DENKEN EN DOEN Vergoeding van oorlogsschade. Verzekering bij buitenlandsche maatschappijen. Surplus percentage bij beleening van effecten. 92 DE RAIFFEISEN-BODE Zonder twijfel zijn er debiteuren van Boerenleenbanken hoewel hun aantal, naar onze voorloopige indruk, be trekkelijk klein is die oorlogsschade hebben geleden, bij vergoeding waarvan ook de betrokken Boerenleen bank belang heeft. In verband hiermede vestigen wij de aandacht er op, dat er een commissie aan het werk is, die richtlijnen voor de vergoeding van oorlogsschade zal vaststellen. Deze com missie is begonnen met het vragen van opgaven omtrent schaden, waarop onze circulaire van 28 Mei betrekking had. Dit is uitsluitend een voorbereidende werkzaamheid, en voorloopig zal dus over het toekennen van vergoeding niets bekend worden. Voorloopig zullen ook de Boeren leenbanken, die belang hebben bij vergoeding van oorlogs schade aan hun debiteuren, rustig moeten afwachten. Zoodra iets meer over de vergoeding bekend wordt, zullen wij hiervan te dezer plaatse mededeeling doen. Men vraagt ons advies betreffende de waarde, welke thans nog mag worden toegekend aan verzekeringspolissen, welke door buitenlandsche maatschappijen zijn onder teekend. Wij hebben ons te dezer zake gewend tot een eerste klasse assurantie-firma, welke ons het volgende mede deelde De opvatting, dat de polissen waardeloos zouden zijn en haar rechtskracht verloren hebben, is niet juist. Juist is wèl, dat er gedurende den oorlogstoestand geen remises uit het buitenland te verwachten zijn. Evenals na den oorlog 19141918 mag echter verwacht worden, dat de soliede verzekerings-maatschappijen hunne verplichtingen zullen nakomen. In ieder geval lijkt het niet verstandig nu al reeds ver zekeringen te gaan oversluiten. Het zou mogelijk kunnen zijn, dat hier te lande dwingende maatregelen zouden wor den voorgeschreven, een en ander te rekenen volgens de situatie op 10 Mei j.1., zoodat men met overijlde overslui- tingen slechts bereikt had, dat men zijn tweede premie betaling tevergeefs had gedaan. Wil men de kans niet ontgaan op eventuëele schade vergoedingen, dan zal men intusschen zijn verplichte premie-betalingen moeten blijven verrichten. Nalatigheid in deze zou voor de betrokkenen werkelijk een ramp kunnen beteekenen. Ook is het van groot belang, dat de schade opgemaakt en gecontroleerd wordt door een betrouwenswaardig expert, zoodat de Maatschappij geen bezwaren kan maken de schade later te erkennen. Mocht het zijn, dat er meer teekening in den toestand komt en het ons duidelijker wordt wat in dezen te doen staat, dan zullen we onze Boerenleenbanken nader adviseeren. Wij merken daarbij op, dat wij geenerlei verantwoor delijkheid voor het een en ander aanvaarden en de be trokkenen zelf naar hun beste weten en inzicht behooren te handelen. over het treffen van een pensioenregeling voor den Kassier is goed de Centrale Bank wil gaarne daarbij van voorlichting dienen, maar dan moet men ten slotte ook komen tot anders bereikt men alleen, dat er geen ouderdoms verzorging voorden Kassier komt, waarbij wij dan maar niet willen „denken" aan de omstandigheden, waarin echtgenoote en kinderen zullen achterblijven, indien hun verzorger komt te vallen. Uit het Amsterdamsch Effectenblad van 27 Mei 1940 namen wij het navolgende over betreffende de verlaging door de Nederlandsche Bank van de percentages bij belee ning van effecten Nieuwe surplus-percentages vastgesteld. De Vereeniging voor den Effectenhandel heeft van de Nederlandsche Bank bericht ontvangen, dat met ingang van Maandag 27 Mei 1940 de percentages van het surplus, dat door de Nederlandsche Bank wordt verlangd bij het ver- leenen van voorschotten op of het in beleening nemen van effecten, zijn verlaagd. Zoowel voor loopende als voor nieuwe posten gelden met ingang van dien datum de navolgende surpluspercentages A. voor binnenlandsche effecten 1. 20 voor obligaties van Nederland en Neder- landsch-Indië alsmede van Nederlandsche en Neder- landsch-Indische provincies en gemeenten en de Nederlandsch-ïndische Spoorweg Mij. 2. 30 voor obligaties niet vermeld onder 1, loten en pandbrieven alsmede aandeelen en certificaten van aandeelen van bank- en crediet-instellingen en van spoor- en tramwegen 3. 40 °/o voor aandeelen en certificaten van aandeelen, niet genoemd onder 2 en 4

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1940 | | pagina 4