Opgave Vereenigingen enz. zonder economisch doel Afgeven van schuldbekentenissen credieiakien, na algeheele afwikkeling van hef voorschot of crediet. Verhaal naar afloop van Faillissement 36 DE RAIFFEISEN-BODE. geleend tot voorziening in de kapitaalbehoeften der rechts personen. Veeleer houden deze rekeningen verband met de kaspositie dezer rechtspersonen. Indien echter de reke ning doorloopend een saldo ten nadeele van de rechts persoon aanwijst en dit saldo in verhouding tot den omvang van het bedrijf dier rechtspersoon, als aanmerkelijk is te beschouwen, dan kan volgens het Departement van Finan ciën moeilijk worden ontkend, dat via de loopende rekening de rechtspersoon doorloopend de beschikking voor hare werkzaamheden heeft over een aanmerkelijk bedrag en dat dit bedrag wel degelijk strekt en is verstrekt, ter voorziening in de kapitaalbehoeften van de rechtsper soon. In een dergelijk geval kan worden aangenomen, dat het bedrag van de rekening, voorzoover dit vrijwel door loopend een debetsaldo ten nadeele van de rechtspersoon aanwijst, als een onder de couponbelasting vallende lee ning moet worden beschouwd. Varieert b.v. een saldo ten nadeele van een rechtspersoon tusschen de 500.000. en 750.000.dan moet de opbrengst van 500.000. als onder de couponbelasting vallende opbrengst worden beschouwd. Volgens deze opvatting van het Departement valt de in loopende rekening verschuldigde rente niet onder de be lastbare opbrengst indien en voorzoover de rekening ook inderdaad het karaker van een loopende rekening heeft, ook dan nog wanneer deze rekening gedurende een be paald gedeelte van het jaar vrijwel tot het maximum benut wordt, doch in een ander gedeelte van het jaar credit komt te staan dan wel tot nihil of, in verhouding tot den omvang van het bedrijf, vrijwel tot nihil wordt gereduceerd. Is het saldo ten nadeele van de rechtspersoon echter be vroren, of voor een groot bedrag bevroren, dan valt de op brengst dus onder de couponbelasting. Alhoewel wij het met de opvatting van het Departement niet eens zijn, hebben wij toch gemeend aan deze opvat ting bekendheid te moeten geven. Mochten aanslagen in de couponbelasting aan Uw Bank worden opgelegd voor saldi in loopende rekening ten nadeele Uwer Bank (dus creditsaldi ten gunste van den rekeninghouder), dan zullen wij het op prijs stellen daarvan op de hoogte te worden gesteld. tfj ten is, dat uit de wijze van afwikkeling in de toekomst nog eenige moeilijkheid zal ontstaan. 2e. Bij algeheele afwikkeling door de borgen, indien en voorzoover ook hier de afwikkeling een geheel nor maal verloop heeft gehad, en slechts één borg het niet door den schuldenaar betaalde gedeelte der schuld heeft voldaan. In alle andere gevallen houde de Bank de schuldbekente nis onder hare berusting, dus ook in het geval, dat ver schillende borgen hebben betaald. Indien naar de meening van het Bestuur eener Bank tegen afgifte der schuldbekentenis geen bezwaar bestaat, dan wende men zich, onder toezending der betrokken akte, tot de afdeeling Inspectie, onder opgave door wie de schuld is betaald (schuldenaar of borg). De afdeeling Inspectie zal dan de akten, vergezeld van een goed geredigeerd ont vangstbewijs ten spoedigste terugzenden. De akte wordt daarna na onderteekening van het ontvangstbewijs aan den belanghebbende afgegeven. Men geve dus nimmer eenige akte zonder voorkennis van de Inspectie aan schuldenaar of borg af. Reeds meerdere malen werd ons van verschillende zijden de vraag gesteld of na algeheele afwikkeling van een voor schot of crediet de desbetreffende schuldbekentenis of credietakte niet kan worden teruggeven, zulks ondanks het feit, dat in de schuldbekentenis en credietakte onder de voorwaarden is opgenomen, dat de akte te allen tijde, ook na algeheele afdoening van het verschuldigde, eigendom der Bank blijft. Wij zijn van meening, dat het in het algemeen onge- wenscht is deze afgedane akten aan den schuldenaar of betaald hebbende borg terug te geven. Wij begrijpen echter zeer wel, dat sommige schuldenaren en/of borgen er zeer op gesteld zijn, dat de betrokken akte, zelfs nadat er op aangeteekend is, dat zij is vervallen, niet langer onder berusting der Bank blijft. Wij zijn daarom wel bereid in dergelijke gevallen eenige tegemoetkoming te geven en er mede accoord te gaan, dat de akten tegen ont vangstbewijs worden afgegeven, indien zulks door den be langhebbende met aandrang wordt gewenscht, doch uit sluitend in de navolgende gevallen le. Bij algeheele afwikkeling door den schuldenaar zelf, in dien en voorzoover de afwikkeling onder geheel nor male omstandigheden is verloopen en niet te verwach- Op 20 September j.1. is verschenen een verordening, volgens welke alle vereenigingen van personen (vereeni- gingen, bonden, organisaties en soortgelijke instellingen), alsmede alle stichtingen in ons land, zonder economisch doel, bij den bevoegden Procureur-Generaal moeten wor den opgegeven. Voor elk van deze vereenigingen enz. moet een vragen lijst en een vermogensstaat worden ingevuld, in duplo, terwijl tevens twee exemplaren der statuten moeten wor den bijgevoegd. Door verschillende Boerenleenbanken werd ons de vraag gesteld of ook zij tot het doen van deze opgave ver plicht waren. go U In verband hiermede wijzen wij er nadrukkelijk op, dat de Boerenleenbanken een dergelijke opgave niet behoeven te doen. Immers de Coöperatieve Boereneenbanken zijn wel ver eenigingen, doch niet zonder economisch doel. De verzorging van het landbouwcrediet dient zeer zeker gerekend te worden tot de aangelegenheden van het grootste economische belang. Wij herhalen dus nogmaals, dat de Boerenleenbanken niet verplicht zijn een opgave, als in de bovenbedoelde verordening wordt voorgeschreven, te doen. De meening schijnt bij sommigen post gevat te hebben, dat indien een debiteur of borg eenmaal failliet geweest is, er in de toekomst nooit meer iets van hem te halen is omdat hij dan van zijn schulden af zou zijn. Dit is niet het geval. De debiteur of borg blijft behalve wanneer hij door een in het faillissement aangenomen accoord van zijn ver plichtingen af komt aansprakelijk. Mocht een Bank dus een debiteur of borg hebben die voorheen gefailleerd is, doch op wien thans weder ver haal zou zijn, dan kan de betrokken Bank de hulp van de Juridische Afdeeling der Centrale Bank inroepen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1940 | | pagina 4