NATUURLIJK „GEBONDEN ECONOMIE." Een nieuw soort onteigening In het belang van den wederopbouw. DE RAIFFEISEN-BODE Indien cheques of wissels bij de Centrale Bank betaalbaar gesteld zijn, is het noodzakelijk, dat de Centrale Bank in het bezit is van een adviseerend orderbriefje. Men voorkomt oponthoud en overbodige corres pondentie door direct een orderbriefje (Form. 066) te zenden, zoodra uit een ontvangen adviesstrookje blijkt, dat een rekeninghouder een cheque op de Boerenleenbank heeft afgegeven, welke betaalbaar gesteld is bij de Centrale Bank. De ontwikkeling gaat snel. Was reeds sinds lange jaren een steeds verdere toeneming van de gebondenheid in het economisch leven, een steeds verder gaande inkrimping van de economische vrijheid, waar te nemen, in den laatsten tijd is het hoe langer hoe sneller deze richting uit gegaan. De gebondenheid (bestaande in prijsregelingen, productie regelingen, e.d.) begon sterk om zich heen te grijpen onder invloed van de depressie, dus na 1930. Aan een agrarische lezerskring behoeven wij dit niet nader toe te lichten. Nog meer breidde zij zich uit toen de oorlog tusschen Duitsch- land, Engeland en Frankrijk uitbrak. En nu, ruim een half jaar daarna, kunnen wij gerust zeggen, dat vrijwel ons geheele economisch leven gebonden is of op het punt staat gebonden te worden. De vrije prijsvorming behoort voor- loopig tot het verleden. De vrijheid van den consument om te koopen wat hij wil in de hoeveelheden die hij wenscht, behoort grootendeels tot het verleden. De vrijheid van den ondernemer is nog weinig beperkt, maar het is niet onwaar schijnlijk, dat beperkingen ook voor hem op komst zijn. De vrijheid tot ontslag van arbeiders is beperkt, en zoo zouden wij nog wel even kunnen doorgaan. Men leze in deze constateering van de overgang naar de vrijwel geheele gebondenheid van het economisch leven geen critiek. Wij constateeren den overgang slechts zonder ons te wagen aan een oordeel omtrent het al of niet wenschelijke er van. De dwang der omstandigheden, de nood der tijden, maken het uitspreken van een waar- deeringsoordeel trouwens vrij zinloos. Of de gebondenheid van het economisch leven zich ook zal uitstrekken over het bankwezen en speciaal het Boeren leenbankwezen, is een vraag, welker beantwoording wij natuurlijk aan de toekomst zullen moeten overlaten. Wij zullen rustig moeten afwachten en inmiddels moeten trachten ons huis zoo goed mogelijk in orde te houden. Bij beschikking van den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht d.d. 24 Mei j.1. zijn aan den Regeeringscommis- saris voor den Wederopbouw zeer ruime bevoegdheden tot onteigening toegekend. Terwijl onteigening volgens de ont eigeningswet met allerlei waarborgen is omringd en een vrij langdurige procedure meebrengt, zal de regeeringscommis- saris kunnen onteigenen door een eenvoudige aanzegging aan den burgemeester. Hoe de betrokken eigenaar op de hoogte wordt gesteld van de onteigening, vermeldt de be schikking niet. Wij nemen echter aan, dat de burgemeester de aanzegging aan hem zal doorgeven. De onteigening geschiedt door de aanzegging aan den burgemeester de eigenaar is zijn eigendom dus reeds kwijt, vóór hij het weet. De eigendom gaat op de overheid over vrij van alle lasten en rechten. Hypotheken gaan dus te niet zoodra de aanzegging tot onteigening is gedaan. De overheid zal echter ook bij dit nieuwe soort onteige ning een schadeloosstelling toekennen; van het grondwette lijke beginsel „geen onteigening zonder schadeloosstelling" wordt dus niet afgeweken. De beschikking geeft omtrent deze schadeloosstelling echter nog niet veel houvast; zij geeft slechts een zeer korte en voorloopige bepaling (hetgeen in verband met de urgentie der beschikking en de zonder twijfel overstelpende werkzaamheden, waarmee de autoriteiten belast zijn, ook wel begrijpelijk is). „Volgens nader te stellen regelen," zoo wordt bepaald „wordt door de daartoe aan te wijzen instantie een redelijke vergoeding toegekend. Hieraan wordt toegevoegd, dat bij deze toekenning zooveel mogelijk rekening zal worden gehouden met de rechten van hypo theekhouders en andere rechthebbenden. De Regeeringscommissaris voor den Wederopbouw heeft nog een andere bevoegdheid gekregen om inbreuk te maken op het eigendomsrecht hij kan plannen voor den weder opbouw vaststellen, en een ieder is verplicht de uitvoering van deze plannen te gedoogen. Deze verplichting geldt met name voor de eigenaren van onroerende en roerende goe deren, die bij de uitvoering van zoodanige plannen betrok ken zijn. Ook hier echter zal indien voor de eigenaren schade ontstaat, een tegemoetkoming kunnen worden toege kend en zal met de rechten van hypotheekhouders zooveel mogelijk rekening worden gehouden. Waarschijnlijk zullen deze maatregelen voor den weder opbouw in het bijzonder worden toegepast in steden als Rotterdam en Middelburg, maar het is niet onmogelijk, dat ook in enkele plattelandsgemeenten gebruik ervan zal wor den gemaakt en dat zoodoende ook eenige Boerenleen banken, als hypotheekhoudsters, ermee te maken zullen krijgen (hoewel wij hier direkt aan toevoegen, dat onze voor loopige indruk is, dat onze Boerenleenbanken slechts in geringe mate bij oorlogsschade zijn betrokken). Daarom wijzen wij onze lezers op de nieuwe ingevoerde onteigening en gebruikmaking van particulieren eigendom. Als in hun buurt plannen voor wederopbouw worden ge maakt, is het gewenscht, dat zij een oog in het zeil houden en probeeren te weten te komen, of ook debiteuren der Boerenleenbanken bij die plannen betrokken zijn. Mocht dit het geval zijn, dan stelle men de Juridische Afdeeling der Centrale Bank ervan op de hoogte; deze zal het noodige verrichten om de belangen der Boerenleenbank veilig te stellen. heeft ook de Kassier eener Boeren leenbank te zorgen voor den ouden dag. HET BESTUUR kan die zorgen echter verlichten. EN HET COLLECTIEF-CONTRACT overbrugt een deel der finantiëele bezwaren door belangrijke premie-reductie. De Centrale Bank geelt gaarne in lichtingen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1940 | | pagina 3