DE RAIFFEISEN-BODE Dit is trouwens ook om een andere reden noodig. Het kan namelijk voorkomen, dat de commissie aan een of meer eigenaren te weinig toebe deelt. Het leidende beginsel is, dat de waarde van ieders nieuwe kavel in dezelfde verhouding staat tot de waarde van het geheele blok na ruilverkaveling als de Sparen op School? 27 recht hebben een regeling betreffende eventueele zake lijke rechten, die op de perceelen, die in de ruilverkave ling begrepen zijn, rusten, en betreffende huur en pacht eventueele schadevergoedingen (o.a. in verband met aanleg van wegen en waterloopen) de maatstaf van omslag der kosten van de ruilverkaveling voor zoover die niet ten laste van het Rijk komen, en van de schadevergoedingen en bepalingen omtrent de inbezitneming der nieuwe kavels (b.v. de datum, waarop de eigenaren overgaan). Dit plan van ruilverkaveling, dat de goedkeuring der centrale commissie behoeft, wordt ter visie gelegd. Belanghebbenden kunnen dan bezwaren ertegen indienen. Deze worden eerst behandeld door de plaatselijke com missie dan, zoo noodig, door den rechter-commissaris als deze ook geen oplossing kan bewerken, beslist de rechtbank erover (in hoogste instantie). Na de afhandeling der bezwaren (die na tuurlijk tot wijzigingen van het plan kunnen leiden), staat het plan definitief vast. De ruilverkaveling moet dan nog worden neergelegd in een notariëele akte, deze akte moet worden overgeschreven in de eigendomsregis- ters, de eigenaren moeten hun nieuwe kavels in bezit nemen en daarmee is aan de lange historie der ruil verkaveling een eind gekomen. Een eind maar toch niet heelemaal. Ook dit muisje heeft een staartje de kosten. Er zijn natuurlijk vrij be langrijke kosten aan de ruilverkaveling verbonden. Een deel hiervan neemt het Rijk voor zijn rekening. De rest wordt over de eigenaren omgeslagen. Maar aangezien het aan sommige eigenaren moeilijk zou vallen hun aandeel in den omslag contant te betalen, schiet het Rijk deze rest voor. De eigenaren moeten hun aandeel voldoen door ge durende 30 jaar 5 rente erover te betalen dit is de z.g. ruilverkavelingsrente, die zij elk jaar op hun aanslag biljet in de grondbelasting bijgeschreven zullen zien ten minste als zij geen gebruik maken van de gelegenheid om deze ruilverkavelingsrente eerder af te koopen, hetgeen vrij voordeelig kan geschieden. Aldus geschiedt, in zeer korte trekken, een ruilverkave ling volgens de 107 artikelen van onze nieuwe ruilverkave- lingswet. Hypotheken en ruilverkaveling. Rest nog een enkel woord over de vraag, waarmede de Boerenleenbanken als credietgevers in direkte aanraking zullen komen, de vraag hoe gaat met de hypotheken op perceelen, die een ruilverkaveling begrepen worden? Het antwoord op deze vraag is nogal eenvoudig d e hypotheek gaat met behoud van haar rang over op de kavel, die in plaats van de per ceelen, waarop zij rusten, aan den hypothe- kairen schuldenaar wordt toebedeeld. Wanneer een Bank dus hypotheek heeft op perceelen nrs. 558 en 559, en de eigenaar van die perceelen krijgt in plaats daarvan toebedeeld een kavel, bestaande uit een nieuw perceel 211, dan komt de hypotheek te rusten op dit perceel 211. De Bank behoeft hierbij niet handelend op te treden. De overschrijving der hypotheek op het nieuwe perceel geschiedt ook zonder dat zij dit aan den hypotheekbewaarder verzoekt. Het eenige wat, de Bank moet doen, is nota van de verandering nemen. Wanneer het plan van ruilverkaveling ter visie ligt, ga dus ook de kassier er even naar kijken, wanneer perceelen, waarop de Bank hypotheek heeft, in dit plan begrepen zijn. waarde van ieders oorspronkelijke kavel stond tot de waarde van het geheele blok vóór de ruilverkaveling. Met andere woorden, de waardeverhouding tusschen ieders bezit moet precies gelijk blijven. Maar nu zal dit beginsel in de praktijk niet altijd door te voeren zijn. Het zal kunnen voorkomen, dat het beter uitkomt, wanneer een eigenaar een kavel ontvangt, die niet geheel tot de vereischte waarde komt. Daar moet hij dan genoegen mee nemen, mits het verschil in waarde niet meer dan 5 °/o bedraagt. Dit verschil krijgt hij in geld vergoed. Wanneer nu een hypoheek wat te weinig overwaarde heeft, kan het zijn, dat het gewenscht is, dat de hypotheekhouder die vergoeding aan zich laat afstaan (dit is ook volmaakt bil lijk de wet had eigenlijk moeten bepalen, dat de hypo theekhouder een preferentie of pandrecht op de vergoeding krijgt). De hypotheekhouder zal den betrokken eigenaar dus een akte van cessie moeten laten teekenen als de eigenaar dit weigert, zal hij beslag op de vergoeding kun nen leggen. Wanneer de commissie de ruilverkaveling zoo zou wil len maken, dat er voor een bepaalden eigenaar een nadee- lig waardeverschil van meer dan 5 °/o ontstaat, moet zij de toestemming van den eigenaar en den hypotheekhouder vragen. Deze laatste kan natuurlijk als voorwaarde stel len, dat de vergoeding geheel of gedeeltelijk aan hem wordt afgedragen. Voor den hypotheekhouder is ten slotte nog van belang 't feit, dat de ruilverkavelingsrente prefe rent is vóór de hypotheek (evenals grond- en waterschapslasten). Daar de perceelen ten gevolge van de ruilverkaveling in waarde zullen stijgen (dit is tenminste de bedoeling en de bestaansreden der ruilverkaveling), zal deze preferentie den hypotheekhouder in den regel niet deren. Aan het einde van onze uiteenzetting gekomen spreken wij de hoop uit, dat de ruimere toepassing der ruilverkave ling, welke men zich voorstelt, in belangrijke mate moge bijdragen tot verbetering van onzen vaderlandschen land bouw Het antwoord op deze vraag schijnt moeilijker te geven dan oogenschijnlijk verwacht wordt. Onlangs las ik ergens, het is me ontschoten waar, dat de school zich op dit ter rein niet moet begeven. Men verdedigt dit door op te mer ken, dat onze school toch al overladen wordt met allerlei zaken, die niet rechtstreeks verband houden met het on derwijs, Tot op zekere hoogte is deze opmerking zeer zeker gerechtvaardigd, maar het maakt m.i. toch verschil uit, wat men op de school brengt. Voor mij zit bijv. in het schaakonderwijs niet dat groote voordeel, laat ik zeggen a.s. volksbelang, als het t geval is met het aankweeken van spaarzin bij de kinderen, ons volk van straks. De vraag wordt ook in ander opzicht ontkennend be antwoord wat kan er in dezen tijd van werkloosheid en algemeene verarming op school nog terechtkomen van sparen? ,,Wat kan er af van ons steungeld?" zegt de werk- looze en een ander, laat ik zeggen een huurboertje, durft er niet aan te denken, zijn kind(eren) wekelijks wat cen ten mee te geven naar school om te sparen. Zie, deze be zwaren lijken mij altijd nog ernstiger, dan het voorgaande. Maarnu mijn eigen ervaring met het sparen op school. Mijn school staat in een streek, waar hoofdzakelijk land- en fabrieksarbeiders wonen met nog enkele huur- boertjes. Een bevolking dus, die het in dezen tijd niet breed heeft en die zeer lijdt onder de werkloosheid en het Overgenomen uit ,,Onze Kinderen en hun Toekomst". De schrijver is hoofd eener school.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1938 | | pagina 7