HET BEHEER EENER BOERENLEENBANK.
DE RAIFFEISEN-BODE.
57
De Voorzitter verzocht vervolgens Notaris Mermans om
de akte van statutenwijziging te verlijden, aan welk ver
zoek deze voldeed.
Verkiezing van drie bestuursleden, één
ter vervulling van de vacature Nenger-
man, twee in verband met de uit
breiding van het Bestuur.
De Voorzitter constateerde, dat de Statutenwijziging
thans op volkomen wettige wijze tot stand was gekomen
en stelde derhalve de punten 4 en 5, resp. verkiezing van
één Bestuurslid en van twee Bestuursleden, aan de orde.
De afgevaardigde van Almelo maakte een enkele op
merking over de circulaire, die was rondgezonden door
den Ring Gorinchem. Hij maakte hieruit op, dat deze Ring
tegen nr. één van de desbetreffende voordracht geen be
zwaar heeft en vond het derhalve eigenaardig, dat men
nr. twee aanbeveelt. Het eenige motief is eigenlijk, dat de
Bestuursleden te veel uit één streek komen, als de nrs. één
worden gekozen. Spr. meende echter, dat dit niet ter zake
doet, want het eenige, waarop het aankomt, is, dat men
de juiste menschen krijgt. Spr. stelde dus voor om de cir
culaire voor kennisgeving aan te nemen en unaniem op
de nrs. één te stemmen.
De afgevaardigde van Driebergen stelde een vraag
omtrent de cumulatie van de functies van lid van de
Tweede Kamer en Bestuurslid der Centrale Bank. In de
Ringvergadering was hieromtrent gezegd, dat de heer
Bierema zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer zal be
ëindigen, als hij tot Bestuurslid wordt gekozen. Spr. vroeg
een bevestiging hiervan.
De Voorzitter antwoordde hierop, dat de heer Bierema
hem heeft gemachtigd te verklaren, dat hij zijn functie als
Kamerlid gedurende de loopende zittingsperiode zou wil
len blijven vervullen, doch dat hij van plan is om zich bij
de volgende verkiezing niet meer candidaat te laten
stellen.
De afgevaardigde van Warffum beval de candidatuur
van den heer Kolff aan. Op de kwaliteiten van den heer
Nijsingh wil hij niet afdingen, al meent hij, dat deze kwa
liteiten misschien meer op landbouwtechnisch gebied lig
gen dan op het gebied, dat van belang is voor de Centrale
Bank. Zijn bezwaar is, dat de heer Nijsingh reeds op leef
tijd is, terwijl het juist de bedoeling was om menschen in
het Bestuur te krijgen, die nog in de kracht van hun leven
zijn.
De Voorzitter merkte hiertegenover op, dat hij zelf ook
reeds op ongeveer denzelfden leeftijd is als de heer Nij
singh, terwijl hij toch het vorige jaar met vrijwel alge-
meene stemmen is herkozen. De heer Nijsingh geniet nog
een uitstekende gezondheid en is volkomen „fit", zoodat
spr. van meening is, dat hij het lidmaatschap van het Be
stuur der Centrale Bank nog zeer goed zal kunnen ver
vullen.
De afgevaardigde van Warffum antwoordde hierop, dat
een herkiezing iets heel anders is als een verkiezing, waar
bij men zijn intrede in een organisatie doet. Hij bleef van
meening, dat de leeftijd van den heer Nijsingh een be
zwaar is.
De afgevaardigde van Terbregge sprak de meening uit,
dat men niet zoozeer moet kijken naar de leeftijd als wel
naar de kwaliteiten van de voorgedragenen in het al
gemeen.
De afgevaardigde van Rheden sprak een woord
van warme aanbeveling voor den heer Nijsingh. Hij
sprak het vermoeden uit, dat het verschil in leeftijd tus-
schen de heeren Nijsingh en Kolff niet bijzonder groot is.
De Voorzitter wees vervolgens verschillende heeren als
leden der stembureaux aan en liet de stemmingen houden.
De Voorzitter maakte den uitslag van de stemming in
de vacature Nengerman bekend. Op de heer Bierema zijn
uitgebracht 605 van de 640 uitgebrachte geldige stemmen,
zoodat deze gekozen is.
De heer Bierema verklaarde de benoeming gaarne te
aanvaarden en dankte voor het in hem gestelde ver
trouwen (applaus).
De Voorzitter wenschte den heer Bierema met zijn be
noeming geluk.
De Voorzitter maakte vervolgens den uitslag van de
twee andere stemmingen bekend. Op den heer Nijsingh
zijn uitgebracht 458 van de 608 stemmen (de heer Kolff
had 145 stemmen verkregen) op den heer Van der Deure
zijn uitgebracht 554 van de 620 stemmen, zoodat de
heeren Nijsingh en Van der Deure gekozen zijn. Aan beide
heeren zal bericht van hun benoeming worden gezonden.
Rondvraag.
De afgevaardigde van Warffum sprak de meening uit,
dat het lidmaatschap van het Bestuur de volle persoon
eischt en stelde in verband hiermede de vraag, welke be
looning een lid van het Bestuur geniet.
De Voorzitter antwoordde hierop, dat men dit in de
rekening kan zien': de Bestuursleden genieten een salaris
van 4000,— per jaar, behalve het gedelegeerde Bestuurs
lid, dat een salaris van 6000,— per jaar ontvangt. Nu het
Bestuur tot 5 leden is uitgebreid, zal de salariëering nader
overwogen moeten worden. Het is overigens niet juist, dat
het Bestuurslidmaatschap de volle persoon eischt.
Sluiting.
De Voorzitter sloot de vergadering met de wensch een
zalig uiteinde en een gelukkig 1939.
Hoofdstuk IV. Belegging van
Beleggen van de reserve.
Alvorens op de verschillende beleggingsmogelijkheden
nog iets verder in te gaan, willen we een enkele opmer
king maken omtrent het z.g.n. „beleggen van de reserve",
omdat ons in de praktijk herhaaldelijk blijkt, dat omtrent
deze uitdrukking veel misverstand bestaat.
Wanneer men spreekt over het „beleggen van de re
serve", dan bedoelt men daarmede, dat voor een bedrag
ongeveer gelijk aan de grootte van de reserve, beleggings
waarden worden aangekocht (b.v. effecten of vaste goe
deren) of wel, dat men voor een bedrag ongeveer ter
grootte van de reserve „beleggingsvoorschotten" verstrekt
(b.v. hypotheken).
Men zal nu vragen Is dus, wanneer men geen speciale
Gelden.
beleggingsvoorwaarden ter grootte van de reserve heeft
aangeschaft of geen beleggingsvoorschotten heeft gegeven,
de reserve in het geheel niet belegd?
En het antwoord moet luiden: Zeer zeker, ook dan is de
reserve „ergens in belegd", maar die belegging is niet
direct aanwijsbaar. De aan de creditzijde van de balans
voorkomende reserve is dan belegd (om deze op zichzelf
misschien niet geheel juiste term maar te blijven ge
bruiken, daar ze nu eenmaal burgerrecht heeft verkregen)
b.v. in de uitstaande voorschotten en in de debetsaldi in
rekening-courant. Of in 't eigen kantoorgebouw der bank.
Of in het meubilair. Of in het tegoed bij de Centrale
Bank.
De reserve is dus altijd „belegd", zit dus altijd „ergens