gen te gelde gemaakt en verdeeld. Hij houdt dus niets
over en na afloop van het faillissement of de liquidatie is
alle verhaal derhalve practisch uitgesloten.
De andere borg zou zich, wanneer hij later eens tot be
taling mocht worden aangesproken, hierover kunnen be
klagen. Hij zou aan de bank het verwijt kunnen doen, dat
zij, door haar rechten in het faillissement of de liquidatie
niet geldend te maken, hem (den medeborg) heeft be
nadeeld immers hem practisch alleen voor de borgstel
ling heeft laten staan, zonder gebruik te maken van de
mogelijkheid om nog iets van den faillieten of liquideeren
den borg te halen.
Aan dit verwijt zou een zekere gegrondheid niet
kunnen worden ontzegd.
Misschien zou de medeborg hierin een reden zien voor
weigering van betaling van het bedrag, dat de bank had
kunnen verkrijgen uit het faillissement of de liquidatie
(wij bedoelen niet, dat deze weigering terecht zou kunnen
worden gedaan, doch alleen, dat zij mogelijk is en zelfs
eenigszins voor de hand ligt).
Alleen wanneer de medeborg zéér goed is en schriftelijk
goedkeurt, dat de bank haar vordering niet indient, kan
van dezen regel worden afgeweken.
Men weet natuurlijk, dat men de indiening eener vor
dering steeds kan opdragen aan het Juridisch Bureau der
Centrale Bank.
Betreft het een crediet in loopende rekening, dan zal
dit eerst aan den credietnemer moeten worden opgezegd,
daar anders de vordering niet opeischbaar is. En alleen
opeischbare vorderingen kan men indienen.