DE PARTICULIERE BANKEN ONDER CONTROLE 12 DE RAIFFEISEN-BODE verkoop overgaan. Hun privé-belang weegt echter uit den aard der zaak niet op tegen het algemeene belang van den landbouw. Hoewel de commissie van oordeel is niet ten onrechte -dat verdere bestudeering van het vraagstuk nood zakelijk is, geeft zij toch reeds voorloopig enkele middelen aan, die zouden kunnen worden aangewend om de verdere stijging van de grondprijzen den kop in te drukken. Deze middelen zijn a. De grondprijzen worden gestabiliseerd op het niveau van 1939 de stabilisatie wordt bewerkt door instelling van commissies, aan wier beoordeeling elke overdracht van gronden wordt onderworpen (ongeveer zooals nu de beoordeeling van elke verpachting wordt onderworpen aan de pachtkamers). b. De aankoop van grond voor belegging of speculatie wordt minder aantrekkelijk gemaakt door een gemeente lijke belasting op uitwonende eigenaren. c. De mogelijkheid tot bezwaring van den grond wordt beperkt (het is dikwijls de mogelijkheid tot ver gaande bezwaring, die leidt tot het besteden van hooge koop prijzen). De beperking zal hierin zijn gelegen, dat de hypo theken niet hooger zullen mogen zijn dan twee derde van de z.g. gebruikswaarde van den grond de gebruikswaarde is de waarde, die afgeleid wordt uit de pachtprijs, die voor dergelijk land pleegt te gelden. Nog een paar andere maatregelen stelt de commissie voor, maar de boven vermelde zijn de belangrijkste. 5{t ïk De voorstellen der commissie komen gedeeltelijk overeen met maatregelen, die reeds vroeger waren aanbevolen door een commissie, ingesteld door de Groninger Maat schappij van Landbouw. Deze laatste commissie was in haar eindconclusie echter wat minder positief dan de Landbouwcommissie der C.-H. Unie. Wij hopen, dat het vraagstuk het stadium van de rap porten eens (en liefst spoedig) te boven zal komen. Want het is een ernstig probleem, dat om oplossing roept. En hoe spoediger de oplossing komt, des te beter, want laat men de prijsstijging voortwoekeren, dan zal er mis schien veel kwaad uit voortvloeien, dat moeilijk zal zijn te herstellen. Al zijn er op het oogenblik ook andere, meer direct-dringende problemen, het vraagstuk van de hooge grondprijzen mag toch niet uit het oog worden verloren en wij bevelen het dus in de actieve belangstelling der landbouworganisaties aan. Het verslag over het boekjaar 19391940, kort geleden uitgebracht door den President der Nederlandsche Bank, is korter dan anders. De President onthoudt zich, in ver band met de bijzondere omstandigheden, van zijn ge bruikelijke beschouwingen van economischen en finan- ciëelen aard. Dit beteekent echter niet, dat het verslag geheel van interessante dingen verstoken is. Het bevat een mededeeling, die onzen lezers zeer zeker belang zal in boezemen, en die wij derhalve hier overnemen. Zij luidt als volgt Samenwerking particulier bankwezen en circulatiebank. Naar aanleiding van de déconfiture van een inter nationaal emissiehuis welke in hoofdzaak te wijten was aan het veronachtzamen van de regelen, die bij het leiden van een dergelijk bedrijf op den voorgrond moeten staan, is de circulatiebank met het particu liere bankwezen in overleg getreden. Het resultaat van dit overleg kan als volgt worden samengevat (1) de kwartaalstaten, welke de door ons van belang geachte gegevens verschaffen, worden vervangen door maandstaten (2) de banken en bankiers, die de staten indienen zullen aan de Nederlandsche Bank geregeld opgave doen van alle geopende credieten, die een bedrag, overeenkomende met 5 procent van het volgestort maatschappelijk kapitaal van de betrokken instelling (of voor de firma's van het firmakapitaal) te boven gaan, dan wel 1.000.000,of meer bedragen (3) de bankfirma's zullen ons bijzondere inlichtingen verschaffen omtrent haar kapitalen en omtrent de verhouding tusschen de firmanten en de firma (4) de specificatie van de cijfers der credietgeving, gesplitst naar bedrijfsgroepen, welke twee malen per jaar werd gegeven, zal vier malen per jaar verstrekt worden (5) naar aanleiding van de ontvangen gegevens zul len wij nadere inlichtingen kunnen inwinnen en des- gewenscht door personeel van onzen accountants dienst ten kantore van de desbetreffende instelling of firma, aan de hand van haar boeken of bescheiden, een onderzoek kunnen doen instellen. I) Bedoeld wordt Mendelssohn Co. De nieuwe regeling is bereids sedert eenige maan den in werking. Wij meenen, dat op deze wijze een bevredigende toestand verkregen is en wij willen niet nalaten onze waardeering te uiten voor den geest van samenwer king, dien wij bij het particuliere bankwezen ook thans weder mochten aantreffen. Dit alles heeft uitsluitend ten doel volledig op de hoogte te zijn van de gedragslijn, door de particuliere banken te volgen, teneinde haar zoo noodig op een ongewenscht voorkomende ontwikkeling te kunnen wijzen. Boven deze mededeeling staat „samenwerking". Boven ons artikel staat „controle". De verandering is niet wille keurig, want uit het doel der „samenwerking" blijkt, dat het geen samenwerking op voet van gelijkheid is, maar veeleer samenwerking, waarbij de Nederlandsche Bank controle zal uitoefenen. Zij wil volledig op de hoogte zijn van de gedragslijn, door de particuliere banken te volgen, teneinde haar zoo noodig op een ongewenscht voor komende ontwikkeling te kunnen wijzen. In gewoon Nederlandsch beteekent dit, dat de Nederlandsche Bank de particuliere banken gaat contröleeren. Hoe diep de controle zal ingrijpen, is natuurlijk niet te voorspellen. Slechts de praktijk zal deze vraag kunnen beantwoorden. De bedoeling is alleen „een ongewenscht voorkomende ontwikkeling" te voorkomen of te corrigeeren. Dit is dus geen leiding in dien zin, dat het beleid der particuliere bankdirecties geheel van de inzichten van de directie der Nederlandsche Bank afhankelijk wordt, doch uitsluitend het voorkomen of verbeteren van een verkeerd beleid. Welk beleid verkeerd is, zal uit den aard der zaak wor den beoordeeld door de Nederlandsche Bank, en dus hangt het in hooge mate van haar oordeel af, hoe de controle zich zal ontwikkelen en hoe ver zij zal strekken, Geheel nieuw is de controle van de Nederlandsche Bank niet, want reeds enkele jaren bestond er een zekere „samenwerking". Deze was tot nog toe echter van veel minder verstrekkenden aard. Het is misschien niet overbodig er op te wijzen, dat het reeds eenige maanden geleden is, dat de Nederlandsche Bank haar nieuwe bevoegdheden verkreeg.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1940 | | pagina 4