fVVIFFEISEN-BODE DE RAIFFEISEN-BODE 1915 - 1 JULI - 1940 OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT INHOUD REDACTIONEEL GEDEELTE. Zie Mededeelingen op blz. 7 ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 1 JULI 1940 REDACTIE EN ADMINISTRATIE KR NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT TE LEF. 15867 VERSCHIJNT DEN EERSTEN VAN IEDERE MAAND ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR LOSSE NUMMERS 10 CENT FRANCO PER POST a. Redactioneel Gedeelte. I. De Raiffeisenbode 1915 I Juli 1940. 2. De Algemeene Vergadering der Centrale Bank. 3. De Algemeene Vergadering van de Grondkapi- taalbank. 4. Schadeloosstellingen voor opruimingen en ingebruiknemingen door het Nederlandsch Gezag. 5. De- viezenverordening 1940. 6. Vergaderingen. 7. Zeker heidsoverdracht van vee. 8. Ter attentie van H.H. Kas- siers. 9. Eenvoudige boekhouding voor de kleinere Tuin bouwbedrijven. b. Mededeelingen. I. Spreekuren Juridisch Bureau. 2. Ver zonden circulaires. 3. Bedrijfscredieten. 4. Kon. Ned. Jaarbeurs. 5. Gedrukte Jaarverslagen. c. Advertentiën. Hoewel de omstandigheden er niet in de eerste plaats toe leiden om allerlei jubilea en andere herdenkingen te vieren, willen wij het feit, dat de „Raiffeisen-Bode" thans 25 jaar als maandblad onzer organisatie heeft bestaan, toch niet zonder meer laten voorbijgaan, doch hieraan een enkel woord wijden. Wij schreven hierboven, dat de „Raiffeisen-Bode" als maandblad 25 jaar bestaat en daarbij valt dan de nadruk op maandblad. Immers als orgaan onzer organisatie heeft de Bode reeds een langer bestaan achter den rug, terwijl het ontstaan aanleiding heeft gegeven tot veel daaraan voorafgaande besprekingen. Wanneer wij onze oude kronieken opslaan, treft het ons, dat de kwestie van een eigen orgaan blijkbaar maar niet zoo was op te lossen, doch dat er heel wat is moeten wor den „afgepraat alvorens het zoover was, dat het leven kon worden geschonken aan een eigen blad. Het lijkt ons niet onaardig om juist in dezen tijd, nu nieuwe toestanden, nieuwe omstandigheden en nieuwe opvattingen van alle kanten als het ware op ons losstormen, te trachten een oogenblik stil te staan en terug te zien, inzonderheid langs den weg, langs welken onze „Raiffeisen- Bode is geworden tot wat zij thans is, het eigen orgaan van onze organisatie. Reeds in de eerste jaren van het bestaan der Centrale Bank vinden wij iets vermeld omtrent het eventueel uit- geven van een blad en wel in de notulen van de op 7 April 1906 gehouden Algemeene Vergadering der Centrale Bank. Tot een besluit kwam men blijkbaar niet, want wij vinden in de notulen opgeteekend. dat het voorstel tot uitgave van een maand- of weekblad wordt aangehouden. Ook in de Algemeene Vergadering van 4 Mei 1907 kwam men met veel verder; besloten werd althans, dat het voor stel tot het uitgeven van een eigen orgaan, hetwelk door de Bank in Aalten was gedaan, in de Algemeene Vergade ring van 1908 zou worden behandeld. Op de agenda voor deze vergadering vinden wij als punt 12 vermeld „Prae-advies van het Bestuur, omtrent het voorstel Aal ten tot het oprichten van een eigen orgaan". In dit prae-advies deelt het Bestuur der Centrale Bank mede, dat van de aangesloten 271 banken slechts 86 op een hen door het Bestuur gedaan verzoek, om te willen opgeven, hoeveel abonnementen zij voor het eigen orgaan genoteerd wenschten te zien, hadden geantwoord. In totaal werden 425 abonnementen opgegeven, welk aantal het Bestuur onvoldoende achtte om de kosten te dekken. Daar gevreesd werd voor een tekort, adviseerde het Bestuur nog niet tot de oprichting te besluiten. Geheel van de baan raakte deze aangelegenheid echter niet, daar de Algemeene Vergadering van 1908 besloot het door Aalten gedane voorstel aan te houden. Ook in de bestuursvergadering kwam de zaak wederom ter sprake. In de notulen der vergadering van 8 October 1908 werd de wenschelijkheid naar voren gebracht van een eigen orgaan. In de Algemeene Vergadering van het volgende jaar, dus van 1909, die op 24 April werd gehouden, viel tenslotte het besluit om over te gaan tot de oprichting. Hiermede was dit orgaan er echter nog niet, want de Algemeene Vergadering stelde geen datum van uitgifte vast, doch het de bepaling van het tijdstip van uitvoering van het genomen besluit over aan het Bestuur der Centrale Bank. Deze taak werd door het genoemde College niet licht opgenomen ernstig en diep werd blijkbaar over de zaak nagedacht, want eerst in de notulen der bestuursvergade ring van 16 December 1911 vinden wij vermeld, dat het eerste nummer van de „Raiffeisen-Bode" ter tafel werd gebracht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1940 | | pagina 1