WA T U
NOODIG HEBT
LIGT HIER voor U
KLAAR!
Geld- en Effectenmarkt
gedurende de maand Febr. 1939.
DE RAIFFEISEN-BODE
77
in de Waterschapsreglementen het is altijd de ont
vanger, die voor uitbetaling van het spaargeld moet
teekenen. Aan den ontvanger van een Gemeente of Water
schap kan dus als „aanbrenger" worden uitbetaald, maar
aan een ander niet.
Uitbetaling van Spaargeld van vereeni-
gingen, die geen rechtspersoon zijn.
Een tooneelvereeniging, een commissie voor een ten
toonstelling, e.d., die geen rechtspersoonlijkheid bezitten,
hebben wel eens tijdelijk geld over en beleggen dit dan als
spaargeld bij de Boerenleenbank. Het is dan gesteld ten
name van de vereeniging of de commissie. Aan wie kan
het dan terugbetaald worden?
Het vraagstuk der vereeniging zonder rechtspersoon
lijkheid is een probleem, waarover reeds tal van rechts
geleerden zich het hoofd hebben gebroken, helaas zonder
veel resultaat. De lezer zal het dus billijken, dat wij hem
geen uiteenzetting dezer moeilijke stof voorleggen, doch
ons bepalen tot de conclusies, die wij hebben meenen te
kunnen trekken. Deze zijn
Ten eerste. Stel nimmer spaargeld van een vereeniging
zonder rechtspersoonlijkheid ten name van die vereeni
ging. Stel het ten name van een of twee personen, b.v. den
voorzitter en/of den penningmeester (zonder vermelding
van kwaliteit
Ten tweede. Als gij het spaargeld ten name der ver
eeniging hebt gesteld, betaal het dan slechts uit aan den
aanbrenger van het boekje.
Ten derde. Is het U bekend, dat er oneenigheid in den
boezem der vereeniging bestaat, betaal dan niet uit al
vorens advies van het Juridisch Bureau te hebben in
gewonnen.
Giro-opdrachten.
Een bijzondere vorm van uitbetaling is de opdracht tot
overschrijving, de giro-opdracht. Hieromtrent bepaalt art.
10 lid 4 van het Spaarbankreglement, dat de opdracht
moet worden geteekend door den inlegger, zijn wettelijken
vertegenwoordiger of zijn rechtverkrijgenden. De gevol
machtigde en de aanbrenger van het boekje ontbreken
hier dus.
De Spaarbank aldus wordt verder bepaald is niet
verplicht een onderzoek in te stellen naar de echtheid der
handteekening en is hiervoor niet verantwoordelijk. Dit
neemt echter niet weg, dat de Bank de opdracht tot over
schrijving niet behoort uit te voeren, wanneer zij reden
meent te hebben aan de echtheid der handteekening te
twijfelen.
De opdracht het moet natuurlijk een schriftelijke op
dracht zijn moet door de Bank worden bewaard.
Uitbetaling van gelden in
loopende rekening.
Hoewel de hierna volgende opmerking niet onder het
hoofd „Spaargelden" thuis hoort, willen wij toch nog even
erop wijzen, dat bijna alles, wat hierboven is gezegd over
uitbetaling van spaargelden, ook geldt voor uitbetaling
van gelden in loopende-rekening. Alles, behalve wat be
trekking heeft op uitbetaling aan den aanbrenger van het
boekje. Aan den aanbrenger van een hr.-boekje, die niet
is de credietnemer zelf, mag men dus slechts uitbetalen,
wanneer aan de Bank is of wordt overgelegd een behoor
lijk bewijs, dat de aanbrenger door den credietnemer ge
machtigd is. Anders kan de Bank in groote moeilijkheden
komen.
Het is waarschijnlijk overbodig, maar wij meenen vol
ledigheidshalve toch even te moeten opmerken, dat de
toepasselijk-verklaring van onze beschouwingen over uit
betaling van spaargelden op de uitbetaling van gelden in
loopende-rekening niet zóó ver strekt, dat ook nog gelden
aan de rechtverkrijgenden van den overleden crediet
nemer of aan den curator van den gefailleerden crediet
nemer kunnen worden uitbetaald, als er een debetsaldo is.
Het Bestuur, Raad van Toezicht en Kassier der Coöp. Boeren
leenbank te Koewacht geven met leedwezen kennis van het
overlijden van den Heer
HENRI BONTE,
die als mede-oprichter der Bank in 1904, gedurende bijna
35 jaren onafgebroken Bestuurslid der Bank is geweest.
Zijn nagedachtenis zal bij ons steeds in dankbare herinnering
blijven. Dat hij moge ruste in vrede.
Koewacht, Februari 1939.
voor Uw administratie
staat in onze catalogus.
Wat in onze catalogus staat,
En wat U noodig mocht hebben,
dat NIET in de catalogus staat,
leveren wij in 99 van de 100
gevallen óók.
Wat den laatsten tijd op de geldmarkt opvalt, is de
flauwe houding van ons betaalmiddel ten opzichte van de
vreemde valuta's, speciaal ten aanzien van Dollar- en
Pond-Sterling. Oorzaak hiervan wordt gezocht in het weg
trekken van Nederlandsch kapitaal en goud, voornamelijk
naar Amerika.
Dit is een gevolg van een voortdurende eenzijdige vraag
naar Dollars, waardoor het Nederl. Egalisatiefonds zich
verplicht ziet de afgifte-prijs voor Dollars steeds te ver-
hoogen; evenwel mocht dit tot nu toe de vraag niet deen
afnemen.
Dat deze omzettingen in vreemde valuta een mindere
gedruimte ten gevolge zou hebben, is tot op heden, heiaas,
niet gebleken. Dat op de jongste inschrijving voor Schat
kistpapier voor papier per Januari 1940 slechts p2°/o lente
te bedingen was, illustreert dit wel ten duidelijkste.
De koersen waren te Amsterdam
1 Febr.
15 Febr.
24 Febr.
Londen
Berlijn
New-York
8.68'/2
74-45
185.75
4.90'/2
31.40
8.72 '/2
74.65
186.125
4-93
31.38
8.8o'/4
75-25
187.625
4-971 4
3'. 59
Brussel (Belga)
Wat de effecten-markt betreft, deze blijft vast gestemd,
alhoewel zij zich kenmerkt door uiterst weinig handel.
De koersen waren