NOGMAALS: DE COUPONBELASTING DE RAIFFEISEN-BODE 35 der gemeente na, dan blijkt dat voor 52 van de 59 gemeen ten, deze schuld beneden 600.blijft. Bij onderzoek van de totale op den landbouw drukkende hypotheekschuld komt men tot een totaalbedrag van 764.196.836 Omgeslagen over den geheel en Nederlandschen cultuur grond (tuinbouwgebieden uitgeschakeld) komt men tot een gemiddelde van 333.per ha. Wat de schuld naar gebied betreft, staan in absolute cijfers de zandgronden bovenaan en de veenkoloniën onder aan. Gaat men de gemiddelde schuld per ha. na dan staan de rivierkleigebieden bovenaan 1254.en de zand gronden juist onderaan 671.50). Vergeleken met 1880 (onderzocht door de Landbouw- commissie 1886) blijkt dat de hypothecaire schulden over vrijwel de geheele linie zijn toegenomen. Als oorzaken daar voor noemt het Landbouwverslag stijging van de waarde van den grond, meer behoefte aan crediet en in sommige gevallen ontginning van woeste gronden. Een volledig inzicht in het agrarische schuldenvraagstuk geeft het onderzoek naar de hypothecaire schulden niet, aangezien deze schulden slechts een deel vormen van de totale schuld in den Landbouw. Wij denken in dit verband b.v. aan de voorschotten en credieten, verstrekt door Boerenleenbanken tegen borgstelling of zakelijke onder panden. Uit de vele vragen, die naar aanleiding van de uitbrei ding der couponbelasting aan ons worden gesteld, is ons gebleken, dat nog niet alle lezers hebben begrepen in welke gevallen de couponbelasting geheven zal worden. De eerste vraag die herhaaldelijk wordt gesteld is of door de gewone voorschotnemers couponbelasting moet worden betaald en of het dan niet wenschelijk is dat de betrokken Boerenleenbank daarover met den betrokken Inspecteur der belastingen eene regeling treft. Beide vragen moeten ontkennend worden beantwoord. Blijkens het besluit 63/1940 worden in de couponbelasting betrokken de vorderingen ten laste van rechtspersonen. Rechtspersonen zijn fictieve personen, die door den wetgever zijn geschapen om als zoodanig, evenals een natuurlijk, dus een levend, persoon (met andere woorden de mensch) aan het verkeer te kunnen deelnemen. De gewone voorschotnemers, dit zijn de individueele leden der Banken, zijn natuurlijke personen, dus geen rechtspersonen, zoodat door hen van de voor hen ver schuldigde rente geen couponbelasting verschuldigd is. De rechtspersonen, die in de couponbelasting belasting plichtig zijn, zijn o.a. de navolgende publiekrechtelijke rechtspersonen Provincie, Gemeente, Polder, Waterschap, Veenschap e.a., privaatrechtelijke rechtspersonen Naamlooze Vennootschappen, Vereenigingen ingevolge de wet van 1855 (Koninklijk goedgekeurde vereenigingen); hieronder zullen in het alge meen vallen: Schoolvereenigingen, Coöp. vereenigingen, Onderlinge Waarborgmaatschappijen, Kerkgenootschappen, Diakoniëen, Stichtingen, enz. Voor zooveel noodig vestigen wij er Uwe aandacht op. dat bovenstaande opsomming niet volledig is en er nog andere lichamen bestaan, die rechtspersoonlijkheid be zitten. De rechtspersonen, die te hunnen laste een vordering hebben, met andere woorden dus geld hebben geleend hetzij van een natuurlijk- hetzij van een rechtspersoon, moeten van de door hen verschuldigde rente wel de couponbelasting betalen, te weten 2 °/o der verschuldigde rente. Zij zijn verplicht I. Hiertoe een register aan te houden van aan de couponbelasting onderworpen leeningen. Dit register, dat in den handel verkrijgbaar is, is ingericht als volgt Kolom A. omschrijving der geldleening of rechtsverhou ding. Kolom B. zoo mogelijk het bedrag, waarover de opbrengst verschuldigd is (dit is dus de hoofdsom van het verschuldigde kapitaal). Wordt op de hoofd som niet afgelost, dan kan men volstaan met dit bedrag éénmaal te vermelden. Ingeval van aflossing moet telkenjare het restant der hoofdsom worden vermeld. Kolom C. de dag waarop de opbrengst verschuldigd is (ook hier kan men volstaan deze datum slechts eenmaal aan te teekenen, indien de opbrengst steeds op denzelfden dag vervalt). Kolom D. het bedrag van de opbrengst. (dit is het bedrag der verschuldigde rente). De bladzijden van het register moeten door den Inspec teur der Belastingen, binnen wiens kring de schuldenaar woont, worden gewaarmerkt. Op elke bladzijde van het register mag slechts één aan couponbelasting onderworpen leening worden opgenomen. Heeft een rechtspersoon dus b.v. drie van dergelijke leeningen loopen, dan moeten dus drie bladzijden in gebruik worden genomen. II. Binnen 8 dagen, nadat de opbrengst der leening verschuldigd is geworden, aangifte te doen bij den Inspec teur. Het doen eener onjuiste aangifte wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste 6 maanden of geldboete van ten hoogste 1000. Het niet doen der aangifte wordt gestraft met een geld boete van ten hoogste 1000. Men vrage tijdig bij den Inspecteur het aangiftebiljet aan. III. Na ontvangst van het aanslagbiljet de verschuldigde belasting ten kantore van den aangewezen Ontvanger der Directe Belastingen te voldoen. (Betaling per giro of post wissel is uiteraard eveneens geoorloofd). Wij vertrouwen dat de kassiers aan de hand van boven staande gegevens thans de hun gevraagde inlichtingen zullen kunnen verstrekken. Saldi in loopende rekening. Thans moet nog behandeld worden de vraag in hoeverre de opbrengst van saldi in loopende rekening aan de couponbelasting is onderworpen. In het artikel, opgenomen in „De Raiffeisen-Bode" van October, deelden wij mede „Belasting is in ieder geval niet verschuldigd van gelden, in loopende rekening verleend." Op het Departement van Financiën huldigt men echter, naar onze meening ten onrechte, een andere opvatting. Volgens het Departement zal ook onder bepaalde omstandigheden de opbrengst (dit is dus de in loopende rekening verschuldigde rente) belast baar zijn. Volgens de opvatting van het Departement zullen in het algemeen door rechtspersonen in loopende rekening verschuldigde gelden gerekend kunnen worden niet te zijn

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1940 | | pagina 3