AIFFEISEN-BODE GELDIGHEID VAN GOUDCLAUSULES INHOUD: OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT REDACTIONEEL GEDEELTE. Zie Mededeelingen op blz. 70 REDACTIE EN ADMINISTRATIE KR. NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT TELEF. 15867 VIJF EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 9 MAART 1940 VERSCHIJNT DEN EERSTEN VAN IEDERE MAAND ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR LOSSE NUMMERS 10 CENT FRANCO PER POST a. Redactioneel Gedeelte. IDe Geldigheid van Goudclau sules. 2. Evacuatie. 3. Grondstof Jaarverslag. 4. De Jaar lij ksche Controle. 5. Geld- en Effectenmarkt. b. Mededeelingen. 1. Spreekuren Juridisch Bureau. 2. Slui ting kantoor Centrale Bank. 3. Kapitaal voor Bijzondere Doeleinden. 4. Verzonden Circulaires. 5. Bankbiljetten, welke aan de circulatie worden onttrokken. 6. Uitloting Grondkapitaalbank. c. Advertentiën. Den laatsten tijd bereikten ons herhaaldelijk vragen of een in een contract voorkomende goudclausule nu geldig was of niet. Wat is eigenlijk een goud-clausule? In het algemeen hebben wij hierbij geconstateerd, dat men geen juist begrip daaromtrent heeft speciaal is het ons opgevallen, dat men van meening is dat alle clausules, waarbij met zooveel woorden is bedongen, dat de prestatie afhankelijk zij van de eventueele waardevermindering van den gulden ten opzichte van het goud, nietig zijn, doch dat een regeling waarbij men op andere wijze aan de genoemde waardevermindering wil ontkomen, wèl geldig is, mits men het woord „goud" maar niet noemt. (Bij voorbeeld een clausule, inhoudende dat de prestatie in dezelfde mate zal stijgen en dalen als de salarissen van een bepaalde groep ambtenaren.) Geen van beide meeningen is juist. De wet van 24 Mei 1937, welke bekend is onder den naam van „Wet op de goudclausules 1937" (zij heeft terug werkende kracht tot en met 26 September 1936) verstaat onder „goud-clausules" elk beding dat de strekking heeft den schuldeischer geheel of gedeeltelijk te vrijwaren voor de gevolgen van waardevermindering van den gulden ten opzichte van het goud." Gelijk men ziet is dit een zeer ruime omschrijving, en, op deze definitie afgaande, zijn beide bovengenoemde categorieën dus goudclausules in den zin der Wet. Vereischten voor nietigheid van goudctausules. Goudclausules nu zijn ingevolge de genoemde wet nietig, indien zij voorkomen in binnenlandsche overeenkomsten van geldleening of van vestiging van altijddurende renten, van verhuring of verpachting, of tot vestiging van een zakelijk recht op een onroerende zaak, indien die overeen komst is aangegaan vóór 27 September 1936. De wet is niet van toepassing op de ter beurze van Amsterdam genoteerde obligaties, waarin een goudclausule is opgenomen. Men ziet dus, dat de nietigheid van goudclausules nogal beperkt is, In de eerste plaats zijn slechts de goudclausules in de met name genoemde overeenkomsten nietig. Het zal wel licht sommigen onzer lezers opvallen, dat onder deze overeenkomsten voorschotten (geldleeningen) wel begre pen zijn, doch dat credietovereenkomsten (rekening-cou rant-contracten) niet onder de wet vallen. Dit mag eenigszins willekeurig schijnen, doch de oorzaak ligt hierin, dat de strekking van een credietovereenkomst met zich medebrengt, dat de rekening nu eens een debet saldo, dan weer een creditsaldo vertoont, zoodat de con- tracteerende partijen om de beurt bij elkander in het krijt staan. Wanneer een goudclausule in de overeenkomst zou zijn opgenomen, zouden beide partijen daarvan ongeveer ge lijkelijk de invloed kunnen ondervinden (althans behooren te kunnen ondervinden, daar verondersteld wordt dat het crediet een behoorlijke „omzet" heeft). Bij een voorschot daarentegen heeft de voorschotgever aan zijn prestatie voldaan, terwijl de verplichting van den voorschotnemer in de toekomst ligt. Een in de schuld bekentenis opgenomen goudclausule zou dus alleen ten laste van den schuldenaar komen. Een andere beperking geldt de ter beurze van Amster dam genoteerde geldleeningen, waarin goudclausules voor komen. Een derde beperking ligt in den datum van aangaan van de overeenkomst. Deze moet liggen vóór 27 September 1936. Het begrip „binnenlandsche overeenkomst". Een zeer belangrijk vereischte voor een overeenkomst, wil de daarin voorkomende goudclausule nietig zijn, ligt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1940 | | pagina 1