HET BEHEER EENER BOERENLEENBANK
DE RA1FFEISEN-B0DE
9'
Lidmaatschap van en geldverkeer met de Centrale Bank. (Vervolg.)
„Deze Bank," aldus het laatste artikel van de Statuten
onzer Boerenleenbanken, „is aangesloten bij de Centrale
Bank, gevestigd te Utrecht, en richt zich, behoudens de voor
schriften der Wet en dezer Statuten, naar haar voor
schriften."
De plaatselijke Boerenleenbank werkt dus in het grootere
verband der Centrale. Dit is een zeer belangrijk element in
haar werkzaamheid. Laat ons nagaan in welke opzichten het
belangrijk is en op welke wijze de samenwerking tusschen
de Locale Bank en de Centrale Bank geschiedt.
De Centrale Bank als credietgeeister
der locale banken.
Locale Banken, die niet voldoende spaargelden en depo
sito's in rekening-courant hebben om de voorschotten en
credieten te verleenen, die zij gaarne willen verleenen,
kunnen bij de Centrale Bank crediet verkrijgen ter aan
vulling van hun middelen. Ook wanneer zij tijdelijk onder
een teruggang van spaargelden en deposito's in rekening
courant te lijden hebben, steunt de Centrale Bank met
een crediet.
Deze functie van de Centrale Bank was vroeger veel
belangrijker dan tegenwoordig. De spaargelden en deposito's
zijn hoe langer hoe ruimer aan de Locale Banken gaan toe
vloeien, zoodat er nu slechts weinig Banken meer zijn, die
crediet van de Centrale behoeven. Toch blijft het feit, dat
zij weten, dat zij in geval van noodzakelijkheid crediet bij
de Centrale kunnen krijgen, van zeer groot belang, ook al
wordt van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
De Centrale Bank als plaats van be
legging voor overtollige gelden.
De Boerenleenbanken, die na de verleening van voor
schotten en credieten nog geld „over" hebben, moeten dit op
een veilige, liquide en rendabele wijze kunnen beleggen. De
Centrale is de plaats hiervoor. De gelden der Boerenleen
bank zijn bij haar veilig; zij kunnen steeds worden opge
vraagd en zijn dus zeer liquide; en zij werpen een behoor
lijke rente af (een rente, die steeds zéér gunstig afsteekt bij
de rente voor op korten termijn belegde gelden bij andere
Banken en op de geldmarkt).
Wanneer de Locale Banken al haar overtollige gelden op
andere wijze zouden moeten trachten te spuien, zou dit onge
twijfeld groote moeilijkheden en gevaren opleveren. De
functie der Centrale Bank als plaats van belegging voor
overtollige gelden is dus van zeer groot belang.
De Centrale Bank als hoedster der
liquiditeit.
Een der pijlers van het bankwezen is de liquiditeit. Hand
having van de liquiditeit is een levenseisch voor elke Bank.
Bij de Boerenleenbanken is deze handhaving niet zoo een
voudig, omdat de credieten aan den landbouw door den aard
van het landbouwbedrijf wat vaster zitten dan de korte
handels- en wisselcredieten, die de commerciëele Banken
plegen te verleenen. Het is dus van groot belang, dat er een
centraal orgaan is, dat optreedt als hoedster van de liqui
diteit der Boerenleenbanken.
De Centrale Bank bevordert de liquiditeit in de eerste
plaats door te zorgen voor een uiterst liquide belegging van
de gelden, die de Boerenleenbanken haar toevertrouwen.
Dit beteekent, dat de Boerenleenbanken, die een depot bij
de Centrale Bank hebben, altijd er op kunnen rekenen, dat
dit ook beschikbaar zal zijn, wanneer zij het noodig hebben
in verband met opvraging van spaargelden.
Ook als mogelijke crediet-bron is de Centrale Bank een
waarborg voor de liquiditeit der Locale Banken.
Voorts geeft de Centrale voorschriften, bekend onder den
naam „dispensatie-regeling", die ten doel hebben de liqui
diteit der Locale Banken te handhaven. Deze voorschriften
komen hierop neer, dat voor lang loopende uitzettingen
boven een zekere grens de dispensatie der Centrale ver-
eischt is.
De Centrale Bank als controle-orgaan.
Goede controle is een onmisbaar element in ieder bedrijf
van eenigen omvang.
Bij de Boerenleenbanken wordt de controle uitgeoefend
door de Centrale Bank, die daarvoor en afzonderlijke afdee-
ling, de afdeeling „Inspectie", heeft gevormd.
De aandacht moet echter worden gevestigd op het feit, dat
de Inspectie niet de geheele controle uitoefent. Een belang
rijk deel van de controle op het beheer van den Kassier is
statutair opgedragen aan Bestuur en Raad van Toezicht der
Locale Bank, Ook controleert de Inspectie de soliditeit van
debiteuren en borgen niet; zij is hiertoe natuurlijk ook niet
in staat.
De Centrale Bank als raadgeefster.
De Boerenleenbanken worden bestuurd door menschen, die
geen bepaalde opleiding voor het bankwezen hebben genoten.
Raad en leiding zijn dus onmisbaar voor de plaatselijke
besturen.
De Inspectie geeft allerlei adviezen betreffende het be
heer, de inrichting der boekhouding, enz.
De Juridische Afdeeling der Centrale Bank geeft adviezen
op rechtskundig gebied. Zij maakt allerlei akte's, die de
Locale Banken noodig hebben. Zij voert processen, als de
Boerenleenbank hierin wordt verwikkeld. Zij belast zich met
het aanspreken van nalatige schuldenaren en borgen. Zij con
troleert statuten.
Onder het hoofd „de Centrale Bank als raadgeefster"
mogen ook wel worden genoemd de Raiffeisen-Bode, waar
mede wordt getracht degenen, die de leiding der Locale
Banken hebben, voortdurend op de hoogte van hun taak te
houden, en de Afd. Materiaal, die de Locale Banken voor
ziet van de boeken en kantoorartikelen, die het meest voor
haar geschikt zijn.
De Centrale Bank als trefster van
bijzondere voorzieningen.
Het bestaan der Boerenleenbanken rolt niet steeds even
genoegelijk voort als het leven „des gerusten landmans" in
het bekende gedicht van Poot. Er doen zich soms bijzondere
moeilijkheden voor moeilijkheden, die voor een op zich
zelf staande Boerenleenbank wellicht te zwaar zouden zijn.
Voor zulke moeilijkheden treft de Centrale Bank bijzondere
voorzieningen. Zoo heeft zij voor de risico's van fraude,
brand, diefstal en berooving het Onderling Waarborgfonds
opgericht. Voor bestrijding van de gevolgen der depressie
heeft zij het Kapitaal voor Bijzondere Doeleinden gecreëerd.
Het belang van dergelijke voorzieningen is moeilijk te
overschatten.