1914 er> Nu. De Nieuwe Belastingplannen en de Boerenleenbanken. DE RAIFFEISEN-BODE 2 7 genoemde wel niet direct met het liquiditeitsvraagstuk in verband staan, maar dat hierin een wenk moet worden gezien om geen groote bedragen uitsluitend onder persoon lijke zekerheid te geven en om er nog eens de aandacht op te vestigen, dat een Boerenleenbank er niet in de eerste plaats is om hypotheken op gebouwde eigendommen te verstrekken. Wij vertrouwen dat na deze uiteenzettingen het onze Banken nog weer eens duidelijk voor oogen staat, welke groote beteekenis te hechten valt aan een goede verzorging van de liquiditeit en de noodzakelijkheid van een beperking der bevoegdheid tot het verstrekken van voorschotten op langen termijn ten volle zullen onderschrijven. De dispensatieregeling beoogt de handhaving van een voldoende liquiditeit in onze organisatie. Wij meenen daarom bij de uitvoering op de volle medewerking van alle aangesloten Banken te mogen blijven rekenen. (Wordt vervolgd) Onwillekeurig dringt zich een vergelijking op tusschen de financiëele situatie, die een kwart eeuw geleden door het uitbreken van den oorlog ontstond, en de financiëele situatie van nu. In 1914 - langdurige sluiting van de beurs. In 1939 de beurs blijft open. In 1914 algemeen moratorium (opschorting van beta lingen gedurende zekeren tijd, ter voorkoming van runs op de Banken e.d.). In 1939 eenige geldonttrekking aan de Banken, maar op matige schaal; derhalve geen moratorium. In 1914 groote verwarring op allerlei gebied. In 1939 men was in velerlei opzicht op de catastrophe voorbereid en was terstond gereed met de noodige maatregelen. Deze vergelijking valt dus zonder twijfel ten gunste van 1939 uit. Dit wil echter niet zeggen, dat 1939 in het geheel geen bezwaren van financiëelen aard doet rijzen. Integendeel. Het uitbreken van den oorlog heeft evenals in 1914 een gevoelige daling van de koersen der obligaties teweeg gebracht. Deze daling is voor de bezitters van obligaties natuurlijk verre van aangenaam; de beurswaarde van hun bezit is aanmerkelijk gedaald. Zij kunnen slechts hopen op betere tijden en het Beleggingsfront dankbaar zijn, dat dit destijds een nog verdere renteverlaging heeft tegen ge houden. Met de daling in de obligatiekoersen correspondeert de stijging van den rentevoet. De tijd van lage rente behoort voorloopig tot het verleden. Evenals in 1914 zullen wij ons op een hoogeren rentevoet moeten instellen. Voor land- en tuinbouw is dit te betreuren, want de opbrengsten van het bedrijf zijn nog niet van dien aard, dat een hoogere rente er af kan. De regeering, die nu alles in de hand heeft, moge bij de bepaling van de prijzen met den hoogeren rentevoet rekening houden. Tenminste voor zoover dat mogelijk is want bij producten, waarvan wij een teveel hebben, zal het moeilijk zijn de prijzen loonend te maken, behalve ten koste van groote offers. Voor de bedrijven, die dergelijke produc ten voortbrengen, ziet het er dus vrij somber uit. Evenals in 1914 is de toekomst ook nu donker en dreigend. Niemand kan in zulk een toekomst vooruitzien. Allerlei verrassingen en onverwachte wendingen kunen zich voor doen. e voordeelen van het gebruik van een schrijf machine zijn duidelijk schrift, dus minder fouten, cachet, copieën. Van een telmachine tijdbesparing, minder fouten, éénmaal tellen, gemakkelijke controle. Deze voordeelen gelden slechts wanneer de juiste machine wordt gebruikt. De Materiaal-afdeeling heeft o.m. tot taak voor lichting te geven op dit voor haar bekend terrein. Vraag haar, wanneer U aanschaffing van een machine overweegt, advies. Dit wordt U zonder eenige verplichting gegeven. Eén ding kan men echter met zekerheid verwachten dat het bedrijfsleven met groote moeilijkheden te kampen zal krijgen. In het bijzonder de bedrijven, die op export zijn aangewezen wij denken hier o.m. aan onzen tuinbouw zullen deze moeilijkheden gevoelen. Ook het bankwezen zal, als credietgever der bedrijven, ermede in aanraking komen. Maar waarin de moeilijkheden precies zullen bestaan, hoe ernstig zij zullen worden, hoe men zal trachten het hoofd er aan te bieden dat zijn alle nog vragen, waarvan het antwoord in het duister ligt. Het eenige wat men in zulke omstandigheden kan doen, is rustig afwachten en inmiddels zoo goed mogelijk zijn gewone werk doen. De Regeering heeft in de Millioenennota aangekondigd, dat zij het ontwerp van wet tot heffing van een nationale inkomsten- en winstbelasting zal intrekken; dit ontwerp is in het voorjaar ingediend door Minister de Wilde; het ging uit van een geheel nieuw 'systeem van belastingheffing en was vrij ingewikkeld. In plaats daarvan zal de regeering voorstellen een ver hooging van de inkomstenbelasting en instelling van een winstbelasting. Met dit laatste zullen ook wij te maken hebben. De winsten van de Boerenleenbanken en de Cen trale zullen worden belast. Tot nog toe waren, krachtens de wet op de dividend- en tantièmebelasting, alleen uit- deelingen van winst belast voortaan zullen ook winsten, die niet worden verdeeld, aan belasting onderworpen zijn. De winstbelasting zal, volgens aankondiging der regeering, ingaan in 1941. Wij nemen aan, dat in dat jaar belasting zal moeten worden betaald over de winst van 1940. Hel doel van een Boerenleenbank is het dienen van de belangen der leden. De Bank zelf mag geen doel worden. Niet uitsluitend de grootte van een Boerenleenbank bepaalt haar nut en beteekenis; de innerlijke kracht is daartoe een noodzakelijke voorwaarde. Deze inner lijke kracht kan slechts worden bewaard, wanneer de zaken met groote voorzichtigheid worden gedreven en niet-toelaatbare risico's blijven uitgesloten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1939 | | pagina 3