Iets over bloed- en aanverwantschap in verband
met Statutaire Bepalingen onzer Boerenleenbanken
DE RAIFFEISEN-BODE.
Herhaaldelijk komen er bij de Juridische Afdeeling der
Centrale Bank vragen binnen over bovenstaand onder
werp, voornamelijk naar aanleiding van de artikelen 13
sub 4, 20 sub 5 en 25 sub 4 der Statuten der Boerenleen
banken.
Ingevolge deze artikelen kan het Huishoudelijk Regle
ment bepalingen bevatten omtrent verkiesbaarheid van
personen tot Bestuursleden, leden van den Raad van Toe
zicht of Kassier, wanneer deze personen in een zekere
graad van bloed- of aanverwantschap tot elkander staan.
Het thans nog geldende Huishoudelijk Reglement onzer
Banken bevat over het algemeen de volgende bepalingen
ART. 15. „Niet verkiesbaar tot Bestuurslid is hij, die
in bloed- of aanverwantschap tot en met den derden graad
staat tot een der leden van den Raad van Toezicht of den
Kassier. Evenmin is verkiesbaar tot lid van den Raad van
Toezicht hij, die in zoodanige bloed- of aanverwantschap
staat tot een der Bestuursleden of tot den Kassier. Evenmin
is tot Kassier benoembaar hij, die in zoodanige bloed- of
aanverwantschap staat tot een der leden van het Bestuur
of van den Raad van Toezicht.
Bij tijdens het vervullen der functie opkomende zwager
schap, zal degene, door wiens huwelijk de zwagerschap
ontstaat, zijn functie blijven waarnemen tot op het tijdstip
zijner gewone periodieke aftreding. Hij is dan echter niet
herkiesbaar. Is degene, door wiens huwelijk zwagerschap
ontstaat, de Kassier, dan zal deze echter zijn functie neer
leggen met ingang van het volgende boekjaar, tenzij het lid
van het Bestuur of van den Raad van Toezicht, wiens
zwager hij is geworden, vóór dien tijd zijn betrekking
neerlegt."
ART. 16. „Niet verkiesbaar tot Bestuurslid is hij, die
in bloed- of aanverwantschap tot en met den derden graad
staat tot een der Bestuursleden. Evenmin is verkiesbaar
tot lid van den Raad van Toezicht hij, die in zoodanige
bloed- of aanverwantschap staat tot een der leden van
den Raad van Toezicht.
Bij tijdens het vervullen der functie opkomende zwager
schap tusschen twee Bestuursleden of twee leden van den
Raad van Toezicht, zal degene, door wiens huwelijk de
zwagerschap ontstaat, zijn functie blijven vervullen tot op
het tijdstip zijner gewone periodieke aftreding hij is dan
echter niet herkiesbaar."
De vraag is nu Wat zijn bloedverwanten en wat zijn
aanverwanten?
Wet en Spraakgebruik.
De wet geeft omtrent bovenstaande quaestie duidelijk
antwoord. Aan het feit dat de betreffende artikelen over
Het doel van een Boerenleenbank is het dienen
van de belangen der leden.
De Bank zelf mag geen doel worden.
Niet uitsluitend de grootte van een Boerenleenbank
bepaalt haar nut en beteekenis; de innerlijke kracht
is daartoe een noodzakelijke voorwaarde. Deze inner
lijke kracht kan slechts worden bewaard, wanneer de
zaken met groote voorzichtigheid worden gedreven en
niet-toelaatbare risico's blijven uitgesloten.
het algemeen weinig bekendheid genieten en dat het
spraakgebruik hiermede dikwijls geen gelijken tred houdt,
is het te wijten, dat men omtrent deze zaak min of meer
in het duister verkeert en het blijkt dan ook nog al eens
dat men hierover geen juist begrip heeft.
Wie in het dagelijks leven als oom of zwager wordt
betiteld, is volgens de wet nog lang niet altijd bloed- of
aanverwant, en het spreekt vanzelf, dat de Statuten en
het Huishoudelijk Reglement niet naar de „koude Ooms"
van de practijk, doch naar de strikte bepalingen der wet
moeten worden geïnterpreteerd.
Doch ter zake.
Bloedverwantschap.
Dit is de betrekking tusschen personen, die de een van
den ander afstammen (bloedverwanten in de rechte linie),
of een gemeenschappelijken stamvader hebben (bloedver
wanten in de zijdlinie).
Graden.
De betrekking, waarin twee personen tot elkander staan,
wordt berekend naar het aantal geboorten. Elke geboorte
heet een graad.
Zoo bestaan vader en zoon elkander in den eersten graad.
(Er ligt 1 geboorte tusschen). Kleinzoon en grootvader, in
den tweeden graad. In beide voorbeelden betreft het bloed
verwanten in de rechte linie, daar zij de een van den ander
afstammen.
De zoon van A. staat tot den zoon van den broer van
A. in den vierden graad (in de zijdlinie, want zij hebben
een gemeenschappelijken stamvader, n.1. hun grootvader).
In de zijdlinie is de berekening van de graad van bloed
verwantschap, waarin twee personen tot elkander staan,
eenvoudig gelijk aan het aantal personen, geteld over den
gemeenschappelijken stamvader, dien men zelf niet meetelt.
Figuur I.
A
B D
In fig. I zijn C. en E. dus
bloedverwanten in den
vierden graad (zijdlinie),
B. en A. in de eerste graad
(rechte linie) en wel A.
(zoon van A.) (zoon van A.) R
dalende linie en B. tot A.
C E in de rechte opgaande linie,
(zoon van B.) (dochter van D.) C. en D. bestaan elkan
der in de derde graad (zijd
linie). In de zijdlinie heeft men geen opgaande of neder
dalende linie.
Men ziet dan tevens dat men bloedverwant in den
eersten graad slechts kan zijn in de rechte linie. In de zijd
linie bestaan twee personen elkander steeds minstens in
den tweeden graad.
Zwagerschap.
Zwagerschap (in het spraakgebruik vaak aangeduid met:
aanverwantschap) bestaat tusschen den eenen echtgenoot
eenerzijds en de bloedverwanten van den anderen echt
genoot anderzijds (b.v. tusschen den man en den broeder
zijner vrouw).
Voor de graden-berekening bij zwagerschap geldt het
zelfde systeem als de wet voor de bloedverwantschap
heeft gegeven hij, die bloedverwant in een zekeren graad
is van den eenen echtgenoot, is in dienzelfden graad aan
verwant van den anderen echtgenoot.