DE BUITENGEWONE ALGEMEENE VERGADERING. 56 DE RAIFFEISEN-BODE Hetgeen immers in de verwarring dezer tijden de enke ling, nu minder dan ooit, niet vermag, dat kan misschien een gezamelijkheid, vooral wanneer allereerst onbaat zuchtige sociale hulpverleening wordt beoogd, zooals onze Bank zulks bedoelt, helpen bereiken. In onze onderlinge bijstandverleening toch is een belangrijk percentage aan wezig van ware dienstbaarheid aan den naaste, waardoor verder als van zelf de liefdegeest wordt opgewekt en uit gespreid tot een verdere heilzame en genezende inwer king op de gansche maatschappij. Dat ieder onzer dan op de plaats, welke hem door de Voorzienigheid werd toebedeeld, trouw en blij zijn plicht vervulle, bijname ook in zijn handelen en doen als lid van onze Boerenleenbanken, en 't zal, na hem zelf, ook aan meerdere anderen ten goede komen. We hebben dit jaar het overlijden te betreuren gehad van ons hooggeacht medelid, den Heer A. A. Nengerman. Hetgeen we zoo juist zeiden over dien drang, zich ten dienste van anderen beschikbaar te houden en werkzaam te zijn, is zoo heel bijzonder bewaarheid geworden in ons heengegaan Bestuurslid. Zijn nagedachtenis zal bij ons allen in zegenrijk aandenken blijven. Groot is allerwege in onze Organisatie de voldoening geweest, dat de Regeering het goede werk van de Centrale Bank heeft erkend en het H.M. de Koningin heeft mogen behagen onzen Voorzitter van den Raad van Toezicht, den Heer G. W. Stroink, te benoemen tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Ik kan niet eindigen dan na de Commissie, die zich be last heeft met de voorbereiding en de aanbieding van het Gedenkraam, dat in het gebouw van de Centrale Bank een waardige plaats heeft gevonden, namens het Bestuur daarvoor mijn welgemeenden dank te betuigen. Het nage slacht zal bij het aanschouwen van dit raam, dat in het jaar 1938 door de Boerenleenbanken werd geschonken, het bewijs zien van de goede verstandhouding, die geweest is en ook in de toekomst zal blijven. Moge 1939 voor de Coöperatieve Centrale Raiffeisen- bank en de bij haar aangesloten Boerenleenbanken als mede voor alle lezers van de ,,Raiffeisen-Bode" een voorspoedig en gelukkig jaar zijn. Ik wensch U allen per soonlijk Veel heil en zegen in het Nieuwe Jaar Z. van DORTH tot MEDLER. Op 28 December j.1. werd een Buitengewone Algemeene Vergadering gehouden. Het bezoek overtrof de verwach tingen. Weliswaar was het minder dan bij de gewone Alge meene Vergaderingen, maar de benedenzaal was toch vrij aardig bezet en ook op de gaanderijen had nog een aantal bezoekers plaats genomen. In ieder geval bleek weer ten duidelijkste de belangstelling, die bij onze leden leeft voor de zaken der Centrale Bank. Opening. De Voorzitter, de heer G. W. Stroink, opende de ver gadering met een woord over de aanleiding tot deze ver gadering het overlijden van den heer Nengerman. Hij wees op de bijzondere kwaliteiten van den heer Nengerman, op zijn onbaatzuchtig werken voor onze Or ganisatie, op zijn belangstelling voor het algemeen belang, op zijn gevoelig karakter. Spr. gaf de verzekering, dat hij nog lange jaren zou voortleven in onze herinnering en dat wij hem dankbaar zullen blijven voor wat hij voor ons heeft gedaan. Spr. maakte voorts melding van het 40-jarig regeerings- jubileum, dat in de periode na de vorige Algemeene Ver gadering is gevierd (applaus) en van de bedreiging voor den vrede, die wij hebben doorgemaakt. Hij uitte den wensch, dat in het nieuwe jaar, dat wij ingaan, de vrede niet zal worden verstoord. Hij maakte melding van de plaatsing van het Gedenkraam, een sieraad voor het kan toorgebouw der Centrale Bank, en noodigde de aanwezi gen uit tot bezichtiging daarvan. Hij constateerde ten slotte, dat het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden 625 beliep, zoodat het voor de Statutenwijziging vereischte quorum ruimschoots aan wezig was. Notulen. De notulen van de vorige Algemeene Vergadering (bij de agenda rondgezonden) werden zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. Voorstel tot wijziging van de Statuten en van het Huishoudelijk Reglement. De Voorzitter stelde vervolgens het voorstel tot wijzi ging van Statuten en Huishoudelijk Reglement aan de orde en vroeg, of iemand in het algemeen het woord verlangde. Dit was niet het geval. Vervolgens stelde de Voorzitter de afzonderlijke wijzi gingen der Statuten aan de orde. Voorgesteld wordt art. 20 lid 1 der Statuten te lezen als volgt „Het Bestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf personen. De leden van het Bestuur worden gekozen door de Algemeene Vergadering". Voorgesteld wordt voorts aan art. 22 lid 4 toe te voegen „Bestaat het Bestuur uit meer dan drie leden, dan zal deze bepaling alleen van toepassing zijn, wanneer het aan tal Bestuursleden, die hun functie blijven waarnemen, daalt tot minder dan drie; niet meer plaatsvervangers zul len in functie treden dan noodig is om het aantal fun- geerende leden op drie te brengen." Ten slotte wordt voorgesteld art. 25 lid 5, eerste zin, te lezen als volgt „Tot het houden eener geldige vergadering moeten, in dien het Bestuur uit drie leden bestaat, ten minste twee, doch indien het Bestuur uit meer dan drie leden bestaat, ten minste drie leden of plaatsvervangende leden tegen woordig zijn." Dit laatste voorstel werd door het Bestuur geamendeerd in dier voege, dat na „twee" wordt ingevoegd „leden of plaatsvervangende leden". De Voorzitter vroeg, of iemand over deze voorstellen het woord verlangde. Dit bleek niet het geval te zijn. Ook verlangde niemand stemming. De Voorzitter vroeg vervolgens of iemand stemming verlangde over het geheele voorstel. Niemand verlangde stemming, waarop de Voorzitter dit voorstel aangenomen verklaarde (applaus). De Voorzitter stelde vervolgens aan de orde het voor stel tot wijziging van art. 5 lid 2 van het Huishoudelijk Reglement, strekkende tot schrapping van het woord „beide", zoodat dit lid na de wijziging zal luiden „In geval een der leden van 't Bestuur tijdelijk verhinderd is zijn functie waar te nemen, geeft hij daarvan zoo spoe dig mogelijk kennis aan de overige Bestuursleden." Ook dit voorstel werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1939 | | pagina 2