TEN DERDEN MALE: DE VESTIGINGSWET KLEINBEDRIJF Wat U noodig hebt hebben WIJ voorradig DE RAIFFEISEN-BODE 33 nen, die, naast de winstbelasting naar het tarief van 2 pet., waaraan zoowel de natuurlijke personen als de rechtspersonen zijn onderworpen, naar een tarief van 8 pet. wordt geheven van de hier te lande door rechts personen gemaakte bedrijfswinsten. Deze heffingen zullen, voorzoover dit mogelijk is, een persoonlijk karakter dragen. Zoo zal er o.a., zij het op indirecte wijze, plaats zijn voor „kinderaftrek Deze belastingvermindering zal worden verleend bij wijze van teruggaaf van betaalde belasting. Voor ieder kind, dat voor aftrek in aanmerking komt, zal een zeker bedrag der belasting, dat voor iederen be lastingschuldige hetzelfde is, worden teruggegeven, doch uiteraard nooit meer dan aan Inkomsten- en Winstbelasting is betaald. De hoogere belastingopbrengst, welke een gevolg zal zijn van de invoering van de Inkomsten- en Winst belasting, wordt geraamd op netto f 90 millioen. De Boerenleenbanken zullen dus naast de doodehands- belasting (die verlengd wordt) een winstbelasting van maar liefst 8 moeten betalen( aangenomen, dat de voor nemens van den Minister tot uitvoering komen). Dit be- teekent voor onze geheele organisatie een belangrijk offer. Voorts zullen de Boerenleenbanken van de rente, die zij aan spaarders en rekening-couranthouders schuldig worden, 2 °/o moeten inhouden en aan den fiscus afdra gen. Dit is voor de Banken natuurlijk geen offer het is een veer, die van de spaarders en rekening-couranthouders wordt geplukt (naar analogie van de couponbelasting). De Boerenleenbank heeft alleen hierdoor ermee te maken, dat zij wordt geplukt „bij de bron"; de Bank wordt als het ware tot incasseerder van deze 2 °/o gemaakt. Als wij het aangehaalde deel van de millioenennota goed lezen, zal de 2 belasting ook worden geheven van de rente, die de schuldenaren der Boerenleenbanken aan haar moeten betalen. De winstbelasting van 8 °/o is weinig gecompliceerd, maar wij vermoeden, dat de z.g. inkomstenbelasting van 2 niet zoo gemakkelijk te regelen zal zijn. Wij zullen dus, alvorens wij de draagwijdte van de inkomstenbelas ting van 2 °/o te kunnen beoordeelen, het wetsontwerp moeten afwachten. Ook over de winstbelasting zal het wetsontwerp uiteraard verschillende bijzonderheden moe ten regelen, zooals de mate, waarin afschrijvingen geoor loofd zijn. Met belangstelling zien wij het dus tegemoet. Laten wij hopen, dat de offers die van ons gevergd wor den, niet vergeefsch zullen zijn Als zij ons volk vrede, arbeid en dagelijksch brood kunnen verschaffen, zullen wij ons die offers, hoe zwaar zij ook zijn, zonder twijfel gaarne getroosten Wanneer een hypothecair schuldenaar der Boeren leenbank zijn onroerend goed verkoopt, gebeurt het wel, dat de Kassier zijn naam in het Grootboek door haalt en door den naam van den kooper die in den regel bij de koopacte de hypotheekschuld voor zijn rekening neemt) vervangt. Dit is alleen dan juist, wanneer tevoren een acte van schuldoverneming met voorbehoud van hypotheek wordt geteekend. Geschiedt die naamsverandering zonder zulk een acte (welker opstelling men eventueel opdrage aan het Juridisch Bureau), dan loopt de Bank gevaar haar hypotheek recht kwijt te raken! Aanvulling op het artikel in ons nummer van Augustus j.l. In ons Augustus-nummer wezen wij erop, dat het ver strekken van voorschot of crediet aan middenstanders, voor wie op grond van de vestigingswet kleinbedrijf ves- tigingseischen zijn vastgesteld, niet mogelijk is, wanneer het voorschot of crediet moet dienen voor de vestiging van hun bedrijf. Immers volgens de desbetreffende Konink lijke Besluiten moeten geleende gelden, die voor de vesti ging dienen, voor twee jaar onopzegbaar zijn, terwijl de statuten onze Boerenleenbanken geen langeren opzegter mijn dan drie maanden toelaten. In het slot van ons artikel merkten wij op, dat crediet- verleening aan reeds gevestigde middenstanders niet aan beperkingen onderworpen is of wordt. Uit een ons gedane vraag is ons gebleken, dat dit laatste eenige nadere toelichting van noode heeft. De vraag was moet een slager, die zich in een andere gemeente gaat vestigen en daarvoor crediet aanvraagt, worden beschouwd als een reeds gevestigde slager, zoo dat de verleening van crediet aan hem niet aan beper kende bepalingen is onderworpen? Deze vraag moet in ontkennenden zin worden beant woord. Een slager, die zich in een andere gemeente ves tigt, moet voor de Vestigingswet worden beschouwd als een zich vestigende slager, zoodat ook voor hem de be paling geldt, dat het hem voor de vestiging te verleenen voorschot of crediet voor twee jaar vast moet zijn. Alleen wanneer de slager zijn bedrijf binnen de zelfde gemeente verplaatst, geldt dit niet als vestiging. Heeft hij voor deze verplaatsing geld noodig, dan kan hij dit zonder beperkende bepalingen leenen. Wij herhalen nog even, dat op het oogenblik alleen nog vestigingseischen zijn vastgesteld voor de slagers, maar dat reeds vast staat, dat binnen het jaar ook vestigings eischen zullen worden afgekondigd voor bakkers, schoen-, kantoorbenoodigdheden- en automobielhandelaren, ga ragehouders, drogisten en kruideniers. voor Uw administratie Centrale Bank Materiaal-afdeeling

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1938 | | pagina 3