DE algemeene vergadering
der Coöperatieve Grondkapitaalbank
voor den Landbouw U.A. te Utrecht
4
DE RA1FFE1SEN-BODE
meene Vergadering zal staan om te beslissen wat er verder
zal gebeuren.
De voorgestelde oplossing is gegoten in den vorm van
een aanvulling op het Reglement op het Onderling Waar
borgfonds, dat ook overigens eenigszins herzien is.
De vertegenwoordiger van den Ring Graafschap achtte
de indiening van het voorstel voorbarig. De Boerenleen
banken worden nu juist gesaneerd door de verdeeling van
het Kapitaal voor Bijzondere Doeleinden. In plaats van nu
gelden op te vorderen voor het nieuwe Fonds, kan men
deze beter bij de Boerenleenbanken laten blijven.
Spreker keerde zich verder tegen de voorgestelde
degressie van de heffing, die hij onbillijk noemde en in
strijd met het Raiffeisen-beginsel. De Boerenleenbank, die
een groote reserve heeft, zou veeleer méér, dan minder
moeten bijdragen dan zij, die slechts een kleine reserve
bezit, want zij is hiertoe veel beter in staat. Hij vraagt om
de stemming te splitsen tusschen de vraag of er een fonds
zal worden gevormd en 't percentage van heffing. Spreker
meende hierdoor een zuiverder stemming te verkrijgen
(applaus).
De Afgevaardigde van de Boerenleenbank Enkhuizen
uitte zijn dankbaarheid jegens Bestuur en Raad van Toe
zicht der Centrale Bank, welker beleid ons door moeilijke
tijden veilig heeft heen gestuurd. Hij verklaarde van mee
ning te verschillen met den vertegenwoordiger van den
Ring Graafschap. Hij was het geheel eens met het Bestuurs
voorstel, dat er toe zou leiden, dat de veiligheid van
spaarders en leden der Boerenleenbanken zou worden
verhoogd. Het offer, dat ervoor zou moeten worden ge
bracht, achtte hij geenszins te zwaar en hij gaf de vergade
ring in overweging het voorstel zonder hoofdelijke stem
ming aan te nemen (applaus).
De Voorzitter van het Bestuur bestreed de argumenten
van den Vertegenwoordiger van den Ring Graafschap. De
gedachte, dat door de verdeeling van het Kapitaal voor
Bijzondere Doeleinden een geheel schoone lei zou wor
den bereikt, is niet geheel juist. Bovendien moet men
denken aan de onzekere situatie; regeeren is vooruit zien.
Het Bestuur doet het voorstel niet zonder goede redenen.
Aan den Vertegenwoordiger van den Ring Graafschap is
dit misschien minder duidelijk, omdat de situatie in de
Graafschap betrekkelijk gunstig is.
De premie-reductie in verband met de reserve ver
dedigde spreker met het argument: hoe grooter de reserve,
hoe kleiner het risico voor het Fonds.
Wat de grootte van de bijdragen betreft, spreker be
sefte, dat deze voor sommige banken een bezwaar was,
maar hij meende, dat hieraan in groote mate tegemoet is
gekomen door het amendement, dat de bijdragen beperkt
tot 12 jaar. In verband hiermede wees hij ook op de groote
bijdrage van de Centrale Bank.
Spreker ging accoord met de gedachte om de vergade
ring gelegenheid te geven zich eerst in beginsel uit te
spreken over de vraag of het gewenscht is een fonds te
vormen, daar het niet de bedoeling is het voorstel aan de
vergadering op te dringen.
De Voorzitter laat bij zitten en opstaan over die prin-
cipiëele vraag stemmen. De overgroote meerderheid geeft
door opstaan te kennen vóór het vormen van een fonds te
zijn (applaus).
De Voorzitter van het Bestuur las vervolgens enkele
amendementen van het Bestuur op de voorgestelde bepa
lingen voor. Hij ontraadde de aanneming van het amende
ment, voorgesteld door den Vertegenwoordiger van den
Ring Graafschap, om de bijdrage, door het Bestuur voor
gesteld, te halveèren.
De Voorzitter liet hierover stemmen bij zitten en op
staan, met het resultaat, dat slechts zeer weinigen dit
amendement bleken te willen aanvaarden.
De Voorzitter stelde vervolgens het voorstel van het
Bestuur, zooals geamendeerd, aan de orde en vroeg, of
iemand hierover stemming verlangde. Dit bleek niet het
geval te zijn, zoodat de Voorzitter constateerde, dat het
voorstel met algemeene stemmen, zonder hoofdelijke stem
ming, was aangenomen (applaus).
Rondvraag.
De Voorzitter van het Bestuur deelde mede, dat van
verschillende banken gegevens binnen waren gekomen over
de geleden oorlogsschade. Deze bleek te bedragen plm.
450.000.Van verschillende banken, waaronder ook
eenige, waarvan bekend is, dat ook zij schade hebben ge
leden, is de gevraagde opgave nog niet ontvangen. Aange
nomen mag worden, dat de oorlogsschade de 500.000.
wel zal overschrijden.
De Voorzitter drong er op aan, dat de Banken die de ge
vraagde opgave nog niet hebben ingediend, dit nog ten
spoedigste te doen.
De heer Van der Meyden, afgevaardigde van de Boeren
leenbank Noorden constateerde het groote vertrouwen van
de vergadering in het Bestuur, en het was dan ook geens
zins uit gebrek aan vertrouwen, dat hij de gedachte aan
het Bestuur voorlegde of het niet wenschelijk zou zijn in
dezen tijd eenige verandering te brengen in de beleggingen.
De Afgevaardigde van Ooltgensplaat, den heer W. v. d.
Heuvel, bepleitte verhooging van vergoeding voor de crisis
betalingen. De vergoeding is lang niet evenredig aan het
vele werk, dat zij aan de Kassiers geven.
De heer Hooft Graafland, Directeur der Centrale Bank
was het ermee eens, dat de vergoedingen laag waren, maar
is ervan overtuigd, dat verhooging een onmogelijkheid is.
De heer A. van Bruggen, Afgevaardigde van de Boeren
leenbank te Warffum, verzocht nog naar aanleiding van
hetgeen de heer Roebroeck, Directeur-Generaal van den
Landbouw, in zijn rede had gezegd, iets te mogen opmer
ken. Hij had hierin n.1. iets gemist. Niet ter sprake is ge
komen, dat de kleine boeren, die vaak 16 uren per dag
werken, toch ook recht hebben op een rechtvaardige be
looning. Hij drong er met klem op aan, dat ook hierin zou
worden voorzien.
De heer Roebroeck antwoordde hierop, dat juist hij
steeds voor de kleine boeren op de bres had gestaan en
ook nu niet zou aarzelen, om dit ter bevoegder plaatse naar
voren te brengen.
Daar niemand meer het woord verlangde, werd deze
druk bezochte en geanimeerde vergadering te ongeveer
kwart vóór vijven door den Voorzitter gesloten.
gehouden op Donderdag 27 Juni 1940
des namiddags om 2 uur, in hei Jaar
beursgebouw ie Utrecht
De Heer Mr. H M. Roelofsz opent de vergadering. Hij
deelt mede, dat door hem deze vergadering wordt gepresi
deerd, omdat de Heer Stroink werd verkozen tot Lid van
het Bestuur en de Heer Kakebeeke is overleden. Laatst
genoemde was van den aanvang af lid van den Raad van
Toezicht en heeft steeds zijn beste krachten aan de Ver-
eeniging gewijd. Zijn naam zal in dankbare herinnering
blijven.
Vervolgens worden de notulen der vorige Algemeene
Vergadering gelezen en ongewijzigd goedgekeurd.