CONTACT MET BORGEN en de hiervoor bestaande formulieren. Vraag en Antwoord 20 DE RAIFFEISEN-BODE. Wanneer behoort de Bank contact met de borgen te zoeken? Als alles goed gaat met een voorschot of crediet, als rente en aflossing geregeld worden betaald resp. voldoende omzet op het crediet bestaat, is er geen reden voor de Bank om met de borgen contact te zoeken. Anders is het, wanneer het niet goed gaat. De borgen rekenen er waarschijnlijk op, dat het voorschot zal worden afgelost volgens de gestelde voorwaarden of dat het crediet zal worden gebruikt volgens de bedoeling, d.w.z. met behoorlijken omzet. Wanneer dit niet gebeurt, en wanneer zij dit later bemerken, zal dit voor hen een teleurstelling zijn. Die teleurstelling zal nog erger zijn, wanneer zij moeten bijpassen; zij zal dan wellicht ge paard gaan met ontstemming tegenover de Bank, die hen niet op de hoogte heeft gehouden. Hoewel op de Bank geen wettelijke plicht rust om de borgen op de hoogte te houden, is het toch wel ten zeerste gewenscht om dergelijke teleur stelling en ontstemming te voorkomen. Behandel een ander zooals gij zelf behandeld zoudt willen worden! Wanneer gij zelf, lezer, borg waart, zoudt gij het dan niet op hoogen prijs stellen, wanneer de Bank U op de hoogte bracht, als het minder goed ging met de post, waarvoor gij U aan sprakelijk had gesteld? Welnu, zoek dan contact met de borgen, wanneer een debiteur niet aan zijn verplichtingen voldoet. Daarmee voldoet gij niet alleen aan wat wij als moreelen plicht zouden willen beschouwen, maar gij houdt daardoor ook de roep der Boerenleenbanken als hoog staande en dienende instellingen hoog Onze formulieren. Dit verhaal, zoo zult gij, lezer, bij U zelf zeggen, heb ik al eens meer vernomen. Inderdaad, reeds meermalen is in deze kolommen op het aambeeld van een goede behandeling der borgen gehamerd. De reden, waarom wij het verhaal nogmaals afdraaien, is niet zoozeer om wederom te hameren, maar om een inleiding te hebben voor de bespreking van de formulieren, die de Centrale Bank heeft laten maken voor het contact met borgen. Deze formulieren zijn op verschillende tijdstippen uitgegeven, en het is gewenscht, dat wij hen eens even in onderling verband bekijken. Wij hebben in de eerste plaats het reeds vrij oude ver- lengings- of uitstelformulier (form. 116)). Dit is een briefje waarbij de borgen voor een voorschot instemming betuigen met uitstel van aflossing, door de bank aan een voorschot nemer verleend. In de tweede plaats hebben wij een formulier (nr. 250 II), waarbij de bank aan de borgen meedeelt, hoe de stand van het voorschot is -wordt uitstel van aflossing toegestaan, dan kan ook dit bij het zelfde formulier worden meegedeeld. In de derde plaats hebben wij een formulier (nr. 250 III), waarbij aan de borgen de stand van het crediet in l.r., waar voor zij borg zijn, wordt opgegeven, met mededeeling van eventueele inperking of overschrijding. Aldus het klaverblad van formulieren voor contact met de borgen. De verschillen tusschen de diverse formulieren zijn de volgende Het eerstgenoemde formulier moet door de borgen wor den geteekend, de beide andere niet. De twee eerste formulieren dienen voor voorschotten, het laatste dient voor crediet in l.r. Het eerstgenoemde formulier dient alleen om gebruikt te worden in geval van uitstel van aflossing; de twee andere kunnen ook worden gebruikt uitsluitend voor op de hoogte stellen van den stand van het voorschot of crediet, zonder dat sprake is van aflossing. Waarom hebben wij voor voorschotten twee formulieren? Omdat het gebruik van formulier 116 voor de grootere ban ken bezwaarlijk is gebleken. Het kost hun te veel moeite om, als zij veel gevallen van uitstel van aflossing hebben, de handteekeningen van alle betrokken borgen binnen te krij gen. Daarom is een ander formulier gemaakt, dat zuiver een mededeeling aan de borgen is, waarop deze niet behoeven te antwoorden. Dit formulier is ook geschikt gemaakt voor die gevallen, waarin men, zonder dat sprake is van uitstel van aflossing, de borgen op de hoogte wil stellen van den stand van het voorschot. Welk formulier is beter, 116 of 250 II Als de bank 250 II aan de borgen doet toekomen, heeft zij gehéél aan haar mo- reele plicht voldaan. Het eenige opzicht, waarin form. 116 beter is dan form. 250 II, is dat form. 116 volledig bewijs oplevert, dat de borgen de mededeeling van uitstel hebben ontvangen en dat zij er mede accoord gaan. Maar form. 250 II is toch zonder eenige twijfel voldoende (anders had den wij het ook niet ingevoerd Daar bij credieten in l.r. geen sprake is van aflossing (hoogstens van periodieke inperking, maar tot nog toe nog slechts in een minderheid van gevallen), komt hierbij een toestemming der borgen tot uitstel van aflossing niet te pas, zoodat bij credieten in l.r. kan worden volstaan met een zuivere mededeeling aan de borgen. Hiermede is onze formulierentrits voor contact met de borgen voldoende beschreven. De beschrijving is meteen een handleiding voor het gebruik ervan. Wij hopen, dat dit ge bruik nog zal toenemen. Wij zijn niet ontevreden over de vooruitgang, die te constateeren is ten opzichte van b.v. tien jaar geleden, maar het valt niet te ontkennen, dat er nog banken zijn, bij welke de borgen o.i. niet met de noodige consideratie worden behandeld. Dat ook deze banken de beschreven formulieren in gebruik mogen nemen! betreffende uitbetaling spaargeld aan een gevolmachtigde. Vraag. Een van onze spaarders heeft aan zijn broeder een volmacht afgegeven om na zijn (spaarders) dood zijn spaartegoed bij onze Bank op te nemen. Mag ik als kassier na het overlijden van den spaarder op grond van die vol macht aan den broeder uitbetalen? Antwoord. Neen. Een volmacht vervalt door het over lijden van den volmachtgever. De door u bedoelde volmacht heeft na het overlijden van den spaarder dus geen enkele waarde meer. Volledigheidshalve moet hieraan worden toegevoegd, dat een uitbetaling aan een gevolmachtigde, die geschied is na het overlijden van den volmachtgever, geldig is, wanneer de kassier niet bekend was met het overlijden. Behalve door overlijden vervalt een volmacht door fail lissement en onder curateele stelling van volmachtgever of gevolmachtigde, alsmede door intrekking door den vol machtgever.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1939 | | pagina 4