HET IS VAN BELANG
Inlichtingen aan de Overheid.
Klacht.
Geldverstrekking aan Kerkvoogdijen der
Ned. Herv. Gemeenten.
Gecombineerde vergaderingen van Bestuur
en Raad van Toezicht.
DE RAIFFEISEN-BODE
17
Meermalen reeds hebben wij geschreven over inlichtin
gen aan den fiscus. Wij hebben steeds het standpunt ge
huldigd, dat men den fiscus geen inlichtingen moet geven,
ook al heeft de betrokkene daartoe volmacht verleend of
het verzoek gedaan. Als men inlichtingen geeft op vol
macht of verzoek der betrokkenen, is het met het bank
geheim gedaan, want de fiscus kan praktisch iedereen
dwingen om volmacht te geven of verzoek te doen.
Hetzelfde geldt (naar wij meenen, hebben wij ook dit
reeds gepubliceerd) voor het geven van inlichtingen om
trent spaargelden van werkloozen, in verband met de
steunregeling.
In den laatsten tijd zijn er nog twee gevallen bijgekomen,
waarin de overheid inlichtingen vraagt aan de Boerenleen
banken omtrent inlagen of schulden van leden of spaar
ders. Er zijn hier en daar inlichtingen gevraagd in verband
met den steun aan de kleine boeren, en er zijn inlichtingen
gevraagd door den Landbouwvoorlichtingsdienst. Wat het
eerste betreft, hiervoor geldt precies hetzelfde als voor de
inlichtingen aan den fiscus of aan den werkloosheidsdienst.
Men geve die inlichtingen dus niet.
Tegenover inlichtingen aan den Landbouwvoorlichtings
dienst staan wij iets anders. Deze dienst verzamelt ge-
gegevens over de belasting van den boerenstand met
schuld. Dit geschiedt om studie te maken over het moei
lijke probleem der schuldbelasting; een studie, die zonder
twijfel in het belang van den boerenstand is. Het ligt dus
op onzen weg om die studie, voorzoover mogelijk, te
steunen. Daarom achten wij het gewenscht om aan den
Landbouwvoorlichtingsdienst, wanneer deze inlichtingen
komt vragen over schulden van leden van de Boerenleen
bank, deze inlichtingen te geven, mits natuurlijk de be
trokkenen goedkeuren, dat de Bank zulks doet (deze goed
keuring zal schriftelijk moeten blijken).
Ja lezer, wij hebben een klacht. Dat zal U wel verwon
deren zoo spoedig na ons 40-jarig jubileum, waarbij U ver
nomen heeft hoe goed en mooi alles is in onze organisatie.
Er zijn echte, een paar kleinigheden, die nog niet geheel
in orde zijn (bij een jubileum gaat men deze natuurlijk stil
zwijgend voorbij). Een van die kleinigheden is het ver
strekken van inlichtingen door de eene locale bank aan de
andere. Het is ons meermalen gebleken, dat dit wel eens
wat te wenschen overlaat. Soms zijn de inlichtingen onvol
doende soms laten zij te lang op zich wachten zelfs
komen zij een enkele maal in het geheel niet. Zoo iets
moest in onze organisatie toch niet mogelijk zijn de
samenwerking en bet hooggeroemde saamhoorigheidsge-
voel behooren toch mede te brengen, dat men klaar staat
om elkaar af en toe eens een kleinen dienst te bewijzen
Wij vestigen de aandacht van de bij ons aangesloten
Boerenleenbanken op het navolgende
De Kerkvoogdijen der Ned. Herv. Gemeenten kunnen
worden onderscheiden in 2 groepen, n.1. Kerkvoogdijen, die
zijn aangesloten bij de Provinciale Colleges van toezicht
en Kerkvoogdijen, die eigen beheer hebben.
Ten aanzien van de eerste groep zij opgemerkt, dat deze
Kerkvoogdijen voor de volgende handelingen
a. het opnemen van gelden,
b. het vervreemden, bezwaren of verpanden van onroe
rende goederen of van inschrijvingen op het Groot
boek en andere schuldbrieven,
de goedkeuring behoeven van genoemde Provinciale Col
leges.
Worden door deze Kerkvoogdijen derhalve voorschotten
of credieten aangevraagd, dan dienen de Boerenleenban
ken er terdege op toe te zien, dat de door Kerkvoogden
en Notabelen genomen besluiten tot het opnemen van
gelden voorzien zijn van de goedkeuring der meergenoemde
Provinciale Colleges.
Deze goedkeuring is ook noodig, indien hypothecaire
zekerheid wordt gesteld of effecten en grootboekinschrij
vingen als zekerheid worden verpand.
Bij het vragen van de goedkeuring der Centrale Bank
dienen de banken deze besluiten bij de aanvrage over te
leggen.
Wat de Kerkvoogdijen met eigen beheer betreft, voor
deze dient uit de eigen reglementen dier Kerkvoogdijen
te worden nagegaan welke besluiten noodig zijn.
De gewoonte om gecombineerd te vergaderen is onjuist.
Bestuur en Raad van Toezicht zijn twee afzonderlijke
colleges. Wanneer zij steeds gecombineerd vergaderen,
gaat dit afzonderlijke verloren. Er komt dan feitelijk één
college, een groot bestuur zonder apart orgaan voor toe
zicht. Dit is in strijd met de bedoeling der statuten. Het
kan ook tot juridische onjuistheden aanleiding geven.
Wanneer men gecombineerd vergadert, komt men in de
verleiding om de vergadering als één geheel te doen stem
men, terwijl volgens de statuten Bestuur en Raad van
Toezicht afzonderlijk moeten stemmen. De ervaring heeft
bewezen, dat men aan die verleiding niet altijd weerstand
heeft weten te bieden. Het gevolg hiervan is vrij ernstig
de aantastbaarheid van de in gecombineerde stemming
genomen besluiten.
Waar de gewoonte om gecombineerd te vergaderen nog
bestaat, geve men deze dus op. En als men, tengevolge
van de wet der traagheid of op grond van de voordeelen,
die men in het gecombineerd vergaderen meent te zien,
er niet toe kan komen om van de gevestigde gewoonte af
stand te doen, zorge men in ieder geval ervoor, dat de
stemmingen altijd afzonderlijk geschieden. Eerst moet het
Bestuur afzonderlijk stemmen en daarna de Raad van Toe
zicht, om het besluit van het Bestuur goed te keuren. Die
afzonderlijke stemmingen moeten uit den aard der zaak
ook genotuleerd worden. De notulen der gecombineerde
vergadering moeten door de voorzitters en secretarissen
van beide colleges worden geteekend. (Het is niet noodig
om een dubbel stel notulen te maken immers er is slechts
één vergadering).
Maar nogmaals, het is beter om de vergaderingen niet
gecombineerd te houden.
dat men van elke wijziging in
Bestuur of Raad van Toezicht
terstond mededeeling doet aan
de Centrale Bank.