WIJZIGING STATUTEN en Huishoudelijk Reglement der Boerenleenbanken UIT ONZE BOERENLEENBANKEN 38 DE RAIFFEISEN-BODE Tot onze bevreemding hebben wij bemerkt, dat enkele Boerenleenbanken reeds zijn overgegaan tot het houden van een algemeene vergadering ter behandeling van de ge wijzigde Statuten en het Huishoudelijk Reglement, zulks niettegenstaande onzerzijds èn bij de bespreking in de ver schillende Ringvergaderingen èn in „De Raiffeisen-Bode" met nadruk er op is gewezen, dat met het houden dezer algemeene vergadering gewacht moest worden, totdat van ons bericht was ontvangen, dat de behandeling van Sta tuten enz. in deze vergaderingen een aanvang kon nemen. Een dergelijke kennisgeving onzerzijds kon tot heden nog niet worden verzonden. Eenerzijds wachtte dit op het aanbrengen van nog enkele wijzigingen in de concepten en anderzijds op de vereischte toestemming van de Procureurs-Generaal voor het houden der algemeene vergaderingen en op de wijziging der Sta tuten. Van de Procureurs-Generaal te Arnhem en den Bosch ontvingen wij intusschen bericht, dat tegen het houden van de algemeene vergaderingen ter behandeling van de Sta tutenwijziging geen bezwaar bestaat, mits ter' vergadering uitsluitend wordt behandeld de wijziging der Statuten en van het Huishoudeijk Reglement. De besturen der Boerenleenbanken, gevestigd in de ge bieden der beide bovengenoemde Procureurs-Generaal, behoeven dus onder de hierboven genoemde voorwaarden geen mededeeling meer te doen van het voornemen die vergadering te houden. Zoodra wij definitief bericht ontvangen wij hopen zeer binnenkort krijgen de Banken van ons bericht, dat de algemeene vergaderingen ter behandeling van de wijzi gingen in Statuten en Huishoudelijk Reglement kunnen worden gehouden. Hierbij zal gevoegd worden een mededeeling omtrent de wijze, waarop de behandeling der Concept-Statuten en -Huishoudelijk Reglement in de algemeene vergadering dient te geschieden. Men wachte met het uitschrijven eener algemeene ver gadering dus tot men van ons daaromtrent bericht heeft ontvangen. Feestdag bij de Boereneenbank te Burgwerd. De Directeur van de Boerenleenbank te Burgwerd schrijft ons ,,Op 9 November a.s. hoopt de kassier onzer plaatselijke Bank, de heer T. Popma te Bolsward, zijn 80ste verjaardag te vieren. Is dit feit op zichzelf reeds als een voorrecht te beschou wen, hier klemt dit nog des te meer, omdat de heer Popma nog in het volle bezit is van alle gaven naar geest en lichaam. Voor den heer Popma is er.dus alle reden deze dag Gods goedheid blijde te danken voor het voorrecht, hem ge schonken. Sedert de oprichting in 1908 kassier van onze leenbank, heeft hij deze functie nooit als een z.g. bijbaantje be schouwd, maar steeds in elk opzicht zijn volle toewijding en werkkracht geschonken. Eerlijk en correct, vriendelijk en voorkomend jegens ieder, is geen moeite hem te groot waar hij de belangen onzer Bank kan bevorderen. Geen wonder dus dat Bestuur en Raad van Toezicht onzer Bank plan hebben deze dag niet ongemerkt te laten voorbijgaan. Wij meenen goed te doen aan dit zeldzame feest eenige ruchtbaarheid te geven, omdat waarschijnlijk velen van elders, die bij het leenbankwezen betrokken zijn, hem dien dag gaarne zullen willen gelukwenschen. Moge het onzen kassier gegeven zijn nog vele jaren met dezelfde blijmoedige toewijding zijn functie waar te nemen." De Centrale Bank voegt gaarne haar beste wenschen bij de hartelijke woorden van den Voorzitter van het Bestuur der Bank te Burgwerd. Het moge den geachten 80-jarige, die steeds roet toe wijding zijn werk deed, echter ook gegeven worden onder gunstige omstandigheden een rustige levensavond te be leven. „Dans om de ondergang?" Het gedichtje „Dans om het gouden kalf", hetwelk wij in het vorig nummer van „De Raiffeisenbode" afdrukten, heeft aan een oud-kassier aanleiding gegeven tot een ver zoek om opneming van het navolgende „In het October-nummer van „De Raiffeisenbode" nam ik o.m. ook kennis van de dichterlijke ontboezeming van een kassier getiteld „Dans om het gouden kalf". Hoewel ik mij kan voorstellen, dat een kassier eener Boerenleenbank de huidige stijging der grondprijzen, al dus meent te moeten karakteriseeren, liggen m.i. de feiten toch ietwat anders. Uit het door de Redactie van „De Raiffeisenbode" toe gevoegde onderschrift hebben wij kunnen opmerken, dat ook deze het verschijnsel in hoofdzaak aan andere in vloed toeschrijft. Inderdaad speelt hierbij, noodgedwongen, ook de boer, voor wien Gods goede aarde een heel andere beteekenis heeft dan „geldbelegging", een rol. Doch, naar mijn meening, niet op een wijze als kassier F. het doet voor komen. In onderstaande variant op zijn „Dans om het gouden kalf" wordt m.i. deze rol juister getypeerd. DANS OM DE ONDERGANG? In een volgepropte kamer, Waar de rook te snijden is, Zitten onze boeren samen, Vol van zorg en ergenis. Denkend aan de vele jaren, Werkend, zorgend, doorgebracht. Met voor oogen steeds het spooksel Van een veel te hooge pacht. Hoort ze bieden, altijd hooger, Doch die koopt, betaalt 't gelag. 't Is geen handelsgeest of gokken, Die niet koopt, strijkt ook de vlag. 't Is de nood die dwingt tot dobbelen, 't Gaat om eigen goed en bloed Zonder gras ja dan, dan weet ge 't Is de vrees, die handelen doet. Moet nu zoo Gods goede aarde, Die de menschen voedt en draagt, Tot een object van speculatie Tot een zoo laag peil verlaagt? EEN OUD-KASSIER."

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1940 | | pagina 6