geruchten omireni spaarbank-saldi MEDEDEELINGEN 58 DE RAIFFEISEN-BODE Overigens wordt ook hier voor de belangen van den hypotheekhouder en zakelijk gerechtigde gewaakt. Het koopen van een bouwbewijs brengt dus wel eenige risico met zich mede. Ten slotte teekenen wij nog aan, dat nog niet bekend is, onder welke voorwaarden de bouw- bewijzen zullen worden afgegeven. Het is hier op zijn plaats erop te wijzen, dat derden en houders van bouwbewijzen slechts dan hunne medewer king zullen verleenen, indien zij van den gerechtigde voor hunne medewerking een zekere vergoeding ontvangen. Indien van bovenstaande mogelijkheden geen gebruik wordt gemaakt, volgt de uitbetaling van de inschrij ving, al naar gelang de herbouw van het onroerend goed, naar de vooraf goedgekeurde plannen, vordert. Indien het bedrag der bijdrage niet voldoende is om de geheele her bouw te financieren, hetgeen in vele gevallen zoo zal zijn, men denke slechts aan de stijging der prijzen van bouw materialen, en nieuw geld moet worden opgenomen, dan wordt tevens de rangorde der hypotheken geregeld door den Algemeen Gemachtigde. Van diens beslissing, die ter stond "in de openbare registers wordt ingeschreven, staat geen beroep open. Voor zoover bekend zullen de nieuw voor den bouw te verstrekken gelden in het algemeen in rang worden ge plaatst vóór de bestaande hypotheken, met dien verstande echter, dat de eerste hypotheek haar rang behoudt voor het bedrag, dat als waarde aan den grond en de eventueele overblijfselen van het gebouw kan worden toegekend. Daar de geheele strekking van de verordening is, dat de bijdrage wordt verleend om de wederopbouw van het ver nielde zooveel mogelijk te verzekeren, is den eigenaar van onroerend goed ook de verplichting tot wederopbouw op gelegd, met als noodzakelijk gevolg, dat hierdoor de rech ten van de hvpotheekhouders min of meer in het gedrang zijn geraakt, om van verdere crediteuren in het geheel maar niet te spreken. Schepen. Voor bijdrage in schade, geleden aan schepen, geldt zoo veel mogelijk de regeling als voor onroerende goederen. Bedrijfsgoederen. Omtrent de betaalbaarstelling van de bijdrage in de schade, geleden aan bedrijfsgoederen, bevat de verorde ning, buiten de bepaling, dat de uitbetaling zal geschieden via de Stichtingen Herstel, zulks ten einde deze Stichtingen in staat te stellen om eventueel door haar aan de gerech- tigden verleende leeningen daarmede geheel of ten deele te verrekenen, geen verdere bepalingen. Het schijnt echter wel in de bedoeling te liggen, dat deze bijdragen niet eerder betaalbaar worden gesteld, dan wanneer de ge rechtigde, in verband met den Wederopbouw van zijn be drijf, daaraan voor de aanschaffing van machines en andere bedrijfsgoederen en voorraden, behoefte heeft. Huisraad. De betaling der bijdrage zal niet plaatsvinden in con tanten, doch in bons tot bepaalde waarden, die door den gerechtigde, bij de aanschaffing van huisraad en lijfs- goederen, in betaling kunnen worden gegeven. Ingeval de waarde van het aangekochte minder bedraagt, dan de op den bon aangegeven waarde, zal de winkelier het verschil in contanten mogen uitbetalen, doch alleen indien het een klein bedrag betreft. Beschouwt men de verordening in haar geheel, dan kun nen de door molestschade getroffenen ons inziens tevreden 21 De geheele schade, door de getroffenen geleden, wordt echter niet vergoed. De schade, die wordt geleden, door dat het uitgeoefende bedrijf is komen stil te liggen, blijtt in ieder geval al buiten aanmerking, terwijl daarenboven het systeem der verordening, om öf de waarde der goederen te taxeeren naar den toestand per 9 Mei 1940, of naar vaste maatstaven, eveneens tot gevolg heeft, dat niet alle schade vergoed wordt. Voor vele gebouwen en goederen zal de vervangings waarde thans veel hooger liggen dan de verkoopwaarde per 9 Mei 1940, of de boekwaarde per 9 Mei 1940, zijnde de kosten van de vervanging van de verloren gegane zaak naar de kostende prijs per 9 Mei 1940, verminderd met de naar goed koopmansgebruik vastgestelde afschrijving (in verband met den Wederopbouw). Een gedeelte der schade wordt dus niet vergoed. Tegenspraak van officieele zijde De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Financiën, heeft een schrijven van den volgenden inhoud gericht aan den Nederlandschen Spaar- bankbond te Amersfoort, waarbij 182 der voornaamste spaarbanken in ons land zijn aangesloten „Naar ik verneem wordt het gerucht verbreid als zou het denkbeeld in overweging zijn genomen, om tegoed bij spaarbanken in een of anderen vorm te blok- keeren. Ik stel er prijs op te uwer kennis te brengen, dat aan dit gerucht elke grond ontbreekt, en dat dit denkbeeld in geen enkel opzicht ter sprake is ge komen of in overweging is genomen. Mocht u^dit ée" wenscht voorkomen, dan machtig ik u reeds bij voor baat, deze mededeelingen ter algemeene kennis te brengen." Spreekuren Juridisch Bureau. ALKMAAR Vrijdag 10 Januari 1941 van half elf tot half één in het Landbouwhuis (Jhr. Mr. J. C. Greven). Men lette op het iets verlate aanvangsuur. LEEUWARDEN Vrijdag 10 Januari 1941 van tien tot twaalf uur in het Oranje-Hotel (Mr. W. H. Verloop). Ook nog ditmaal is het spreekuur één week later dan normaal gesteld De jaarlijksche controle. Kasopname per 31 December is daarbij noodzakelijk. Evenals voorafgaande jaren zond de Afdeeling Inspectie in de afgeloopen maand weder aan alle Directeuren van de locale banken een vragenlijst en verschillende con- trólestaten, betreffende de jaarlijksche controle. Voor de toelichting wordt verwezen naar het Handboekje. Daar gebleken is, dat bij verschillende Boerenleenban ken per 31 December door het Bestuur nog steeds geen kasopname wordt verricht, meenden wij goed te doen in den brief, die de vragenlijst en de contrólestaten ver gezelt, daarop in het bijzonder de aandacht te vestigen. Deze kasopname mag niet worden nagelaten. Tenslotte brengen wij ten overvloede de belangrijkheid en het groote nut van de jaarlijksche controle onder het oog. Wij vertrouwen, dat deze controle bij alle Boeren leenbanken volgens de voorschriften heeft plaats gehad, Saldo-biljet per 31 December 1940. Voor zooveel noodig herinneren wij er aan, dat het saldo-biljet, hetwelk de Banken begin Januari ontvangen, slechts aangeeft het B r u t o-s a 1 d o per 3 1 Decem ber 1 9 4 0. Jaarlijksche bijdragen, rente en dergelijke posten zijn dan nog niet geboekt de posten vindt men later op de rekening-courant vermeld, welke vanwege de Centrale wordt toegezonden. De abonnementskostemRaif- feisen-Bode boekten wij, evenals het vorige jaar, niet bij de afsluiting, maar reeds in December, waarvoor de nota in den loop dier maand werd toegezonden. Voorts merken wij op, dat coupons van dep.-obligaties en uitgelote dep.-obligaties, welke uiterlijk 31 Dec. in ons bezit waren, nog in het c r e d i t der rekening werden geboekt, en dus wel in de b r u t o-s a 1 d i begrepen zijn. Tenlotte attendeeren wij er nog eens op, dat de datum van het betreffende stuk. niet de valuta-datum, aangeett

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1941 | | pagina 10