AIFFEISEN-BODE „KADERVORMING" VOOR DE BOERENLEENBANKEN OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT INHOUD: Als wij zeggen de toekomst van de Boerenleen banken hangt af van de kwaliteiten dergenen, die de Boerenleenbanken beheeren dan zeggen wij iets, dat van zelf spreekt. Natuurlijk, er zijn nog andere factoren, waarvan de toekomst der Boeren leenbanken afhangt, maar de geschiktheid van de leden van Bestuur en Raad van Toezicht en van den Kassier der Locale Banken is een der voor naamste, zoo niet de voornaamste. Waarin bestaat de geschiktheid tot het beheeren eener Boerenleenbank In de eerste plaats is daarvoor noodig een zekere kennis. De bestuurder (bij het gebruik van dit woord denken wij gemakshalve ook aan de leden van den Raad van Toezicht en den Kassier, daar wij deze anders steeds afzonderlijk moeten noemen) moet iets weten van het beheer van een Bank. Bijzonder uitgebreid behoeft die kennis niet te zijn. De bestuurder moet in de eerste plaats de drie grondbeginselen van het bankwezen kennen soliditeit, liquiditeit en rentabiliteit. Deze begin selen zijn eenvoudig en voor een ieder te begrijpen. Hij moet verder de speciale beginselen van het Raiffeisen-bankwezen kennen het coöperatieve systeem, de plaatselijke werking, geen blanco- credieten of speculatieve handelingen, geen winst- uitdeelingen, belangeloos beheer, enz. Hij moet zich de moeite geven de statuten en het huishoude lijk reglement zijner Locale Bank te bestudeeren en hij moet de functie der Centrale Bank en hare instellingen (Onderling Waarborgfonds e.d.) kennen. De vereischte kennis moet gepaard gaan met gezond verstand. Kennis zonder gezond verstand is als een machine zonder deskundige bediening. Maar kennis en verstand alleen maken iemand nog niet geschikt voor bestuurder eener Boeren leenbank. Kennis en verstand op zich zelf zijn hoedanigheden, die zoowel ten goede als ten kwade kunnen worden gebruikt. Het is het karakter, dat bepaalt, h o zij worden gebruikt. Het spreekt van zelf, dat in het Boerenleenbank wezen slechts een goed gebruik van kennis en verstand op zijn plaats is. Kennis en verstand van den bestuurder moeten dus worden geleid door een goed karakter. Het karakter van den bestuurder moet dus worden gekenmerkt door onbaatzuchtig heid, strikte eerlijkheid, naastenliefde, geest van samenwerking. Onze Boerenleenbanken hebben in het geheel ongeveer zes duizend bestuurders (nogmaals wij begrijpen onder dit woord gemakshalve ook de leden van den Raad van Toezicht en Kassiers) noodig. Zes duizend menschen dus, die de eigenschap pen: kennis, verstand en karakter in zich ver eenigen. Het ziet er naar uit, dat de ontwikkeling der Zie Mededeelingen op blz. 94 REDACTIE EN ADMINISTRATIE KR NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT TELEF. 15867 VIER EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 11 MEI 1939 VERSCHIJNT DEN EERSTEN VAN IEDERE MAAND ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR LOSSE NUMMERS 10 CENT FRANCO PER POST Redactioneel Gedeelte. I. „Kadervorming" voor de Boerenleenbanken. 2. Toepassing van werktijdenbesluit op kantoren op kassiers van Boerenleenbanken. 3. Het beheer eener Boerenleenbank (vervolg). 4. Een merk waardige Ring. 5. Vraag en Antwoord. 6. Geld- en Effectenmarkt gedurende de maand April 1939. b. Mededeelingen. IAlgemeene Vergadering. 2. Sluiting kantoor. 3. Spreekuren Juridisch Bureau. 4. Een goede gewoonte. 5. Gedrukte jaarverslagen en balansen. c. Uit onze Boerenleenbanken. Jubileum Boerenleenbank St. Maartensdijk. d. Advertenties. Kennis, verstand, karakter dat is de trits van eigen schappen, die een goeden bestuurder maakt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1939 | | pagina 1