HET 15 VAN BELANG
DE RAIFFEISEN-BODE
99
verderen gang van zaken. Onderscheid zal moeten worden
gemaakt tusschen de posten, waarop het verlies vast staat,
en die, waarop het verlies nog niet vast staat. Voor de eerste
categorie zal in 1940 een uitkeering worden gedaan. Voor
de tweede categorie zullen de verliezen geschat moeten wor
den (door het Bestuur der Locale Banken in samenwerking
met de juridische af deeling en de inspectie der Centrale
Bank)de uitkeeringen hiervoor zullen voorloopig worden
geboekt als een afzonderlijke reserve der betrokken Bank.
Mocht later blijken, dat het verlies te hoog is geschat, dan
zal een gedeelte hiervan worden teruggeboekt.
Niemand verlangde over het voorstel omtrent den
sluitingstermijn het woord, zoodat dit voorstel zonder hoof
delijke stemming werd aangenomen.
Uitslag verkiezingen.
Nadat was gepauzeerd, werd door den Voorzitter de uit
slag der verkiezingen bekend gemaakt.
In de vacature Baron van Ittersum bleek de heer Stroink
te zijn gekozen met 512 van de 546 stemmen.
De heer Stroink verklaarde zijn benoeming te aanvaarden
en verheugd te zijn over het vertrouwen, dat men in hem
blijkt te stellen. (Applaus).
In de vacature Baron van Dorth tot Medler was deze her
kozen met 523 van de 546 stemmen; ook hij verklaarde zijn
herkiezing te aanvaarden.
ïn de vacatures in den Raad van Toezicht zijn gekozen
de heer Valstar (met 460 van de 530 stemmen) en herkozen
de heer Raat (met 533 van de 537 stemmen)de heer Klein
Lankhorst (met 528 van de 539 stemmen) en de heer Baron
van Wijnbergen (met 525 van de 570 stemmen).
Als plaatsvervangende bestuursleden waren herkozen de
heeren van Beuningen en Eriks (met resp. 557 en 543 van
de 570 uitgebrachte stemmen).
11 en 12. Mededeelingen en Rondvraag.
Mededeelingen waren niet te doen en voor de rondvraag
meldde niemand zich aan.
De Voorzitter gaf vervolgens het woord aan den heer
Visser, directeur-hoofdinspecteur, voor het houden van
eenige beschouwingen over de controle.
De heer Visser begon met te zeggen, dat hij geheel on
voorbereid is, daar de Voorzitter hem eerst enkele uren
geleden had verzocht om het woord te voeren.
De vraag, die naar aanleiding van de gevallen Wassenaar
en Doornspijk bij sommigen zal zijn opgekomen, is Wat
heeft de inspectie eigenlijk gedaan
Er moet echter op worden gewezen, dat de inspectie geen
voldoende controle kan uitoefenen zonder medewerking van
het Bestuur der Locale Bank. Voor de inspectie zijn de
namen der voorschot- en credietnemers in de boeken slechts
„doode" namen; voor het Bestuur niet. Het Bestuur kan
zien, of de posten, die in de boeken staan, werkelijk zijn
toegestaan. De inspectie kan dat niet zien, wanneer die
posten in de notulen staan (hetgeen in Doornspijk het geval
was). In verband hiermede vestigde spreker de aandacht op
het groote belang der maandelijksche contrdle. Als de Be
stuursleden hierbij hun gezond verstand gebruiken, is deze
contröle doeltreffend.
Op Bestuur en Raad van Toezicht der Locale Bank rust
ook de belangrijke taak van de jaarlijksche controle der
boekjes. Deze contröle is de allerbeste contröle. De con
trole van kwitanties en stortingsbewijzen, die de inspectie
verricht, geeft minder waarborg, want de kwitanties en
stortingsbewijzen kunnen vervalscht zijn, en de inspectie
kan dit niet zien.
De boekjes-controle is werkelijk niet zoo moeilijk men
behoeft slechts het saldo in de boekjes te vergelijken met het
saldo van de rekeningen in de boekhouding der Boeren
leenbank.
Het zou zeer te betreuren zijn, wanneer de boekjes-
controle moest worden overgebracht naar de inspectie, want
de onkosten zouden hierdoor sterk stijgen, en dit zou moeten
leiden tot een ongewenschte vergrooting van de marge tus
schen debet- en creditrente.
De lessen, die het geval Wassenaar ons leert, zijn ten
eerste, dat het Bestuur slechts voorschotten en credieten
moet verleenen aan personen, die het ter dege kent; en ten
tweede, dat men alle effectenzaken moet laten loopen over
de Centrale Bank.
De heer Visser beval zijn hoorders aan om kennis te nemen
van een brochure, die de Centrale Bank het licht heeft doen
zien en die de contröle behandelt; hij vestigde nog de aan
dacht op het daarin besproken voorschrift, dat het Bestuur
éénmaal per jaar de voorschotten en credieten nagaat. Het
Bestuur heeft niet alleen de voorschotten en credieten te
verleenen, maar ook op den loop ervan toezicht te houden.
De voortdurende uitbreiding van de Boerenleenbanken
maakt de taak der Besturen niet gemakkelijker. Het is dus
noodig, dat de Besturen bereid zijn hun plicht te doen.
Spreker deed een beroep op de medewerking van de Be
sturen bij de uitoefening der contröle en dankte hen, die
tot nog toe deze medewerking op consciëntieuze wijze heb
ben verleend. (Applaus).
De Voorzitter dankte den heer Visser voor het ge
sprokene.
De afgevaardigde van Warffum verkreeg
nog het woord voor de rondvraag. Hij vroeg of het niet ge-
wenscht zou zijn om de vergaderingen der Boerenleenbanken
te houden vóór de Centrale Ringvergadering. Dan konden
de afgevaardigden naar de Centrale Ringvergadering reke
ning houden met de inzichten der Boerenleenbanken. Nu
worden de Boerenleenbanken door de Centrale Ringvergade
ring als het ware voor een fait accompli gesteld.
DeVoorzitter wees in antwoord hierop op het ont
staan van het instituut der Centrale Ringvergadering. Uit
de geschiedenis der totstandkoming blijkt, dat de Centrale
Ringvergadering is bedoeld als vertrouwenscollege, als
college, dat het Bestuur op de hoogte zou houden van hetgeen
in de verschillende streken des lands leeft. Daarnaast wer
den wel enkele bijzondere dingen aan de Centrale Ring-
vergaderingen opgedragen, maar het karakter van ver
trouwenscollege stond toch voorop. Het behandelen van de
concept-agenda der Algemeene Vergadering in de Ring-
vergaderingen vóór de Cejntrale Ringvergadering is hiermede
niet in overeenstemming. Al behoeft dit misschien niet tot
een officieel-bindend mandaat te leiden, in de praktijk zou
het hier misschien toch dicht bij komen.
Wat de candidaat-stellingen betreft, het is langzamerhand
trouwens hier en daar praktijk geworden, dat de leden der
Centrale Ringvergadering te voren overleg plegen met de
Ringbesturen, zoodat het bezwaar van de afgevaardigde van
Warffum hiermede is ondervangen.
Sluiting.
De Voorzitter sloot vervolgens de vergadering met
een opwekking om te blijven bouwen aan de toekomst der
Centrale Bank en van het Boerenleenbankwezen en met een
woord van dank voor de aangename wijze waarop de ver
gadering is gehouden.
dat men van elke wijziging in
Bestuur of Raad van Toezicht
terstond mededeeling doet aan
de Centrale Bank.