DE NIEUWE RUILVERKAVELINGSWET EN DE BOERENLEENBANKEN. 26 DE RAIFFEISEN-BODE Op 1 Augustus j.1. is de nieuwe Ruilverkavelingswet in werking getreden. Kwam onder de oude wet ruilverkave ling slechts zeer sporadisch voor, onder de nieuwe wet zal dit wel anders worden. Onder de oude wet was het zeer moeilijk om tot ruil verkaveling te komen onder de nieuwe wet daarentegen is het veel minder moeilijk. Het staat te voorzien, dat de ruilverkaveling nu met kracht ter hand zal worden ge nomen reeds zijn verschillende omvangrijke plannen in voorbereiding. Wanneer de ruilverkaveling zich zoo uitbreidt, kan het niet anders, of de Boerenleenbanken komen ermede in aanraking. Zij zullen ermede in aanraking komen als hypo theekhouders op land, dat in de ruilverkaveling begrepen wordt. Derhalve zal bij onze lezers ongetwijfeld de wensch bestaan om zich eenigszins van de nieuwe regeling, en in het bijzonder van hetgeen deze bepaalt omtrent hypothe ken, op de hoogte te stellen. Aan welke wensch wij bij deze willen trachten tegemoet te komen. De gang eener ruilverkaveling volgens de nieuwe wet. De nieuwe wet kent twee soorten van ruilverkaveling de ruilverkaveling krachtens overeen komst en de ruilverkaveling krachtens de wet. De eerste is een geheel vrijwillige, onderlinge ruil verkaveling; zij was onder de oude wet ook reeds moge lijk (en is toen ook wel eens tot stand gekomen), maar de nieuwe wet regelt nu een paar kwesties, die zich erbij kunnen voordoen en vergemakkelijkt daardoor de ruilver kaveling bij overeenkomst. Deze soort van ruilverkaveling zal in de praktijk echter wel niet zulk een belangrijke rol spelen, en daarom staan wij er niet langer bij stil. Hoe geschiedt nu, in het kort, een ruil verkaveling krachtens de wet? Zij moet beginnen met een aanvraag tot ruilverkave ling van een blok perceelen. Deze aanvraag kan uitgaan hetzij van een vijfde der eigenaren, hetzij van een vereeni- ging, werkzaam in het belang van land- en tuinbouw, hetzij van een publiekrechtelijk lichaam (gemeente, provincie, enz.). Volgens de oude wet kon alleen een aanvraag, uit gegaan van een vierde der eigenaren, in behandeling wor den genomen. Thans kan het initiatief der eigenaren geheel worden uitgeschakeld. De aanvraag wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten. Deze beslissen of zij voor behandeling in aan merking kan komen. Bij een toestemmende beslissing roept het college een vergadering der eigenaren bijeen, waar een besluit moet worden genomen, of de aangevraagde ruilverkaveling al dan niet zal doorgaan. Onder de oude wet was voor dit besluit vereischt toe stemming van de meerderheid der eigenaren, die tevens de meerderheid van het land in eigendom hadden. Er waren dus eigenlijk twee meerderheden vereischt de meerderheid van het aantal èn de meerderheid van de oppervlakte. Deze eisch bracht mede, dat een klein aantal eigenaren met vrij veel land de ruilverkaveling kon ver hinderen. De nieuwe wet heeft ook hier een vergaande vergemakkelijking ingevoerd voldoende is nu de meerder heid van het aantal o f de meerderheid van de oppervlakte. Dus nu kan een klein aantal eigenaren, die de grootste helft van het land bezitten, de ruilverkaveling niet tegen houden wèl kunnen zij de ruilverkaveling tegen den zin der meerderheid erdoor halen. Belangrijk is in dit verband nog, dat de wet hen, die niet aan de stemming deelnemen, als voorstemmers beschouwt. Dit is ook een nieuwigheid, die in de praktijk het behalen van een meerderheid vóór de ruilverkaveling wel ten zeerste zal bevorderen. Alsof dit nog niet ver genoeg gaat, heeft de wetgever hieraan toegevoegd, dat met de helft der vereischte meerderheid kan worden volstaan, wanneer het algemeen belang naar het oordeel van den Minister de ruilverkave ling dringend vordert. En wanneer het algemeen belang de ruilverkaveling zéér dringend vordert (het lijkt ons, tus- schen twee haakjes, nogal moeilijk om uit te maken waar de grens tusschen „dringend" en „zeer dringend" ligt), kan de ruilverkaveling geheel buiten de eigenaren om tot stand komen. In plaats van de eigenaren, besluit dan de wetgever tot ruilverkaveling. Uit dit alles blijkt wel, hoezeer de wet gever er op uit is geweest om de deuren voor de ruilverkaveling zoo wijd moge lijk open te zetten! Nadat het besluit tot ruilverkaveling is genomen, kan de aanleg van wegen en waterloopen ter hand worden ge nomen. Dit is ook iets nieuws. Het bijzondere is, dat deze aanleg reeds kan geschieden voordat de ruilverkaveling tot stand is gekomen. Er is wel tot de ruilverkaveling be sloten, maar de nieuwe verkaveling is nog niet aange wezen. Feitelijk heeft men hier een soort tijdelijke ont eigening buiten de Onteigeningswet om. Uit den aard der zaak ontvangen de eigenaren, die door die aanleg schade lijden (het kan b.v. gebeuren, dat een nieuwe weg dwars door hun perceelen heen loopt), vergoeding daarvoor deze vergoeding wordt echter niet gegeven voor de waarde van den grond die door den weg of de sloot in beslag wordt genomen want binnenkort zullen de eigenaren in plaats van hun tegenwoordige kavels, toch andere kavels krijgen. De uitvoering der ruilverkaveling ge schiedt door een plaatselijke commissie, die wordt benoemd door Gedeputeerde Staten en die werkt onder toezicht en met bijstand van de centrale commissie voor ruilverkaveling. De commissie begint met schatting en verdee ling in klassen van den grond en vaststel ling van de rechthebbenden op de ver schillende perceelen. Eventueele bezwaren tegen de vaststelling van recht hebbenden, die door overleg tusschen de plaatselijke com missie en de belanghebbenden niet zijn opgelost, worden behandeld door een rechter-commissaris kan deze geen oplossing bereiken, dan worden zij verwezen naar de recht bank, die op korten termijn uitspraak doet, waartegen geen hooger beroep, doch wel cassatie-beroep mogelijk is. Omtrent bezwaren tegen de schattingen wordt eveneens door de rechtbank beslist (in hoogste instantie). Nadat de rechthebbenden en de schattingen definitief vast staan, maakt de commissie eenplanvanwegen en waterloopen (de aanleg, waarvan hierboven sprake was, loopt dus op het definitieve plan vooruit een bewijs van des wetgevers bedoeling, dat voortvarendheid zal worden betracht). Na vaststelling van dit plan komt dan eindelijk datgene waar het om te doen isihetplantotruilverkave- 1 i n g. Dit plan houdt in de nieuwe indeeling van kavels de toedeeling der nieuwe kavels de vergoedingen voor hen, wier nieuwe kavels minder waard zijn dan waarop zij

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1938 | | pagina 6