Verzekering van hei zoogenaamd
HYPOTHECAIR BELANG
Correspondentie mei de Cenirale Bank.
44
DE RAIFFEISEN-BODE.
volmacht en exemplaar van Statuten en Huishoudelijk
Reglement. (Denk aan invulling van Art. 1 der Statuten
en van enkele bepalingen in het H.R.).
Notuleering.
De behandeling der Statutenwijziging moet goed worden
genotuleerd. De volledige nieuwe Statuten en het vol
ledige nieuwe Huish. Reglement moeten in de notulen
worden opgenomen, hetgeen kan geschieden door inplak
king. De secretaris der Algemeene Vergadering leze verder
de circulaire hierop na.
Van verschillende zijden werden vragen gesteld, meestal
met het oog op het aangaan van een verzekering tegen
molestschade, of het niet voldoende was, dat de hypothe
caire schuldeischer eene verzekering sloot, waarbij hij het
zoogenaamde hypothecair belang verzekerde. Tevens
werd de vraag gesteld of er geen sprake was van een dub
bele verzekering, indien ook de eigenaar het onroerende
goed tegen molest verzekerde.
Alvorens de gestelde vragen kunnen worden beant
woord, zal vastgesteld moeten worden wat onder hypothe
cair belang wordt verstaan, dus wat de hyothecaire schuld
eischer verzekert, indien hij zijn hypothecair belang
verzekert.
Het onroerend goed is voor den hypothecairen schuld
eischer slechts in zooverre van belang, dat dit het goed
is, waarop hij bij voorrang boven andere schuldeischers
zijn vordering kan verhalen. Valt dit onroerend goed weg
of wordt dit door een of andere mechanische oorzaak,
b.v. brand of ontploffing, zwaar beschadigd, dan wordt de
waarde van het onroerend goed belangrijk minder en
daardoor wordt ook de mogelijkheid grooter, dat hij zijne
vordering op de opbrengst van het overblijvende gedeelte
van het onroerend goed niet zal kunnen verhalen.
De hypotheekhouder verzekert derhalve zijn vordering
tegen schade, die hij zal lijden, indien het onroerend goed,
waarop hij in het bijzonder verhaal kan nemen, tengevolge
van de in de polis aangeduide oorzaken, (brand, molest,
enz zoodanig in waarde verminderd is, dat hij op de op
brengst daarvan zijn vordering niet meer kan verhalen.
Korter uitgedrukt, hij verzekert het belang, dat hij als
hypotheekhouder heeft bij het hem verbonden onroerend
goed. Hij verzekert derhalve niet het onroerend goed zelf.
De hypothecaire schuldeischer zal dus nimmer meer
uitgekeerd krijgen dan zijn schade bedraagt. Stel b.v. dat
de schuldeischer te vorderen heeft 30 000.en hij
daarvoor hypotheek heeft gekregen op onroerende
goederen ter waarde van 45.000,waaronder gebou
wen ter waarde van 25 000,De gebouwen worden
totaal verwoest. Het onroerend goed is daarna nog waard
20 000,(n.1. oorspronkelijke waarde ad 45.000,
verminderd met 25.000,waarde verwoeste gebouwen).
De vordering van den schuldeischer bedraagt 30 000,
De waarde van het onderpand bedraagt 20.000,
De schade voor den hypotheekhouder
bedraagt 10.000,
De Verzekering-Maatschappij keert in dit geval aan
den hypothecairen schuldeischer 10 000,schade uit.
Waren de gebouwen slechts voor 15 000,bescha
digd, zoodat de overblijvende waarde 30.000,bedroeg,
dan had de schuldeischer geen schade geleden en be
hoefde de Verzekering-Maatschappij niets te betalen.
Uit het bovenstaande zal het reeds duidelijk geworden
zijn, dat de eigenaar-schuldenaar bij de verzekering van
het hypothecair belang in ieder geval niet verder gebaat
zal kunnen worden dan tot het bedrag der schade, door
den hypothecairen schuldeischer geleden dit zou echter
alleen het geval zijn indien de schuldenaar-eigenaar van
het onroerend goed door de uitbetaling der schade tegen
over de schuldeischer zou zijn gekweten. Dit is echter
niet het geval. De Verzekering-Maatschappij, die den
schuldeischer zijn schade vergoedt, moet overeenkomstig
de verzekeringsvoorwaarden altijd tot het door haar be
taalde bedrag door den schuldeischer worden gesteld in
diens vorderingsrechten tegenover de schuldenaar-eige
naar. De toestand van den schuldenaar wordt dus deze,
dat hij thans schuldig is aan den oorspronkeliiken schuld
eischer 20.000,— en 10.000,— aan de Verzekering-
Maatschappij. De schuldenaar is dus tengevolge van de
verzekering van het hypothecair belang in het geheel niet
gebaat. De volle geleden schade komt en blijft te zijnen
Het is dus voor den hypothecairen schuldenaar n:et
voldoende wanneer door den hypothecairen schuldeischer
het z g. hypothecair belang is verzekerd. De schuldenaar-
eigenaar is dientengevolge allerminst verzekerd, en zal
alsnog het onroerend goed zelf, dat dus een geheel ander
ob;ect is dan het hypothecair belang, moeten verzekeren.
Hiermede is tevens beantwoord de vraag of geen dubbele
verzekering heeft plaats gevonden, in dien zin, dat twee
maal dezelfde zaak, in casu hetzelfde onroerend goed,
werd verzekerd. Het hypothecair belang bij het onroerend
goed en het onroerend goed zelf zijn twee geheel ver-
sch'l'ende zaken.
Wil de schuldenaar-eigenaar zich zooveel mogelijk dek
ken tegen molestschade aan zijne onroerende goederen,
dan zal hij die onroerende goederen zelf moeten ver
zekeren, ook indien zijn hypothecaire schuldeischer ziin
belang bij die onroerende goederen tegen molestschade
heeft verzekerd.
Mogen wij, met verwijzing naar de laatste aanteekening
op blz. 248 van het Handboekje, er nog eens opmerkzaam
op maken, dat bij correspondentie een vlotte afwikkeling
van zaken bevorderd wordt door
1. nooit twee onderwerpen in één brief te behandelen
2. op eiken brief zooveel mogelijk te vermelden, voor
welke afdeeling hij bestemd is
3. bij beantwoording van brieven de herkenningsletters
aan te halen, welke vanwege de Centrale Bank zi'n aan-
ge4even, en voor wat de antwoorden aan de Juridische
Afdeeling betreft, steeds te verwijzen naar de in het
rood omlijnde vakje voorkomende zaakaanduiding met
nummer.
Brieven, waarin meerdere onderwerpen behandeld wor
den, kunnen uit den aard der zaak niet vlot afgewerkt
worden, daar zij dan meestal, na gedeeltelijke behandeling,
van de eene afdeeling naar de andere moeten verhuizen.
Verder is het ook niet bevorderlijk voor een overzichtelijk
oobergen in het archief, met al de gevolgen van dien.
Voorts werkt het niet vermelden van afdeeling en
letters (bij correspondentie met de Juridische Afdeeling,
het niet vermelden van onderwerp en nummer), stagnee-
rend, omdat er dan dikwijls brieven bij zijn, die eerst
„thuisgebracht" moeten worden.
Gelukkig geven de meeste Banken geen moeilijkheden
te dezen en is haar correspondentie steeds stipt in orde.
Wij hopen, dat het bovenstaande ertoe zal leiden, dat
de bestaande kleine minderheid van stagnatie-veroorza
kende zich van nu af aan bij de overgroote meerderheid
van correct-correspondeerende Banken zal voegen.
Wij zouden daarvoor slechts dankbaar kunnen zijn.