HET IS VAN BELANG
Boerenleenbanken en de voortdurend grooter wor
dende complicatie en bemoeilijking van het econo
misch leven in de toekomst aan die eigenschappen
hoe langer hoe hoogere eischen zullen gaan stellen.
Vandaar, dat het geboden is, dat wij ons bezig
houden met de vraag hoe kan worden bevorderd,
dat de Boerenleenbanken steeds de beschikking
kunnen krijgen over een voldoend aantal men-
schen, die aan de geschetste eischen voor het
besturen eener Boerenleenbank voldoen
Het antwoord ligt voor de hand door alles te
bevorderen, wat aan kennis, verstand en karakter
in ons boerenvolk ten goede kan komen.
Dit is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Het minst moeilijk is misschien nog het bevorderen
van kennis, hoewel ook het resultaat hiervan
afhangt van de bereidwilligheid om de geboden
kennis in zich op te nemen. Het bevorderen van
eigenschappen van verstand en karakter is nog
moeilijker, want beide zijn aangeboren, en het is
moeilijk om aangeboren eigenschappen te ver
anderen.
Toch kan, dunkt ons, wel eenig resultaat, mis
schien zelfs een belangrijk resultaat, worden be
reikt. Dan moet echter de actie in het bijzonder
worden gericht op de jeugd. De jeugd (dit begrip
vatten wij hier vrij ruim op, niet afgesloten door de
grens van 21 jaar) is het meest ontvankelijk voor
vermeerdering van kennis; het is mogelijk het ver
stand van jonge menschen te oefenen en te scher
pen; en hun karakter heeft zich nog niet zoo vast
gezet, dat het niet mogelijk zou zijn om het goede
er in te versterken en het verkeerde te ver
zwakken.
Daarom moet alle werkzaamheid, die de vorming
van een goede leiding, een goed „kader", om in
militaire terminologie te spreken, voor onze
Boerenleenbanken wil bevorderen, zich voor
namelijk richten op de jeugd.
Het is daarom, dat wij groote sympathie koes
teren voor wat reeds op dit gebied wordt gedaan.
Wij denken hierbij aan het werk, dat wordt ver
richt door bonden van oud-leerlingen, door ver-
eenigingen van jonge boeren, door de volkshooge-
scholen.
Niemand zal echter kunnen beweren, dat de
actie, die reeds wordt ontplooid, voldoende is.
Misschien is zij voldoende in enkele streken, maar
in andere, helaas de meeste streken, is zij onvol
doende of ontbreekt zij zelfs vrijwel geheel. En het
zijn natuurlijk juist deze laatste streken, waarvoor
de actie het meest noodig is.
Dat dus ons boerenvolk met spoed de handen
ineen moge slaan om overal te geraken tot een
betere ontwikkeling van de eigenschappen, die wij
hebben genoemd als onmisbaar voor de leiding
onzer Boerenleenbanken
Dit is niet alleen van belang voor de Boerenleen
banken, het is van belang, van vitaal belang, voor
het geheele landbouwvereenigingsleven. En daar
dit landbouwvereenigingsleven een der onmisbare
bestanddeelen is van de structuur van den geheelen
Nederlandschen boerenstand, is de actie, welke wij
aanbevelen, tenslotte van vitaal belang voor al
onze boeren.
Dat zij dit mogen verstaan en dat met spoed
moge worden gehandeld! De tijd vereischt het.
Toepassing van
het werktijdenbesluit op kantoren
op kasssiers van Boerenleenbanken
go
DE RA1FFEISEN-B0DE
dat men van elke wijziging in
Bestuur of Raad van Toezicht
terstond mededeeling doet aan
de Centrale Bank.
Kort na de inwerkingtreding van het werktijdenbesluit op
kantoren hebben wij aan de Arbeidsinspectie verzocht om
dit besluit op de kassiers onzer Boerenleenbanken niet
toepasselijk te verklaren, daar dit besluit voor onze kas
siers geheel ongeschikt is.
Naar aanleiding van dit verzoek zijn de districtshoofden
der Arbeidsinspectie bezig, naar ons is medegedeeld, om
verschillende gegevens over de kassiers en hun werk
zaamheden te verzamelen, teneinde aan de hand hiervan
te kunnen beoordeelen of zij van de voorschriften van het
werktijdenbesluit dienen te worden vrijgesteld.
Wij deelen dit mede, opdat de kassiers, als hun door de
Arbeidsinspectie om inlichtingen over hun functie wordt
verzocht, weten, waarvoor dit geschiedt.
Het is van belang, dat de Arbeidsinspectie een juiste
indruk krijgt van de weinige regelmaat, waarmede de
meeste kassiers het grootste deel van hun arbeid verrich
ten en uit den aard der zaak moeten verrichten, omdat
zij meestal in vrije uren moeten worden gedaan. Daarom
is de kassierswerkzaamheid zeer ongeschikt om in het
keurslijf van het Werktijdenbesluit te worden gewrongen.