AIFFEISEN-BODE HET BEHEER EENER BOERENLEENBANK. OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT INHOUD Zie Mededeelingen op blz. 36 REDACTIE EN ADMINISTRATIE KR. NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT TE LEF. 15867 VIER EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 4 OCTOBER 1938 VERSCHIJNT DEN EERSTEN VAN IEDERE MAAND ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR LOSSE NUMMERS 10 CENT FRANCO PER POST a. Redactioneel Gedeelte. IHet Beheer eener Boerenleen bank. (Vervolg). 2. De Millioenennota en de Boeren leenbanken. 3. Inwerkingtreding der Pachtwet. 4. Ten derden male: de Vestigingswet Kleinbedrijf. 5. Notariëele akte voor zekerheidsoverdrachten? 6. Een merkwaardige uitspraak. 7. Geld- en Effectenmarkt. b. Mededeeling. I. Spreekuren Juridisch Bureau. 2. Uitbe talingen aan de Tarwe-Organisatie. 3. Steunverleening in natura aan kleine boerenbedrijven. c. Advertentiën. Hoofdstuk III. Voorschot- en Credietverleening aan Vereenigingen, enz. (Vervolg). Tot de Vereenigingen, welke indirect op landbouwgebied werkzaam zijn, moet als voornaamste groep worden ge rekend die der vele Onderlinge Verzekering-maat schappijen. Men treft aan onderlinge verzekering- of waarborg maatschappijen, onderlinge brandwaarborg-maatschap pijen, onderlinge veeverzekering-maatschappijen, welke laatste ook wel voorkomen onder den naam van „vee fonds". Als regel moeten in den loop van een boekjaar verschil lende schaden worden betaald, terwijl de betaling van den omslag (te vergelijken.met de premie bij andere verzeke ring-maatschappijen) meestal aan het eind van het jaar plaats heeft. Hierbij kunnen een tweetal methoden worden onder scheiden a. het bedrag, dat in eenig boekjaar aan schaden is uitbetaald, wordt aan het eind van het boekjaar om geslagen over de deelnemers b. de deelnemers betalen een vaste jaarlijksche bij drage, welke zoonoodig kan worden verhoogd, indien over eenig boekjaar vele uitkeeringen hebben plaats gevonden, zoodat het totaal van de vaste bijdragen niet voldoende is. Bij de eerste methode weten de deelnemers dus nooit van te voren, wat zij moeten betalen. Dit kan meevallen, maar heel vaak ook tegenvallen. Is de omslag door bij zondere omstandigheden bijzonder groot, dan is het ook de vraag of de omslag wel geheel geïnd zal kunnen worden en of er geen deelnemers bij zijn, die hun aandeel niet kunnen voldoen. De deelnemers weten bij de tweede methode daaren tegen waar ze als regel jaarlijks mede af zijn. Is het bedrag, dat op die wijze binnenkomt, grooter dan de uitgekeerde schaden, dan ligt het voor de hand, dat de vereeniging dit meerdere reserveert. Zoodoende vormt zij langzamerhand een reservefonds, waaruit zoonoodig ge put kan worden, indien over een boekjaar meer schaden dan gewoonlijk moeten worden uitbetaald. Reservevorming bij Onderl. Verz. Mijen is van buiten gewoon groot belang. In het bovenstaande ligt reeds opgesloten, waarvoor deze vereenigingen in verschillende gevallen nog crediet behoeven, n.1. in die gevallen, dat schaden moeten wor den uitbetaald, terwijl nog geen omslag is geheven of deze nog niet geheel is binnengekomen. Het crediet doet dus alleen dienst om gedurende een zekere periode (welke steeds korter zal zijn dan een jaar) te voorzien in de behoefte aan contant geld. Daaruit volgt, dat een eventuëele schuld in rekening courant bij de Boerenleenbank slechts korten tijd mag blijven staan. De rekening eener onderlinge verzekering-maatschappij mag met andere woorden nimmer een vast bestanddeel vertoonen. Wordt door een dergelijke vereeniging bij de Boeren leenbank een crediet aangevraagd, of verhooging van een bestaand crediet, dan legt de Bank aan de Centrale over het reglement der onderlinge verzekering, alsmede reke ning en balans betreffende het laatst afgesloten boekjaar. Wordt over de verzekering een accountants-rapport uit gebracht, dan ontvangt de Centrale ook dit gaarne. Bij de aanvrage behoort ook opgave gedaan te worden, hoe groot het totaal bij de maatschappij verzekerde be drag is, alsmede welke zekerheid voor het gevraagde crediet zal worden gesteld. B. Publiekrechtelijke lichamen als provincies, ge meenten en waterschappen. Waar de credietverleening door Boerenleenbanken aan provincie's zeer zelden voorkomt, zullen wij deze hier verder buiten beschouwing laten. Gemeenten. Indien de raad eener gemeente besluit tot het opnemen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1938 | | pagina 1