Grondstof voor een Jaarverslag
68
DE RAIFFEISEN-BODE
Alles bijeen genomen is slechts een zeer klein ge
deelte der landbouwcredietorganisaties uitgeschakeld. Het
grootste deel der Banken is nog op haar vestigingsplaatsen
aanwezig.
Ook de verschillende centrale organisaties, de voorlich
tingsdienst en de inspectie werken door als tot dusverre.
De activiteit der landbouwcredietorganisaties, zoowel
als die van de centrale organisaties, is ondanks den oorlog
even levendig als voorheen.
Aan de landbouwcredietorganisaties is instructie ge
geven, dat, indien in eenige landstreek tengevolge van den
oorlog evacuatie der bevolking plaats vindt, deze organi
saties met al hare bescheiden en archieven tegelijkertijd
mede verplaatst worden naar de streek, waarheen de be
volking wordt afgevoerd."
Ten aanzien van laatstbedoelde instructies zij opgemerkt,
dat Finland zeer aanzienlijk minder dicht bevolkt is dan
ons land. (Men zie hierover o.a. de Raiffeisen-Bode van
December 1939).
In ons land zal in vrijwel iedere streek, waarheen even
tueel afvoer der burgerbevolking zal plaats vinden, reeds
een Boerenleenbank gevestigd zijn.
Dit laatste is dan ook de reden, dat de Centrale Bank
overweegt zoodanige maatregelen te treffen, dat zij, die
moeten evacueeren, met hun spaarboekjes terecht zouden
kunnen bij de Boerenleenbank ter plaatse, waarheen zij
worden afgevoerd.
Zooals wij reeds in het begin zeiden, hebben wij ten
aanzien van deze dingen nog geen ondervinding opgedaan
en werd een en ander door ons veronderstellenderwijs
opgezet.
Dit neemt echter niet weg, dat ook wij verplicht zijn
voorzorgsmaatregelen te nemen.
Wij zijn het dan ook van harte eens met de rede, door
Minister van Kleffens op 25 Januari j.1. in de Eerste Kamer
uitgesproken, waarin Zijne Excellentie o.a. zegt
„Wat geeft ons of anderen het recht, met een even be
denkelijke als onverantwoordelijke oppervlakkigheid den
belligerenten bedoelingen aan te wrijven, die zóózeer in
strijd zijn met elementaire eischen en behoeften van de
internationale gemeenschap, waartoe zij zelf van nature
behooren?
Zeker, wanneer wij bepaalde feiten aan onze grenzen
-aan welke zijde dan ook opmerken, dan moeten wij
voorzorgsmaatregelen nemen, hetgeen wij dan ook doen
naar alle zijden.
Maar anderzijds zou niets bedenkelijker zijn, dan uit die
overweging te besluiten, dat de Staten willen leven naar
de wet van het oerbosch, als verscheurende dieren.
Voor eerbied voor elkanders erf, óók in de samenleving
der Staten, zal Nederland altijd bereid zijn op te komen
op alle wijzen, die met onze positie strooken.
Zelf handelt Nederland naar den regel, dat het richtig
wil leven, anderen niet wil deren en ieder het zijne wil
geven. Blijven wij ook in dit opzicht paraat en laten wij
ons niet op sleeptouw nemen door den waan van den dag."
Van verschillende zijden werd ons verzocht om ook dit
jaar wederom eenige aanwijzingen te geven voor het
maken van een jaarverslag of het opstellen van een toe
spraak over den gang van zaken in het afgeloopen jaar.
Wij kunnen ons hierbij vanzelfsprekend slechts beperken
tot eenige algemeene opmerkingen, zoodat men dus de
bijzonderheden, de eigen Bank betreffende, zelf hieraan
dient toe te voegen.
Ons vorige jaarverslag besloten wij met de volgende
zinsneden
„Wat het nieuwe jaar, voorzoover het nog komen moet,
ons zal brengen, is aan niemand bekend. Blijven wij ge
spaard voor politieke verwikkelingen, zooals wij hebben
gekend in 1938, dan is een verdere verlaging van de rente
niet onmogelijk."
Helaas zijn wij niet alleen niet gespaard gebleven voor
verdere politieke verwikkelingen, maar het jaar 1939
bracht zelfs het ergste, wat de menschheid sinds langen tijd
vreesde, n.1. den oorlog.
Het afgeloopen jaar is een opeenvolging van politieke
verwikkelingen geweest, culmineerend in het uitbreken
van den oorlog tusschen enkele groote mogendheden in
begin September.
Deze zeer ernstige tijdsomstandigheden zijn uit den aard
der zaak niet ongemerkt aan onze Boerenleenbanken
voorbijgegaan.
De toespitsing der internationale spanningen omstreeks
Paschen, toen Albanië door Italië werd geannexeerd, ver
wekte in ons land slechts voorbijgaanden onrust.
Anders werd het, toen eind Augustus de Regeering het
noodzakelijk oordeelde, de algemeene mobilisatie van leger
en vloot af te kondigen en kort daarop verschillende deelen
van ons land in staat van beleg werden verklaard.
Bij alle bankinstellingen en spaarbanken in den lande
werden belangrijke bedragen opgevraagd en ook de
Boerenleenbanken ontkwamen niet aan de algemeene
onrust.
Toch zijn bij de Boerenleenbanken, in vergelijking met
andere banken, de opzeggingen niet hoog geweest in ver
houding tot de in totaal gedeponeerde bedragen.
De teruggang van spaargelden was overigens reeds door
de Boerenleenbanken zelf in de hand gewerkt door een
verlaging der rente, waardoor de overtollige gelden en
tijdelijk gedeponeerde kapitalen werden geweerd.
Een en ander, gevoegd bij de onrust door de internatio
nale toestanden, heeft tot eenige afvloeiing van spaar
gelden geleid.
Bovendien werkte de gewijzigde inlevering van graan
eveneens hiertoe mede.
Tot dusverre was de landbouwer geheel vrij om zijn
graan af te leveren, wanneer hij dit wenschte, zoodat dit
geheel geschiedde al naar gelang de landbouwer daaraan
behoefte had.
In 1939 geschiedde de levering van graan echter aan de
Regeering niet, wanneer men dit wenschte, doch wanneer
de Regeering zulks verlangde.
De betaling van dit ingenomen graan liet vaak eenigen
tijd op zich wachten, zoodat men verplicht was tijdelijk bij
de Boerenleenbank geld op te nemen.
In deze zelfde richting werkten ook in de laatste maan
den van 1939 de verschillende vorderingen door de militaire
autoriteiten.
De in de eerste dagen van September uit angst opge
vraagde bedragen zijn sedert dien voor een deel weer naar
de Banken teruggevloeid, mede door het langzaam terug-
keerend vertrouwen en de wetenschap, dat men toch niets
met het geld zou kunnen doen.
De groote geldruimte, die de jaren 1937 en 1938 ken-