98
DE RAIFFEISEN-BODE.
den Voorzitter genoegen, dat van bevoegde zijde zulk een
„certificaat van goed gedrag" aan ons werd uitgereikt.
In het artikel wordt ook melding gemaakt van de alge-
meene inkrimping van de credietverleening. Deze inkrimping
is bij de Boerenleenbanken echter veel minder sterk dan bij
de commercieele banken, zoodat het debiteurencijfer der
verzamelde Boerenleenbanken thans grooter is dan het
debiteurencijfer der 4 groote commercieele banken.
(Applaus)
Met instemming citeerde de Voorzitter ten slotte enkele
zinsneden uit het gedenkboek, dat onze zuster-instelling te
Eindhoven heeft uitgegeven. Het coöperatieve landbouw-
crediet wordt hier het bolwerk van de vrijheid van den
Nederlandschen boeren- en tuindersstand genoemd.
(Applaus).
De Voorzitter stelde voor om aan de Centrale te Eind
hoven een telegram van gelukwensch met haar 40-jarig
jubileum te zenden, welk voorstel onder applaus werd
aangenomen.
2. Notulen.
De notulen der vorige vergadering (in druk rondgezonden)
werden zonder op- of aanmerkingen goedgekeurd.
3. Rekening en verantwoording
over 1938 en voorstel ten opzichte
van de winst over 1938.
De Voorzitter vroeg of iemand omtrent dit punt
algemeene beschouwingen wenschte te houden. Dit bleek
niet het geval te zijn, waarop de Voorzitter de balans en
verlies- en winstrekening aan de orde stelde. Ook hier
omtrent verlangde niemand het woord, waarna de Voor
zitter de voorstellen van het Bestuur over de besteding van
de winst over 1938 (blz. 16 jaarverslag) aan de orde stelde.
Niemand verlangde hieromtrent het woord. Evenmin ver
langde iemand stemming over de rekening en verantwoording
en het voorstel over de winst, zoodat de rekening en ver
antwoording zonder hoofdelijke stemming werd goedgekeurd
en het Bestuur hiermede werd gedéchargeerd voor zijn be
heer, terwijl het voorstel omtrent de winst zonder hoofde
lijke stemming werd aangenomen.
4. Rekening en verantwoording
van het Onderling Waarborgfonds
over 1938.
De vergadering, thans optredende als Algemeene Vergade
ring van het Onderling Waarborgfonds, keurde vervolgens
zonder hoofdelijke stemming de rekening en verantwoording
van dit fonds (blz. 23 jaarverslag) goed.
5. Verkiezing van een lid van het
bestuur in de vacature van wijlen
Baron van Ittersum.
De afgevaardigde van Warffum uitte zijn
verwondering over het feit, dat de aanbeveling voor deze
vacature als nr. 1 iemand vermeldt, wiens leeftijd naar zijn
meening een bezwaar vormt, zulks te meer, omdat in de
vorige Algemeene Vergadering reeds stemmen zijn opge
gaan, die een meer jeugdige samenstelling van het Bestuur
bepleitten. Spreker zegt dit zonder persoonlijke sympathie
of antipathie. Hij kan zich niet voorstellen, dat een man, die
den leeftijdsgrens voor het burgemeestersambt reeds heeft
overschreden, nog het voorzitterschap van het Bestuur der
Centrale Bank (want spreker vermoedt, dat het de bedoeling
is, dat nr. 1 van de aanbeveling de voorzittersfunctie zal aan
vaarden) zal kunnen waarnemen. Hij acht het bovendien
onjuist, dat het voorzitterschap van de Centrale Bank en
dat van het Centraal Bureau in één persoon zullen worden
vereenigd.
De Voorzitter wees er op, dat het de Centrale Ring-
vergadering is, die de aanbeveling heeft opgemaakt, zoodat
deze hierover verantwoording heeft af te leggen, zoodat hij
vroeg welke leden van dit college het woord wenschten te
voeren.
De afgevaardigde van den Ring Hoog-
karspel sprak enkele woorden ter verklaring van de
keuze van den heer Stroink. Hij meende, dat zijn leeftijd
geen overwegend bezwaar is, en dat wij in de tegenwoordige
omstandigheden noodig hebben iemand als hij, een krachtige,
bekwame en onpartijdige persoonlijkheid, zooals de heer
Stroink is.
De heer Dr. Bierema, lid van het Bestuur,
gaf toe, dat er in het algemeen voor de gedachte, dat voor
een moeilijke functie een zekere leeftijdsgrens in acht dient
te worden genomen, iets te zeggen is. Maar geen regel zonder
uitzondering. Het is niet altijd even gemakkelijk om voor
een verantwoordelijke positie een geschikte kracht te vinden.
In de praktijk komt het dan ook herhaaldelijk voor dat men
oudere personen hiervoor aanwijst. Spreker gaf hiervan ver
schillende voorbeelden. Hij sloot zich aan bij de ken
schetsing, die de afgevaardigde van Hoogkarspel van den
heer Stroink gaf, maar hij voegde er aan toe, dat de heer
Stroink daarenboven beschikt over een zeer langdurige
ervaring in onze organisatie.
De vereeniging van het voorzitterschap van de Centrale
Bank en het Centraal Bureau leek Dr. Bierema ook geen
bezwaar. Het is in het belang van beide instellingen, dat er
een nauwe samenwerking tusschen hen bestaat. Spreker is
er van overtuigd, dat de heer Stroink beide functies ge
scheiden zal weten te houden, en zoo noodig zullen de
overige bestuursleden er voor waken, dat de cumulatie geen
verkeerde gevolgen heeft.
Spreker hoopt derhalve, dat de Algemeene Vergadering
de aanbeveling zal volgen. (Applaus).
De afgevaardigde van den Ring Wal
cheren sprak de meening uit, dat de persoon van nr. 1
der aanbeveling, die de afgevaardigde vanWarffummetopzet
buiten het geding heeft gelaten, toch niet buiten beschouwing
mag blijven. De Centrale Ringvergadering heeft hem de
eerste plaats op de aanbeveling gegeven, omdat zij hem
daarvoor de meest geschikte persoon achtte. Spreker meen
de, dat de vergadering aan de verdiensten van den heer
Stroink verplicht is hem met algemeene stemmen te kiezen.
(Applaus)
De Voorzitter verklaarde, dat hij, toen hem een plaats
op de aanbeveling werd aangeboden, zich ernstig de vraag
heeft gesteld of hij zijn taak naar behooren zou kunnen ver
vullen. Hij meende deze vraag bevestigend te kunnen beant
woorden.
Ook de combinatie van functies, waarop door den afge
vaardigde van Warffum is gewezen, heeft een punt van
ernstige overweging bij hem uitgemaakt. Hij gevoelt echter
geen strijd van belangen tusschen Centrale Bank en Centraal
Bureau. Integendeel, de belangen loopen parallel. Spreker
hoopt, dat hij de beide functies zuiver zal weten te scheiden.
De afgevaardigde van Warffum repliceerde
en handhaafde zijn bezwaren.
DeVoorzitter wees vervolgens een stembureau voor
deze verkiezing aan.
69, Verkiezing van een lid van
het bestuur, van vier leden van den
Raad van Toezicht en van twee
plaatsverv. bestuursleden.
Niemand verlangde hieromtrent het woord. Na ook voor
deze verkiezingen stembureaux te hebben aangewezen,
kondigde de Voorzitter aan, dat de stemming zou worden
gehouden in de pauze.
10. Vaststelling sluitingstermijn
voor indiening posten kapitaal
voor Bijz. Doeleinden.
De Voorzitter deelde mede, dat het Bestuur voor
stelt den termijn voor indiening van posten te sluiten op
31 December 1939. Hij deelde tegelijk iets mede over den